Lijden en pijn
Lijden en pijn zijn, hoe vreemd dat in eerste instantie ook kan lijken, culturele concepten. Niet het lijden en pijn zelf natuurlijk, maar wel de manier waarop we het ervaren en de betekenis die we er aan toekennen. De betekenis die we aan lijden en pijn toekennen is immers afhankelijk van de situatie waar we ons in bevinden.

Waarschuwing
In de meeste situaties zullen we lijden en pijn zoveel mogelijk proberen te vermijden. Dat is ook logisch. De belangrijkste functie van pijn is dat het een waarschuwing is voor iets dat we het liefste willen vermijden, een beschadiging van onszelf. Daarom is het meestal zo dat we er alles aan zullen doen om pijn zoveel mogelijk te vermijden.

Pijngrens
Toch is er, in veel culturen, ook een neiging om te onderzoeken in hoeverre pijn verdragen kan worden. Het kunnen verdragen van pijn wordt dan bijvoorbeeld als een teken van mannelijkheid en/of kracht gezien. Vandaar dat veel sporters de pijngrens juist opzoeken. Datzelfde geldt ook voor balletdansers bijvoorbeeld.

Afzien
Pijn lijden en afzien worden in die context als positief gezien. Soms met extreme gevolgen. Balletdanseressen die door blijven dansen terwijl hun balletschoenen letterlijk rood worden van het bloed, turnsters die hun spierpijn negeren en daardoor hun lichaam onherstelbaar beschadigen, voetballers die door blijven voetballen nadat ze een hersenschudding hebben opgelopen, boksers die zo ver over de grens heen gaan dat ze er hersenbeschadigingen aan overhouden. De lijst is eindeloos.

Sporten en gezondheid
Sporten wordt, door de meeste mensen als gezond gezien. En zoals alles; mits het met mate gedaan wordt, is dat ook zo. Maar daar zit hem nou net de crux. Mensen die fanatiek sporten hebben de neiging om over grenzen te gaan, omdat dat als positief gezien wordt. Grenzen verleggen wordt dat genoemd. Het basisidee is dat als bewegen goed is, sporten goed is, omdat sporten intensief bewegen is. Als sporten goed is dan lijkt intensief sporten beter te zijn, maar in de praktijk blijkt intensief sporten vaak helemaal niet zo gezond te zijn.

Het belang van sport
Ik ken weinig sporters. Maar van degenen die ik ken die intensief met sporten bezig zijn (geweest), zijn er opvallend veel die daar blessures aan over hebben gehouden waar ze de rest van hun leven last van hebben. Fanatiek sporten is helemaal niet zo gezond. Dat komt omdat de functie van pijn bewust genegeerd wordt. En dat die functie bewust genegeerd wordt heeft een culturele oorzaak. En dat is het belang dat aan sporten gehecht wordt.

Selectief
Dat pijn opzoeken om te kijken in hoeverre je het kunt verdragen een cultureel concept is, lijkt mij duidelijk. Dat doen we, in onze cultuur, overigens wel selectief. Als iemand kijkt met hoe weinig voedsel hij of zij toekan en nauwelijks eet, ook al doet het pijn van de honger, dan beschouwen we dat, in onze huidige cultuur, als ziek. Iemand die zichzelf zo doet lijden kan niet anders dan psychisch niet in orde zijn.

Uithongeren
In andere culturen wordt dat juist als een teken van geestelijke kracht gezien. En ook in de westerse cultuur is dat lang zo geweest. Of anorexia als een ziekte of als een teken van geestelijke kracht wordt gezien, hangt sterk of van de culturele context. Wij beschouwen iemand die zichzelf uithongert als ziek, maar een balletdanseres die doordanst als het bloed haar in de spitzen staat niet. In de middeleeuwen zou iemand die zichzelf uithongerde om dichter bij god te komen als een halve heilige worden gezien en iemand die op haar tenen stond te dansen terwijl haar voeten bloeden vanwege haar liefde voor dansen zou wellicht als gestoord worden gezien.

Alarm
Pijn heeft een functie. Een logische functie. Het is een waarschuwingssignaal dat het lichaam beschadigd dreigt te raken. Dat waarschuwingssignaal kan genegeerd worden, omdat het lichaam ervoor zorgt dat de pijn ook in extreme situaties kan worden verdragen. Doordat de hersenen dopamine aanmaken en het lichaam adrenaline, kan het lichaam extreme pijn verdragen.

De pijngrens
Dat is maar goed ook, want in een levensgevaarlijke situatie zou het fataal kunnen zijn als het lichaam bij extreme pijn zou stoppen met functioneren. Dat is de reden dat alle dieren in staat zijn om door hun pijngrens te gaan, als de situatie daar om vraagt. Maar bij mijn weten is er maar één diersoort die willens en wetens over die pijngrens heengaat zonder dat er sprake is van een levensgevaarlijke situatie, en er soms zelfs zover overheen gaat dat er een levensgevaarlijke situatie ontstaat.

Tolerantiegrens
Tegelijkertijd wordt sommig lijden nauwelijks nog getolereerd in onze cultuur. Dat we door de covid-pandemie een tijdlang niet op vakantie konden gaan, niet naar kroegen en restaurants of grote evenementen, is voor veel mensen nauwelijks te verdragen geweest. Dat jongeren een tijdlang niet naar school konden wordt als lijden gezien. Alsof het ontbreken van plezierige dingen hetzelfde is als pijn lijden.

Psychisch lijden
Die vorm van ‘psychisch’ lijden is ook een cultureel concept. Het is de vraag of het ook als zodanig gezien en ervaren zou worden als het geen cultureel concept was.

Oefenen van kracht
Stel dat we het kunnen doorstaan van de beperkingen die de covid-pandemie veroorzaakte als een teken van kracht hadden gezien. Dan zouden we collectief trots zijn geweest op ons vermogen om die beperkingen te kunnen doorstaan. Dan zouden we het als het oefenen van onze kracht hebben gezien, en niet als een beperking in onze bewegingsvrijheid.

De natuur van pijn
Aan de ene kant zoeken we pijn op. Aan de andere kant verdragen we het nauwelijks. Wat we opzoeken en wat we verdragen heeft niet perse met de natuur van pijn te maken. De plaats van pijn in de cultuur is daarin minstens van evenveel belang.

Een zwaar leven
De moeder van mijn vader had een zwaar leven. Mijn grootvader was een huistiran die er plezier in had om haar aan zijn grillen te onderwerpen. Mijn grootouders hadden een kleine boerderij. Mijn grootmoeder deed er het meeste werk. Daarnaast deed ze het huishouden. Dat ze leed onder haar zware leven hoeft geen betoog. Toch klaagde ze nooit. Ze verdroeg de pijn.

Geloof
Dat ze die pijn wist te verdragen kwam door haar geloof. Ze geloofde onvoorwaardelijk in god, Christus en de katholieke kerk. Daar haalde ze de kracht uit om alle pijn te verdragen, en zelfs om de pijn van anderen te verzachten. Als mensen ergens aan leden dan wist ze altijd tijd te vinden om voor ze te bidden. En dat hielp. Niet alleen als mensen wisten dat Moeder (zoals mijn grootmoeder door iedereen in haar dorp genoemd werd) voor hun bad, maar zelfs als ze dat deed zonder dat de persoon waarvoor ze bad dat wist. Althans volgens de verhalen die mij door mijn ouders en tantes verteld werden.

Anderen
Ze bad nooit voor zichzelf. Ze bad alleen voor anderen. Haar eigen pijn verdroeg ze gewoon. Dat had alles te maken met haar beleving van het geloof waarin ze grootgebracht was. Met de culturele concepten die ze zich daardoor had toegeëigend.

Bidden voor anderen
Volgens een vriend van me is er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het effect van bidden voor anderen en is door dat onderzoek aangetoond dat het daadwerkelijk helpt. Dat bidden voor iemand aantoonbaar positief effect kan hebben. Ik weet niet of dat waar is. Ik weet ook niet of dat niet waar is. De verhalen over mijn grootmoeder lijken dat wel te bevestigen.

Aandacht
Kun je iemands pijn verlichten door voor die persoon te bidden? Dat wil zeggen je aandacht te richten op het welzijn van een ander? En als dat kan, kun je dan het omgekeerde ook doen? Iemands pijn vergroten door je aandacht te richten op het ondermijnen van het welzijn van anderen? Ik weet niet of dat kan. Ik weet ook niet of dat niet kan.

Culturele concepten
Wat ik wel weet is dat het al dan niet kunnen verdragen van pijn alles te maken heeft met de culturele concepten die op dat moment leidend zijn in een samenleving.

Vader
Als je bijvoorbeeld het gevoel hebt dat je het recht hebt om te weten wie je biologische vader is, en je komt erachter dat de man die je op heeft gevoed dat niet is, maar dat je moeder zwanger is geraakt door een spermadonor, lijd je dan als je niet kan achterhalen wie die spermadonor is? Eigenlijk alleen maar als je het gevoel hebt dat je recht hebt om te weten wie je biologische vader is.
Stel je voor dat je niet weet wie je verwekt heeft en dat je er van uit gaat dat de man die je heeft opgevoed je biologische vader is. Lijd je dan? Misschien wel, maar niet omdat je niet kunt achterhalen wie je biologische vader is, simpelweg omdat je niet weet dat dat iemand anders is dan de man die je heeft opgevoed.

Vader of verwekker
Stel nu dat je ouders je liefdevol hebben opgevoed. Dat je moeder een geweldige moeder voor je is geweest en je vader een geweldige vader. Stel dat je ook weet dat die geweldige vader niet je verwekker was, maar dat dat een anonieme spermadonor was. Lijd je daar dan onder?

Belangrijk of onbelangrijk
Ook dan geldt dat je er alleen maar onder lijdt als je het gevoel hebt dat je het recht hebt om te weten wie je biologische vader is. Als je omgeving zegt dat je dat recht hebt, of in ieder geval zou moeten hebben, dan is de kans niet denkbeeldig dat jij het gevoel krijgt dat je dat recht zou moeten hebben, terwijl je dat gevoel wellicht helemaal niet zou hebben als de maatschappelijke consensus is dat het er niet toe doet wie je biologische ouders zijn.

Identiteit
Het idee dat je recht hebt om te weten wie je biologische ouders zijn en dat je recht hebt op contact met degene die zijn sperma aan het eicelletje van je moeder heeft toegevoegd, creëert ook de behoefte. Daarmee zeg ik niet dat het verkeerd is om te willen weten wie je biologische ouders zijn. Maar het idee dat je dat nodig hebt om je eigen identiteit te bepalen is cultureel bepaald.

Jezelf
Je bent wie je bent. Dat is zo als je weet wie je biologische ouders zijn. Dat is ook zo als je dat niet weet. Je bent geworden wie je bent geworden door deel te zijn van je omgeving. Dat kan en mag voldoende zijn om jezelf te kunnen zijn. Je hebt het niet nodig om te weten van wie je afstamt om te kunnen zijn wie je bent. Je hoeft niet perse te lijden als je niet weet wie je biologische ouders zijn.

Onoverkomelijk?
Natuurlijk kan het fijn zijn om het wel te weten. En ik zeg ook niet dat er iets mis mee is als iemand op zoek gaat naar zijn of haar biologische ouder(s). Het is evenwel goed te beseffen dat je niet hoeft te lijden als dat niet lukt. Dat het een onoverkomelijk gemis zou zijn, is een cultureel concept.

Oorlog
Veel lijden wordt door culturele concepten veroorzaakt. Oorlog is zo’n concept. Het lijden dat door oorlogen wordt veroorzaakt wordt vaak als heroïsch gezien. De mensen die gedood worden, worden als martelaren gezien. De gewonden als helden. Een zin die mij altijd weer de kriebels bezorgt is ‘laat hun dood niet voor niets zijn’, alsof er een logica in oorlog zit, alsof al dat lijden zin zou kunnen hebben.

Zinloos lijden
Het lijden dat mensen veroorzaken is altijd zinloos lijden. Hoewel een oorlog een doel heeft, is oorlog altijd zinloos. Het doel is immers om voordeel te halen uit het lijden van anderen. De doden die dat kost leveren geen enkele bijdrage aan het welzijn van de mensheid. Elke mens die opgeofferd wordt in een oorlog is een offer teveel, wat mij betreft. De culturele concepten die gebruikt worden om oorlogen goed te praten, zouden vervangen moeten worden door culturele concepten die het welzijn van de mensheid bevorderen.

Vermijden
Pijn en lijden dienen volgens mij zoveel mogelijk vermeden te worden. Culturele concepten die pijn en lijden bevorderen dienen zoveel mogelijk vermeden te worden. En als er desondanks pijn en lijden is dienen we dat zo goed mogelijk te doorstaan.

Maar ook dat is een cultureel concept.