Pijn en lijden 2

Gevaar
Het idee dat lijden zin moet hebben is een cultureel concept. Het nut van pijn staat buiten kijf. Maar pijn heeft op zichzelf geen zin. Het nut van pijn is waarschuwen voor gevaar doordat het bewust maakt van dat gevaar.

Het nut van pijn
Er zijn mensen die geen pijn voelen. Die lijden aan dat gebrek. Als je geen pijn voelt en je raakt gewond, dan voel je dat niet en is de kans groot dat je de verwonding negeert en daardoor verzuimt te reageren op het gevaar dat daardoor ontstaat. Dan kun je bijvoorbeeld leegbloeden zonder dat je dat door hebt, of jezelf verbranden zonder dat je lichaam je waarschuwt. Mensen die geen pijn voelen worden meestal niet erg oud.

Verslaafd aan lijden
Pijn is een waarschuwingsmechanisme en heeft als zodanig wel degelijk nut. Dat nut heeft lijden niet. Lijden is zinloos en nutteloos. Het vreemde van lijden is echter dat je er verslaafd aan kunt raken. Als je de pijngrens overschrijdt maakt je lichaam dopamine en adrenaline aan. Dat is nuttig als overlevingsmechanisme, als je bijvoorbeeld in een groot gevaar vertoeft waar je, ondanks je pijn, voor moet vluchten en het noodzakelijk is om de pijn, ook als je over een grens heengaat, te kunnen blijven verdragen. Dankzij de combinatie dopamine en adrenaline kan dat ook. De pijn wordt daardoor weggedrukt door een tijdelijk high.

High
Dat is de reden dat mensen verslaafd kunnen raken aan het telkens weer overschrijden van de pijngrens. Dan zoeken mensen het gevaar dus juist op. Niet omdat ze op zich genieten van pijn, maar omdat ze door over de pijngrens heen te gaan high worden.

Gezondheid
Dat sport goed zou zijn voor de gezondheid is een mythe die hier uit voortvloeit. Dat bewegen goed is voor de gezondheid stel ik niet ter discussie. Elke dag een uur wandelen is voldoende om in conditie te blijven. Maar een uur hardlopen is zeker niet gezonder.

De schadelijkheid van sporten
Wat voorstanders van sporten vaak negeren is hoeveel en hoe vaak sporters geblesseerd raken, niet zelden met chronische gevolgen. Kapotte knieschijven, tennisarmen, rugklachten en ga zo maar door. Intensief sporten is veel schadelijker dan voorstanders van sporten ons willen doen geloven.

Zingeving van lijden
Hoewel iedereen zal zeggen lijden zoveel mogelijk te willen vermijden wordt het kunnen verdragen van lijden in onze cultuur als iets positiefs gezien. Dat wordt niet altijd expliciet zo benoemd, maar het wordt vaak impliciet als gegeven beschouwd. Zo kun je iemand die veel tegenslagen heeft gehad en een ziekte heeft doorstaan vaak horen zeggen: ‘Wat mij niet vernietigt maakt me sterker.’ Een rationalisatie om het lijden dat is ondervonden van zin te voorzien.

Van zin voorzien
Door rationalisaties wordt veel lijden van zin voorzien. ‘Laat de dood van hen die voor ons gestorven zijn, niet voor niets zijn geweest’, zeggen we om het lijden van soldaten die in een nutteloze oorlog zijn omgekomen van zin te voorzien. Het idee dat mensen martelaren kunnen zijn die voor een hoger doel hebben geleden, geeft dat lijden een onterechte glans.

Bewust schade toebrengen
Ik geloof niet dat andere diersoorten een concept kennen waarbij lijden als zinvol wordt gezien. Lijden dient ten alle tijden zoveel mogelijk vermeden te worden omdat het pijn doet. Pijn is iets dat zoveel mogelijk vermeden moet worden. Er is, naar mijn idee, geen enkel hoger doel dat het bewust schade toebrengen aan mensen zinvol maakt.

Ik realiseer me dat ook dat een cultureel concept is.

Het lijden van Christus
Religies beschouwen lijden vaak ook als iets positiefs. Het Christendom is zelfs gebaseerd op het  belang van het lijden van Christus. Door dat lijden is Christus een martelaar geworden, en door dat martelaarschap is hij ook vergoddelijkt. De basis van het Christendom is een preoccupatie met lijden. Niet alleen omdat het lijden van Christus de basis is van het Christendom, alsof daardoor de zin van het Christendom duidelijk wordt, maar ook omdat degenen die, in het verleden, als ketters werden gezien levend op de brandstapel werden gezet om duidelijk te maken wat mensen te wachten stond die zich niet aan de kerk wensten te onderwerpen. Dan verdiende je het om gruwelijk te lijden. Als je jezelf in naam van Christus geselde, was dat juist weer positief.

Jezelf verwonden
Dat mensen zichzelf pijnigen om dichter bij god te komen wordt niet meer als positief gezien. Dat culturele concept heeft plaatsgemaakt voor het idee dat het niet normaal is jezelf opzettelijk pijn te doen. Als je tot bloedens toe met je hoofd tegen een muur bonkt of jezelf met een mes bewerkt of uithongert, wordt je geestelijke gezondheid betwijfeld.

Ook dat is een cultureel concept.

Wie mooi wil zijn moet pijn lijden
Hoe je jezelf laat lijden bepaalt of je als normaal wordt gezien of niet. Een tattoo laten zetten is nogal pijnlijk, maar dat is wellicht ook de aantrekkingskracht ervan. Je hebt laten zien dat je pijn kunt verdragen als je een tattoo hebt laten zetten. Ook plastische chirurgie is niet pijnloos, net zo min als het waxen van haren op de armen of benen of het uittrekken van haren bij de wimpers. Wie mooi wil zijn moet pijn lijden, is het idee dat daaraan ten grondslag ligt. Maar is schoonheid die door pijn wordt veroorzaakt wel schoonheid? Dat is de vraag.

Moeten kunstenaars lijden?
Het idee dat kunstenaars moeten lijden voor hun kunst is, sinds de romantiek, een aanname die vrijwel nooit wordt betwist. Als iemand een biografie schrijft over iemand die als een groot kunstenaar wordt gezien, gaat diegene altijd op zoek naar het lijden van die kunstenaar. Gelukkige momenten in het leven van een kunstenaar zijn hooguit opmaten naar het lijden dat volgt.

Loutert lijden?
Het idee is dat lijden loutert. En een gelouterde kunstenaar maakt kunst met meer diepgang. Althans, dat is het idee. Vincent van Gogh is een voorbeeld van een kunstenaar die mythische proporties heeft gekregen vanwege zijn lijden. Dat Vincent van Gogh aan het leven leed, is een gegeven. Maar is hij daardoor ook een groot kunstenaar? Eigenlijk is dat niet vast te stellen.

De tekeningen van van Gogh
Een groot talent had Vincent van Gogh niet. Veel van zijn tekeningen zouden, als ze van een anonieme kunstenaar zouden zijn, in een kringloopwinkel voor hooguit vijftien euro worden aangeboden. En of ze voor die prijs verkocht zouden worden is maar helemaal de vraag. Het zijn houterige tekeningen zonder subtiliteit. Ze zijn kostbaar omdat Vincent van Gogh ze heeft gemaakt, niet omdat ze een grote intrinsieke kwaliteit hebben.

Mythe of kwaliteit?
Ook de Japanse prenten die hij heeft nageschilderd zijn belabberd nageschilderd. Wat wel vaststaat is dat Vincent van Gogh een harde werker was en dat hij zijn beperkte talent maximaal heeft ontwikkeld. Daardoor hebben zijn latere schilderijen wel degelijk een zekere schoonheid. Maar de waarde van zijn  werk wordt meer bepaald door de mythe die van de kunstenaar gemaakt is dan van de kwaliteit van zijn werk.

De mythe van Gogh
Vrijwel iedereen weet dat Vincent van Gogh zijn oor heeft afgesneden (feitelijk alleen zijn oorlelletje). Dat hij in zijn levensonderhoud afhankelijk was van zijn broer Theo, is ook bekend. Dat hij armlastig was, is daarentegen een mythe. Vincent van Gogh hoefde geen honger te lijden, hoefde niet in de velden te gaan werken om in het zweet des aanschijns zijn brood te verdienen. De toelage die hij van zijn broer Theo kreeg, was zo ruim dat hij het zich zelfs kon veroorloven om Japanse prenten te kopen en te verzamelen.

Symbool
Vincent van Gogh is het ultieme symbool van de kunstenaar die geleden heeft voor zijn kunst. Maar dat maakt zijn kunst nog niet bijzonder. De boeren in de Peel leden ook. Desondanks worden zij niet als bijzonder gezien. Maar waarom zou het lijden van een kunstenaar meer waarde hebben dan het lijden van een arme keuterboer?

Kunst en kunstenaar
Ook kunst is een cultureel concept. Dat kunst en kunstenaar in elkaars verlengde liggen, ook. In de Middeleeuwen werden kerken versierd met fresco’s, glas-in-lood-ramen, heiligenbeelden en ornamenten. De vaklui die daar verantwoordelijk voor waren, zijn onbekend. Net zomin als ik weet welke timmerman de Mechelse kast heeft gemaakt die ik van mijn moeder heb geërfd. Dat is anoniem vakwerk. De makers doen er niet toe. Wat ze gemaakt hebben staat op zichzelf.

Opdrachtkunst
Ook dat was, in die tijd, een cultureel concept. Veel kunst werd gemaakt in opdracht van de kerk, ter meerdere eer en glorie van god, christus en de kerk. De maker van dat moois was daar ondergeschikt aan. Pas rond de renaissance kwam daar verandering in.

Aandacht en concentratie
Ik geloof niet dat het lijden van een kunstenaar zijn of haar kunst meer diepgang geeft. Er zit een enorm plezier in het met aandacht bezig zijn met het maken van iets. Met aandacht en concentratie met iets bezig zijn is ook een teken van liefde. Liefde voor datgene waar je mee bezig bent. En soms is zelfs dat niet nodig.

Gedreven door geld
Chuck Berry wordt door velen gezien als de grondlegger van rock and roll. Zijn composities zijn door ontelbaar veel artiesten gecoverd. Hij wordt als een van de grote poëten van de pop gezien, en zeker niet onterecht. Zijn teksten lopen als een trein. Zelf erkende Chuck Berry dat hij vooral geïnspireerd was door het geld dat hij met zijn liedjes kon verdienen. Hij bedacht wat het publiek wilde en schreef wat hij dacht dat wel aan zou slaan. Een commerciëler rock and roll artiest dan Chuck Berry is nauwelijks denkbaar.

Inspiratie
Heeft Chuck Berry geleden voor zijn muziek? Nauwelijks, denk ik. Natuurlijk kun je in zijn levensgeschiedenis lijden zien. Maar in wiens levensgeschiedenis is lijden afwezig? Chuck Berry werd niet geïnspireerd door zijn lijden, maar door zijn zucht naar geld.

Talent
Natuurlijk is het mogelijk dat die zucht naar geld voortkwam uit het lijden dat hij had meegemaakt. Maar dat geldt voor iedereen die de zucht naar geld leidend maakt, lijkt mij. Dat heeft niets met kunst te maken. Als Chuck Berry niet het talent had gehad om liedjes te schrijven, dan was hij wellicht auto’s gaan verkopen of een nachtclub begonnen, of iets anders waarmee hij gemakkelijk aan geld had kunnen komen.

Lijden en diepgang
Lijden veroorzaakt geen diepgang. Het leren verdragen van lijden kan wel diepgang veroorzaken. De filosoof Nietzsche heeft geleden. Op het laatst van zijn leven ging hij aan dat lijden ten onder. Dat maakt hem niet tot een groot filosoof. Integendeel. Hij liet zien niet in staat te zijn zijn lijden te kunnen verdragen. Een wijs mens wordt geacht dat wel te kunnen.

Diepe inzichten
Het opzoeken van lijden om het vervolgens te kunnen verdragen is een methode die veel asceten toepassen, maar waar ik persoonlijk niets in zie. Op een spijkerbed gaan liggen, langdurig vasten, over een bed van hete kolen lopen, uren in dezelfde houding zitten om de pijngrens op te zoeken en over die grens heen te gaan in de hoop daardoor diepe inzichten te verwerven, ik zie daar het nut niet van in.

Ongevraagd
Ik doe het wel met de pijn en het lijden die het leven me ongevraagd aandoet. Als ik die pijn en dat lijden kan verdragen zonder mijn liefde voor het leven te verliezen, ben ik meer dan tevreden. Pijn en lijden opzoeken vind ik ziek.

Maar ook dat is een cultureel concept.