Geld
Je zou het bijna vergeten, maar ook geld is een cultureel concept. Dat alles in onze maatschappij wordt beoordeeld op wat het, in geld, kost, is dus ook cultureel bepaald. Het is goed om te beseffen dat geld geen enkele rol speelde in het grootste deel van het bestaan van de mensheid. Honderdduizenden jaren lang leefden we zonder geld.

Privébezit
Voordat individuele mensen zich bezit toe-eigenden was er geen noodzaak voor het bestaan van geld. Geld ontstond pas op het moment dat privébezit ontstond. En privébezit ontstond pas, in de vorm waarin wij het kennen, nadat grond en vee in bezit genomen werden.

Delen
Een samenleving die van de jacht en het verzamelen leeft, kent maar een beperkt gebruik van privébezit. Als een jager een jachtwapen maakt, dan behoort het gebruiksrecht van dat wapen ook bij die jager. Maar als een andere jager op jacht gaat en een wapen nodig heeft, dan deelt hij dat wapen met die andere jager, zoals ook de vruchten van de jacht gemeenschappelijk gedeeld worden. Hetzelfde geldt voor de verzamelaar die een mand vlecht om knollen, bessen en kruiden mee te verzamelen.

Ruilhandel
Een samenleving die van het verzamelen en jagen afhankelijk is, is dat ook van elkaar. Dus deelt men de bezittingen die nodig zijn om te overleven. Dat betekent niet dat er geen ruilhandel tussen verschillende samenlevingen plaats zal vinden. Maar aan dat soort ruilhandel komt geen geld te pas. Je ruilt bijvoorbeeld een pot die je van rivierklei hebt gebakken met een mes dat uit vuursteen is gemaakt. Maar die pot ruilen voor geld en met dat geld een mes kopen is niet logisch, omdat er niemand is die de waarde van dat geld kan bepalen.

Schuld
Dat geld is ontstaan om ruilhandel gemakkelijker te maken, lijkt weliswaar logisch, omdat het die functie inderdaad heeft, maar dat het die functie heeft, betekent niet dat het bestaan van geld ook uit die functie is ontstaan. Volgens historici en antropologen is het veel aannemelijker dat geld het gevolg van schuld was.

Schuld aflossen
Stel dat het je een tijd niet voor de wind ging en dat je daarom bij je buren steeds voedsel en materiaal moest lenen. Dan werd die schuld bijvoorbeeld vastgelegd op een kerfstok. Die schuld diende op een gegeven moment afgelost te worden. De schuldeiser bepaalde vervolgens hoe. Daarvoor moest de waarde van het geleende bepaald worden. Ook dat werd door de schuldeiser bepaald.

Munten
Die schuld kon worden vereffend in munten. De waarde van die munten werd bepaald door het materiaal waar die munten van gemaakt waren. Gouden munten waren kostbaarder dan zilveren munten die weer kostbaarder waren dan koperen munten.

Schulden en privébezit
Pas op het moment dat er schulden gemaakt konden worden, werd ook het bestaan van geld relevant. Dus is de basis van het ontstaan van geld het ontstaan van schulden. Schulden kunnen pas ontstaan als mensen privébezit hebben. Als een samenleving alles met elkaar deelt zonder vast te leggen wie wat precies heeft bijgedragen, zoals dat in samenlevingen van jagers en verzamelaars gebeurt, ontstaan er geen schulden. Dan brengt iedereen naar vermogen voedsel en materiaal binnen, en neemt iedereen naar behoefte.

Arbeid
Dat loonarbeid en schulden bij elkaar horen is ook duidelijk. Als geld het middel wordt om schulden te verrekenen en te vereffenen, dan zullen mensen die schulden maken arbeid moeten verrichten om geld te verzamelen om die schulden te kunnen vereffenen.

Geld creëren
Dat geld ontstaat door schulden, is een feit. Banken worden niet rijk van spaarders, maar van schuldenaars. Als iemand een schuld bij een bank aangaat, dan leent die bank geld uit dat die bank helemaal niet in huis hoeft te hebben. Als de schuldenaar dat bedrag aan de bank ‘terugbetaalt’ heeft de bank, door middel van die schuldenaar, geld gecreëerd. Uit het niets.

Rente
Schulden zijn de basis van het bestaan en ontstaan van geld. Letterlijk. Dat banken rente vragen als ze geld ‘uitlenen’ is eigenlijk belachelijk. Dat hoeven ze niet te doen om rijker te worden. Banken lenen soms aan staten geld uit waarbij ze die staten geld toegeven om dat geld aan ze uit te mogen lenen. Omdat banken door schuld uit het niets geld kunnen en mogen creëren, verdienen ze nog steeds geld aan zo’n transactie.

De waarde van geld
Dat heeft ook te maken met de abstracte waarde van geld. Munten van goud, zilver of koper hebben op zichzelf een waarde, door het materiaal waaruit ze gemaakt zijn. Maar papiergeld heeft dat niet. Het materiaal waaruit papiergeld is gemaakt, heeft maar een fractie van de waarde die dat papiergeld als betaalmiddel heeft.

Virtueel geld
Maar het meeste geld bestaat helemaal niet fysiek . Banken schrijven bedragen naar elkaar over zonder dat er fysiek geld is dat die bedragen dekt. Dat geld bestaat dan alleen maar virtueel. Dat wil zeggen dat het bestaat omdat er vastgelegd is dat het bestaat, niet omdat het daadwerkelijk als materie aanwezig is. Daarom kunnen banken ook geld uit schulden creëren, zonder dat er iets anders tegenover staat dan de virtuele transactie waarmee ze dat geld creëren.

Geld als cultureel concept
Het bestaan van geld is een cultureel concept. De waarde die aan geld wordt toegekend is dat ook. Vandaar dat geld in waarde kan stijgen of in waarde kan dalen.

Sparen
Hoe er met geld wordt omgegaan is ook cultureel bepaald. Spaarzaamheid was lang de norm. Als je iets wilde kopen, dan spaarde je totdat je geld genoeg had om het te kunnen kopen. Het sparen werd gestimuleerd door banken, die het sparen van geld beloonden met rente. Ook de overheid stimuleerde spaarzaamheid.

Huizen kopen
Als je al geld leende, voor het kopen van een huis bijvoorbeeld, dan betaalde je het bedrag dat je geleend had met een fikse rente binnen dertig jaar terug aan de bank. Dan was het huis van jou. Dan was je weer schuldenvrij. Maar de overheid besloot om het kopen van huizen te stimuleren (en daardoor ook het aangaan van schulden te stimuleren) door de rente op de hypotheek aftrekbaar te maken van de belasting.

De aflossingsvrije hypotheek
Dat zorgde ervoor dat het hebben van een schuld bij een bank belastingtechnisch een voordeel leek te hebben. Dus werd er een aflossingsvrije hypotheek verzonnen. In plaats van de schuld af te lossen, loste je alleen de rente af. Na dertig jaar heb je dan nog net zoveel schuld als dertig jaar daarvoor. Dat is gunstig voor de bank die immers geld verdient door de schulden die bij die bank aangegaan worden, zowel door de rente op die schulden als door het vermogen om via schulden virtueel geld te creëren.

Boete
Daarom maakten de banken  het sneller aflossen van die hypotheekschuld onaantrekkelijk door te zorgen dat dat daar een boete op kwam te staan. Als je je schuld aflost kost dat de bank geld. Dus doet de bank er, vreemd genoeg met hulp van de overheid, alles aan om te zorgen dat je je schuld zolang mogelijk niet aflost.

Met ruilhandel heeft dat weinig meer van doen.

Het dominante geld
Hoewel geld een uitvinding van de mens is, is de hele menselijke samenleving, wereldwijd, aan het bestaan van geld ondergeschikt geraakt. Alsof de menselijke samenleving er is om het bestaan van geld te faciliteren en niet andersom. Soms lijkt het alsof iets geen enkele waarde heeft als die waarde niet in geld uitgedrukt kan worden.

De kosten
Dan lees je in de krant dat verkeersongelukken de samenleving jaarlijks een anderhalf miljard euro kosten, volgens de berekeningen van een of ander economisch instituut. Alsof dat verlies aan geld belangrijker is dan het verlies aan mensenlevens en het leed van alle andere slachtoffers.

Collectief
Stel dat we de waarde van het menselijk bestaan niet in geld zouden uitdrukken, maar er alles aan zouden doen om gezamenlijk zorg te dragen voor een leefbare wereld, waar het bestaansrecht van ieder mens de prioriteit heeft. Zodat we rustig collectief schulden kunnen maken, omdat we die collectief aan onszelf afbetalen (of aan onszelf kwijtschelden), zouden we dan de honger niet uit de wereld kunnen helpen? Zouden we dan niet alles doen wat nodig is om te zorgen dat de opwarming van de aarde niet de klauwen uitloopt? En zouden we er dan ook niet voor zorgen dat individuen zich niet, ten koste van de rest van de samenleving, een absurd deel van onze collectieve rijkdom toe eigenen?

De kloof
Want het bestaan van geld heeft er mede voor gezorgd dat een handvol individuen zich honderden miljarden hebben kunnen toe eigenen, ten koste van de rest van de samenleving. De belachelijke verschillen in rijkdom en macht tussen mensen zouden zonder geld nooit mogelijk zijn geweest.

De waarde van geld
Zonder geld is de samenleving zoals wij die kennen, nauwelijks denkbaar. Daarom lijkt het ook alsof de economie van de samenleving om niets anders dan (de verdeling van) geld draait. Zelfs het bestaansrecht van mensen wordt daaraan ondergeschikt gemaakt, doordat de waarde van mensen wordt bepaald door de economische waarde die ze voor de samenleving hebben of door het geld dat ze bezitten. Mensen met veel geld vinden zichzelf immers belangrijker dan mensen zonder geld.

Alsof niet ieder mens een intrinsieke waarde heeft.

Eigenlijk is het wel absurd dat we ons zo laten bepalen door iets dat we zelf verzonnen hebben.