Diepzinnige woorden die zich voeden aan de bron

In het Chinees heet dit boek ‘Cai Gen Tan’

Inleiding

Het boek ‘Diepzinnige woorden die zich voeden aan de bron’ is tussen 1573 en 1620 (in het Ming-tijdperk) geschreven door Hong Yingming en toen ook uitgegeven. Hoe groot de eerste oplage was, is niet bekend. Van die eerste uitgave is geen enkel exemplaar overgebleven. Daarna raakte het boek al snel in de vergetelheid.

Versies
Ik heb twee verschillende Chinese versies van ‘Diepzinnige woorden die zich voeden aan de bron’: een uitgave uit 2001, met uitgebreide inleiding, gevolgd door de 360 aforismen in het klassiek Chinees en voorzien van verklarende aantekeningen, commentaren en analyses, én een uitgave uit 2003 waar de aforismen zowel in klassiek Chinees, modern Chinees als in een Engelse vertaling te lezen zijn. Dat laatste boek, uitgegeven door de New World Press, heb ik voor mijn vertaling gebruikt. Ik heb rechtstreeks uit het klassiek Chinees vertaald en de Engelse vertaling zo nu en dan als referentie gebruikt.

Wijsheid
In de inleiding van de uitgave uit 2001 staat: ‘In dit boek wordt, op een heldere manier, verwezen naar wijsheid uit de oudheid en hoe die praktisch toe te passen is. Op een persoonlijke manier is die wijsheid, op een eerlijke en oprechte wijze, onder woorden gebracht.’ Ik ben het daar volledig mee eens.

Herontdekt
Het boek heeft eeuwenlang in een sprookjesachtige slaap gelegen. Op de een of andere manier is het, uiteindelijk, rond 1900, in Japan terecht gekomen. Daar is het, op wetenschappelijke wijze, bestudeerd en vertaald. Na 1916 werd het boek daar ook daadwerkelijk uitgegeven. Pas in de jaren tachtig van de twintigste eeuw werd het boek, ineens, een groot succes in Japan.

Van Japan terug naar China
Het werd populair bij de belangrijke managers van het Japanse bedrijfsleven. Zij vonden de inhoud van het boek  bijzonder nuttig om te bepalen hoe een bedrijf op een deugdzame manier gerund dient te worden. Ook vonden ze het zinvol om het boek aan al het personeel aan te raden. Ze dachten dat het een positieve invloed zou kunnen hebben op karaktervorming, en zo ertoe bijdragen dat het personeel beter in staat zou zijn hun functie op de juiste manier te vervullen. Doordat de belangrijke managers van het Japanse bedrijfsleven zo’n warme pleitbezorgers van dit boek waren, gingen ook in China veel personen op belangrijke posities aandacht aan dit boek besteden. Zo werd het, voor het eerst in lange tijd, ook in China weer heruitgegeven.

Een verloren gegaan boek
Over Hong Yingming en zijn werk is er nauwelijks iets overgeleverd in de geschiedenisboeken over de Ming-dynastie. Slechts in een stuk of acht documenten wordt het boek ‘Diepzinnige woorden die zich voeden aan de bron’ genoemd. Toen men in verschillende bibliotheken op zoek ging, vond men daar slechts 28 exemplaren terug, die vaak van slechte kwaliteit waren, omdat het papier door de tijd was aangetast. Uit de registers van die bibliotheken werd duidelijk dat er nog een ander boek van Hong Yingming bestaan heeft, met de titel ‘Verrassende Inzichten van de Onsterfelijke Boeddha’. In het boek ‘Verstrooide citaten uit verloren gegane boeken’ van Yuan Huang staat dat ‘Verrassende Inzichten van de Onsterfelijke Boeddha’ wezenlijke kennis bevatte. Ook een andere geleerde spreekt positief over dit, helaas verloren gegane, boek.

Een levenskeuze
In het boek ‘De Geschiedenis van Ming’ van Yuan Liao Fan wordt vermeld dat, rond de tijd dat Hong Yingming geslaagd was voor zijn ambtenarenexamen, de heersende familie  Zhao in de provincie Jiangsu, besloten had dat iedereen wiens voorouders ooit kritiek hadden gehad op hun familie, in ambt gedegradeerd moest worden. Hong Yingming keerde, na het behalen van zijn staatsexamen, terug naar zijn familie. Liever dan een laag ambt te accepteren, besloot hij zijn tijd te besteden aan het intensief bestuderen van het confucianisme, het daoïsme en het Chan-boeddhisme.

Stille reputatie
Zo oefende Hong Yingming in alle rust zijn functie als geleerde uit. Het is waarschijnlijk dat hij hierdoor ook geen grote reputatie opbouwde. Toch wist hij ‘Diepzinnige woorden die zich voeden aan de bron’ in twee delen uitgegeven te krijgen, met een positief voorwoord van een aantal confucianistische geleerden. Dat geeft aan dat hij, in ieder geval onder geleerden, wel degelijk een zekere reputatie bezat.

Variaties van het boeddhisme
China kent drie levensfilosofieën die, door de eeuwen heen, van grote invloed zijn geweest op het Chinese denken. Daarvan zijn er twee van Chinese oorsprong: het confucianisme en het daoïsme. De derde, het boeddhisme, is geïmporteerd uit India. Het confucianisme en het daoïsme zijn ontstaan in de tijd die ‘de periode van de strijdende staten’ wordt genoemd. Deze periode speelde zich af tussen 600 jaar voor Christus en 220 jaar voor Christus. Het boeddhisme heeft in China, mede onder invloed van het daoïsme, een eigen variant gekregen: het Chan-boeddhisme. Die, typisch Chinese versie van het boeddhisme, werd overgenomen door Japan waar het als Zen-boeddhisme bekend staat.

Levenskunst
Dat een geleerde zich met alle drie die levensfilosofieën bezighoudt, is niet zo vreemd. ze bestrijden elkaar niet omdat ze alle drie, elk op hun eigen wijze, hetzelfde nastreven: het beoefenen van de levenskunst. Zoals het mogelijk is om zowel van jazz, klassiek als pop te houden, omdat het in alle drie de gevallen om muziek gaat, en je die verschillende stromingen ook kunt samenvoegen, zo is dat ook met de verschillende denkstromingen in de Chinese filosofie het geval.

Aforismen
Hong Yingming heeft zijn liefde voor deze drie verschillende levensfilosofieën samengevoegd in een boek met 360 aforismen. De ene keer benadrukt hij de ene levensfilosofie, een andere keer een andere. Maar wat hij voornamelijk doet, is die verschillende filosofieën samenvoegen, waardoor ze, als het ware, uit hun cocon worden getrokken, waardoor de totale wijsheid van alle drie levensfilosofieën samen, optimaal gebruikt kan worden voor het beoefenen van de levenskunst. Elk van die aforismen heeft zijn eigen charme en verdient het om er even bij stil te blijven staan. Zo kun je wat er geschreven staat rustig laten bezinken.


Ik heb besloten om er elke week vijf te publiceren.

Hierbij de eerste vijf.


 

1

 

Als je, in alle rust, op de juiste wijze gewetensvol handelt, blijf je ook kalm en rustig als je zo nu en dan eenzaam en verlaten bent. Als je jezelf afhankelijk maakt van macht en invloed, zul je je altijd tekortgedaan en ellendig voelen. Als je in staat bent zaken waar te nemen zonder je er mee te verbinden en je jezelf beschouwt als je eigen volgeling, blijf je ook kalm en rustig als je, zo nu en dan, lijden moet doorstaan terwijl je eenzaam en verlaten bent, in plaats van dat lijden als aanleiding te zien om je langdurig tekortgedaan en ellendig te voelen.

 

2

 

Als je nog maar een korte tijd geleefd hebt, dan spreekt het vanzelf dat je door dat leven ook nog maar weinig bezoedeld zal zijn. Als je, gedurende een zeer lange periode, met moeilijkheden bent geconfronteerd, dan is de kans groot dat die moeilijkheden je in hun greep hebben gekregen. Daarom zal een nobel mens zich oefenen in het niet brutaalweg pretenderen eerlijk en ongekunsteld te zijn, en er voor zorgen zich niet verkeerd te laten beïnvloeden en zich niet arrogant te gaan gedragen.

 

 

3

 

Het hart en het geweten van een nobel mens is als een heldere blauwe hemel. Het is onmogelijk dat de mensen die met een nobel mens omgaan daar geen weet van hebben. Toch wordt die eervolle bekwaamheid verborgen gehouden, alsof het om een kostbare schat gaat. Desondanks kunnen de mensen die met een nobel mens omgaan niet anders dan diens wijsheid op waarde schatten.

 

4

 

Degene die geen macht gebruikt om zichzelf te bevoordelen en te verrijken, handelt daardoor puur en zuiver. Degene die van macht gebruik maakt zonder zichzelf te bevoordelen en te verrijken, handelt zelfs nog puurder en zuiverder.

Degene die niet weet hoe schranderheid en wapens gebruikt kunnen worden en niet weet hoe vaardig kansen benut kunnen worden, verliest geen achting. Degene die het wel weet, maar er geen gebruik van maakt, kan men werkelijk hoogachtend noemen.

 

5

 

Als je voortdurend geëmotioneerd wordt door woorden waar je tegenin wilt gaan en je hart voortdurend geraakt wordt door zaken die je wilt voorkomen, zul je de bekwaamheid moeten ontwikkelen om je houding op een gewetensvolle manier aan te passen.

Als je voortdurend gevleid wordt door de woorden die je hoort en altijd maar tevreden bent met de zaken die je overkomen, dan zal dat je vermogen om onderscheid te maken tussen wat wenselijk is en wat niet aantasten.