
de ontwikkeling van mijn denken door ruud moors 89 het einde der tijden
In de jaren zestig van de vorige eeuw, de koude oorlog was in volle gang, gingen veel mensen er van uit dat de wereld niet lang meer zou bestaan. De bombardementen op Nagasaki en Hiroshima hadden de vernietigende kracht van atoombommen laten zien en ondertussen waren er zoveel van die bommen geproduceerd dat de aarde er tientallen keren mee vernietigd zou kunnen worden. De dreiging van die vernietiging hing als het zwaard van Damocles boven de hoofden van de mensheid.
Veel mensen hadden het gevoel dat het einde der tijden wel heel dichtbij was gekomen. Dat wierp de vraag op of het nog wel acceptabel was om kinderen op de wereld te zetten. Niet alleen vanwege de dreiging van een totale vernietiging door middel van atoomwapens, maar ook vanwege de toenemende milieuvervuiling. Rivieren als de Rijn en de Maas bevatten een enorme hoeveelheid chemisch fabrieksafval en daardoor nauwelijks meer leven. Ook de lucht was door fabrieksgassen en uitlaatgassen van auto’s danig vervuild. Veel wetenschappers waarschuwden voor de apocalyps.
Met andere woorden; de toekomst zag er niet erg rooskleurig uit.
Natuurlijk kwam de vraag of het leven op deze manier nog wel zin had, ook bij mij op. Ik besloot om in ieder geval niet mee te doen aan het vervuilen van de lucht en besloot geen auto te gaan rijden en mezelf te behoeden voor de verleiding om dat wel te doen, door zelfs geen rijbewijs te halen. Dat heb ik nog steeds niet. Helemaal consequent was ik overigens niet, want ik reed maar wat graag op de solex van mijn moeder, niet echt een schoon alternatief.
Had het leven nog wel zin zo, aan de vooravond van de totale vernietiging?
Ik stelde me voor dat het einde der tijden inderdaad tijdens mijn leven zou plaatsvinden, en dat ik daardoor tot de laatste lichting der mensheid zou bestaan. Wat dan? Dan hield, tegelijkertijd met mijn einde, alles op. Dan zou er dus na mij niets meer zijn. Geen leven, geen mensheid. Maar maakt dat iets uit?
Over een paar miljard jaar zal de zon, zo hebben wetenschappers berekend, uit elkaar spatten en in die uitdijing zal de aarde worden verzwolgen. De kans dat de mensheid dan nog bestaat is natuurlijk nihil, al hebben wij mensen het idee dat een bestaan zonder mensheid niet echt een zinvol bestaan is. Dat de aarde dan in een vuurzee verdwijnt en alle leven op aarde daarmee ook, staat vast. Alles wat ontstaan is zal ook ooit weer vergaan. Dat is inherent aan het bestaan. Waarom zou je daarom treuren?
Zo’n 65 miljoen jaar geleden liepen dinosaurussen vol levenslust over de aarde die ze deden dreunen onder hun enorme gewicht. Dat deden ze al een paar honderd miljoen jaar en dat zouden ze nog wel een paar honderd miljoen jaar hebben gedaan als er niet een enorme meteoriet in botsing met de aarde was gekomen, waarbij zo’n grote stofwolk werd veroorzaakt dat de hele aarde gedurende decennia in het donker gehuld was. Die schok overleefden de dinosaurussen niet. Toch was het leven van die laatste dino’s niet meer of minder zinvol dan het leven van alle dino’s die voor hen hadden geleefd. Ook die dino’s waren geboren, hadden een tijdje op aarde rondgestampt (als ze niet als kleine dino’s door andere dino’s waren opgegeten) en waren uiteindelijk dood gegaan, door een ongeluk, of door ouderdom. De enige tijd van leven dat een levend wezen heeft zit tussen zijn of haar conceptie en het moment dat de dood zijn intrede doet.
Een dinosaurus die midden in het dinotijdperk heeft geleefd, heeft niet meer of anders geleefd dan een dinosaurus die tijdens die meteorietinslag leefde. Als je leeft loop je altijd het risico plots te overlijden. Dat kan zijn omdat je een ongeluk krijgt, omdat er geen voedsel is, omdat je geveld wordt door een ziekte of omdat er een ramp van gigantische proporties op je pad komt; een tsunami, een orkaan, of een meteoriet die met zijn volle gewicht op de aarde botst. En die ramp kan natuurlijk ook een atoomoorlog zijn. Waarom is zo’n atoomoorlog in onze beleving dan zoveel erger? Een ramp waardoor de wereld vergaat is toch gewoon een ramp waardoor de wereld vergaat?
De reden is simpel. Een ramp die niet door onszelf veroorzaakt wordt, is onze verantwoordelijkheid ook niet. Met een atoomoorlog is dat anders. Die veroorzaken wij, mensen, zelf. Althans in onze beleving. Niet dat dat helemaal waar is. Ik ben, persoonlijk, helemaal niet verantwoordelijk voor die atoombommen. Ik heb ze niet verzonnen. Ik heb ze niet geproduceerd en ik heb ook nooit de opdracht gegeven om ze ergens op te gooien of die opdracht uitgevoerd. En ook over die leiders die overwegen om atoomwapens te gebruiken, of er zelfs maar mee te dreigen, heb ik niets te vertellen. De meeste mensen die ik ken, zouden helemaal niet weten hoe ze een atoomramp zouden kunnen veroorzaken of voorkomen.
Met andere woorden; de meeste mensen hebben net zo weinig te vertellen over een atoomoorlog als over meteorieten die op aarde kunnen inslaan, of tsunami’s en orkanen. Over al die eventuele rampen gaan ze niet. Ze hebben er geen invloed op. Niet dat het hun niets kan schelen, maar ze hebben niet de mogelijkheid om dat soort rampen te voorkomen of er zich tegen te wapenen.
We zullen er dus mee moeten leren leven.
En dat is eigenlijk ook precies wat ik als tiener al heb besloten. Stel dat er een wereldoorlog uit zou breken tijdens mijn leven, en dat die oorlog zou ontaarden in de totale vernietiging van het menselijk bestaan; dan kies ik er voor om, tot dat moment, te leven zoals ik anders ook geleefd zou hebben. Het maakt feitelijk niet uit. Ooit zal de mensheid ophouden te bestaan. Of dat door een externe ramp gebeurt of omdat we onze slimheid op de meest stupide manier misbruiken doet er feitelijk niet toe. Of die ramp tijdens mijn leven of honderden generaties later plaatsvindt doet er feitelijk ook niet toe. Ik heb niet de keuze gehad om te bepalen in welk deel van de geschiedenis mijn bestaan zich af zou spelen. En feitelijk weet ik ook niet of ik dat als een zegen of een vloek moet beschouwen. Wat ik wel weet is dat ik het feit dat ik besta fantastisch vind. Ik zou absoluut niet niet hebben willen bestaan.
Zolang er leven is, is er voor dat leven ook de dreiging van de totale vernietiging. De dinosaurussen die 65 miljoen jaar geleden massaal uitstierven beseften waarschijnlijk niet dat ze aan de vooravond van de totale vernietiging van hun soort leefden, maar ze deden het wel. En ook als ze het wel geweten hadden had dat niets aan hun situatie veranderd.
Ik heb geen idee of we aan de vooravond staan van een totale vernietiging. Heel erg veel vertrouwen in de mensen die daar over gaan, heb ik niet, maar tegelijkertijd is die atoomoorlog er nog steeds niet geweest. En wat wij vroeger de koude oorlog noemden, is uiteindelijk, als je er op terugkijkt, meer een periode van koude vrede geweest.
Natuurlijk hoop ik dat die totale vernietiging er nooit komt. Maar voor de keuze voor het leven maakt het niet uit. Juist het feit dat de dood op me wacht, maakt dat ik me bewust ben van de waarde van het leven. En als het einde komt, wil ik in ieder geval zeker weten dat ik geleefd heb!
De vorige afleveringen vind je hier: