
ruud's aannames aflevering 14
Motivatie
Als je er, als econoom, van uit gaat dat mensen productiever worden als ze meer gaan verdienen, dan dien je je ook af te vragen wat het meeste oplevert; mensen die al veel verdienen meer laten verdienen of juist mensen die weinig verdienen meer laten verdienen. Stel dat iemand al een miljoen euro per jaar verdient, hoeveel meer moet je zo iemand laten verdienen om hem of haar te stimuleren productiever te worden? Stel dat je die persoon een jaarlijkse verhoging aanbiedt van twintigduizend euro, dan is dat een verhoging van twee procent. Voor iemand die al een miljoen verdient is dat een habbekrats. Het stelt, in verhouding tot dat miljoen dat hij of zij al verdient eigenlijk niet zo veel voor. Als motivatie om productiever te worden dus ook niet. Zelfs een verhoging van vijftigduizend euro zal, in de ogen van iemand die een miljoen verdient, niet echt veel voorstellen. Om zo iemand het gevoel te geven dat hij of zij daadwerkelijk er op vooruit gaat zal de extra beloning toch snel in de tonnen moeten lopen, minstens zo’n tweehonderdduizend euro per jaar. Dat is zo’n twintig procent.
Impact
Maar stel dat iemand niet veel meer dan het minimumloon verdient, laten we zeggen twintigduizend euro. Als je die persoon productiever wil laten worden dan kun je dat waarschijnlijk al doen voor zo’n tweeduizend euro. Dat is tien procent. Voor iemand die slechts twintigduizend euro verdient maakt die tien procent loonsverhoging enorm veel uit. Veel meer dan twintig procent loonsverhoging voor iemand die al een miljoen verdient. Dat is ook logisch want iemand die al een miljoen verdient, heeft daar meer dan genoeg aan. Die komt niets tekort. Een loonsverhoging heeft daardoor, emotioneel, ook niet zo’n enorme impact. Meer dan genoeg is meer dan genoeg en als je daar nog eens meer aan toevoegt blijft dat meer dan genoeg. Maar als je net kunt rondkomen van het geld dat je verdient dan is elke euro die je meer gaat verdienen meer dan welkom. Een loonsverhoging van tien procent zorgt dan voor een emotionele impact van heb ik me jou daar! Het positieve gevoel dat daardoor wordt veroorzaakt zal dan ook een positieve invloed hebben op zijn of haar productiviteit. Al was het maar uit dankbaarheid.
Verdeelsleutel
Als je, als econoom, aanneemt dat mensen productiever worden als ze meer gaan verdienen, dan zou je dus moeten pleiten om juist de mensen die weinig verdienen meer te laten verdienen. Dat is logisch. Stel je hebt een bedrijf met duizend werknemers waarvan de honderd best verdienenden gemiddeld twee ton verdienen en de rest gemiddeld dertigduizend euro. Stel dat je 900.000 euro extra uit wilt geven aan lonen, hoe doe je dat dan het meest effectief? Geef je die honderd best verdienenden dan ieder 9000 euro extra per jaar of verdeel je die over de 900 minst verdienenden? Als je al twee ton per jaar verdient dan is 9000 euro per jaar nog niet eens zo heel veel meer, maar als je dertigduizend verdient dan is 1000 euro op jaarbasis een leuke verhoging. Het zou dan dus logisch zijn om voor die laatste optie te kiezen.
De grenzen
Je kunt er, als econoom, natuurlijk ook van uit gaan dat je mensen juist stimuleert tot een grotere productiviteit door ze zo min mogelijk te betalen en de werkgelegenheid van die mensen zo onzeker mogelijk te maken. Dan zullen werknemers met elkaar moeten gaan concurreren omdat degenen die het minst productief zijn het risico lopen om hun baan kwijt te raken. Economisch gezien is het dan voordelig om het minimumloon af te schaffen en mensen net genoeg te betalen om te zorgen dat ze net niet omkomen van de honger. Dat heeft natuurlijk ook nadelen, zoals bleek toen dat systeem in volle glorie toegepast werd, eind negentiende eeuw. Als mensen zes dagen in de week veertien uur moeten werken voor een hongerloon dan zijn ze niet in staat om veel geld aan consumeren uit te geven, als ze daar al de tijd voor zouden hebben. Er zit dus een grens aan hoe weinig je mensen kunt betalen om het economisch nog verantwoord te kunnen houden.
Waar snoeien?
Maar wie laat je dan weinig verdienen? Stel je hebt duizend werknemers waarvan er 900 gemiddeld twintigduizend euro verdienen en waarvan er 100 een gemiddeld inkomen van tachtigduizend euro hebben. Van minder dan 18.000 valt niet te leven, dus als je die 900 wilt stimuleren om harder te gaan werken, kun je, met goed fatsoen, niet onder die 18.000 gaan zitten. Als je onder dat bedrag gaat zitten, tast je hun bestaansrecht aan. Dat geeft stress. Stress zorgt ervoor dat het concentratievermogen afneemt en dan neemt ook de productiviteit af. Als je die 900 een loonsverlaging van 2000 euro per jaar oplegt dan nemen je loonkosten per jaar 1.800.000 euro af. Dat is sowieso al winst. Maar waarom zou je niet hetzelfde doen met die 100 best verdienenden? Als het verlagen van het loon productiever maakt dan is dat niet meer dan logisch. Omdat 18.000 euro per jaar de ondergrens is, betekent dat dat je 100 keer 62.000 euro op die best verdienenden kunt besparen. Dat is 6.200.000 euro op jaarbasis. Daarbij moet, als de aanname dat je mensen juist stimuleert tot een grotere productiviteit door ze zo min mogelijk te betalen, dat die 100 best verdienenden wel heel erg stimuleren omdat ze immers veel en veel minder gaan verdienen. Daarbij levert het ook nog veel meer op!
Grootverdieners
Om heel eerlijk te zijn, denk ik niet dat je de productiviteit van iemand die al goed verdient, kunt verhogen door zo iemand nog meer te laten verdienen, maar ook niet door zo iemand veel minder te laten verdienen. De aanname dat productiviteit gestimuleerd kan worden door mensen hun zekerheden af te pakken en minder te laten verdienen is absurd. Mijn voorbeeld geeft dat duidelijk aan. Als je iemand die 80.000 euro per jaar verdient, een loonsverlaging zou geven tot het minimumloon dan zou die persoon daar echt niet productiever van worden, integendeel. Als je die persoon een loonsverhoging geeft van 8000 euro per jaar dan zou dat wel kunnen werken. Maar als je iemand die al een miljoen per jaar verdient een loonsverhoging van 8000 euro aanbiedt dan beschouwt die persoon dat als een lachertje. Iemand die al een miljoen verdient hoef je geen loonsverhoging te geven. Als dat miljoen niet genoeg blijkt om hem of haar te motiveren dan zou je die persoon moeten ontslaan, zonder gouden handdruk. Juist mensen die veel verdienen zouden gemakkelijker ontslagen moeten kunnen worden.
Verschillende soorten mensen
Er zijn economen die aannemen dat mensen die al rijk zijn alleen maar tot productief gedrag te bewegen zijn door ze steeds excessiever te belonen, en die tegelijkertijd aannemen dat mensen in de laagste loonschaal alleen maar tot productiever gedrag te bewegen zijn door hen hun bestaanszekerheid te ontnemen en het minimumloon te verlagen. Die economen hanteren een dubbele maatstaf. Wetenschappelijk gezien is dat niet vol te houden. Behalve natuurlijk als je er van uitgaat dat er twee verschillende soorten mensen bestaan en dat voor iedere groep andere regels horen te gelden. Maar die aanname is een politieke, geen wetenschappelijke.
Dubbele maatstaf
Economen die aannemen dat rijken rijker moeten worden om gestimuleerd te worden tot een grotere productiviteit en dat armen armer dienen te worden om gestimuleerd te worden tot een grotere productiviteit, laten door die stellingname duidelijk zien met welke groep zij zichzelf identificeren. Dat is niet met de armste groepen in de samenleving. Het is ook overduidelijk dat ze daar zelf niet toe behoren. Dat is de enige reden dat ze in staat zijn die dubbele maatstaf te hanteren.
Samenleving en economie
Ik neem aan dat de meeste economen goed hebben leren rekenen. Dat ze ook maar iets van de psychologie van mensen hebben begrepen, waag ik, in veel gevallen, te betwijfelen. Daarom waag ik ook te betwijfelen of alle economen de waarde van de maatschappij als samenleving wel begrijpen. Veel economen lijken te denken dat de samenleving er is om de economie te dienen, in plaats van andersom. Dat betekent dat ze er, impliciet, van uit gaan dat de samenleving zich dient te onderwerpen aan degenen die de economische macht hebben.
De samenleving
Ik ga er van uit dat het goed functioneren van een samenleving belangrijker is dan de belangen van een kleine elite die zich de economische macht toegeëigend heeft. Ik weet dat niet alle economen het hiermee oneens zijn. Gelukkig maar.
Verhoudingen
Onlangs las ik in de krant dat in 2018 de rijkste 26 personen evenveel bezaten als de armste helft van de wereldbevolking (dat zijn 3.800.000.000 individuen) samen. In 2017 waren het de rijkste 47 mensen die evenveel bezaten als de armste helft van de wereldbevolking. Als die trend zich voortzet dan zal in 2014 de rijkste persoon op aarde evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking. Dan komt er, deze eeuw nog, een moment waarop de rijkste persoon op aarde meer bezit dan de rest van de wereldbevolking samen. Tenminste als voor die tijd het hele economische kaartenhuis, dat die enorme verschillen in rijkdom mogelijk maakt, niet met een donderend geraas in elkaar is gestort.
De waarde van geld
Als geld steeds maar weer dezelfde kant oprolt, dan kan het niet anders dan dat er een moment komt waarop dat geld uitgerold raakt. Dan zit de rijkste persoon op aarde op een enorme berg geld, terwijl de rest van de wereldbevolking niets bezit. Op dat moment houdt geld op waarde te hebben. Geld heeft immers alleen maar waarde als het rolt, als het gebruikt wordt om diensten en producten uit te wisselen. Zonder die functie heeft geld geen zin meer. De beste manier om een goed functionerende economie te verkrijgen is om geld die kant op te laten rollen waar het het meest nodig is; naar de mensen die er het minst van bezitten. Dat zijn ook de mensen die dat geld het hardste nodig hebben om er producten en/of diensten mee te kopen. Doordat de vraag naar producten en diensten daardoor betaalbaar wordt, kunnen die producten en diensten ook worden aangeboden. Dat stimuleert de economie. Hoe rijker arme mensen zijn, hoe beter het is voor de economie.
De balans
Mocht er, op een gegeven moment, in de krant staan dat de rijkste 100 personen op aarde evenveel bezitten als de armste 5000 personen op aarde, dan weten we dat het moment is aangebroken dat het economisch gezien uitstekend gaat met de wereldbevolking. Zeker als vaststaat dat die 5000 armste personen meer dan genoeg bezitten om zonder stress te kunnen leven.
Ruud Moors’ eerdere afleveringen van zijn rubriek Aannames en zijn eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: