Eindigheid
Wij mensen hebben een duidelijk besef van de eindigheid van onze individuele levens. Maar het lijkt erop dat we daar niet echt vrede mee hebben. Vandaar dat we, door middel van aannames, proberen om die eindigheid in twijfel te trekken. Sommige religies doen dat door de aanname dat er een eeuwig leven na dit leven zal zijn. Andere religies stellen dat onze ziel opnieuw geboren wordt in een ander levend wezen. Op die manier omzeilen we het idee dat we sterfelijk zijn en kunnen er, door aan te nemen dat die sterfelijkheid maar tijdelijk is, vrede mee hebben. Blijkbaar is het idee dat het leven ophoudt bij de dood, voor veel mensen, een ondraaglijk idee.

Doorgeven
Het zijn niet alleen religieuze mensen die moeite hebben met de eindigheid van het bestaan. De aanname dat we leven om onze ‘genen’ door te geven, is ook gebaseerd op het idee dat ons bestaan niet ophoudt bij onze dood. Dat zou je een seculier geloof kunnen noemen. Ook biologen hebben de neiging dat geloof aan te hangen en blijken er maar wat gemakkelijk van uit te gaan dat alle levende wezens zich reproduceren vanuit de motivatie om hun ‘genen’ door te geven, om op die manier na hun dood voort te leven.

Besef van tijd
Ik geloof daar niks van. Ik neem aan dat de meeste levende wezens helemaal niet bezig zijn met de eeuwigheid. Hoewel ik me goed kan voorstellen dat veel levende wezens een besef van tijd hebben, gebaseerd op herinneringen en vanuit die herinneringen een zekere mate van toekomstverwachtingen hebben, denk ik dat het idee dat er een tijd was voordat je er zelf was, of het idee dat er een tijd is na jouw bestaan, een typische menselijke eigenschap is. Vermoedelijk heeft alleen de mens een voorstellingsvermogen dat daar toe in staat is.

Verhalen
Hoewel ik er van uit ga dat dieren en andere levende wezens wel degelijk kunnen communiceren, neem ik aan dat de mens de enige diersoort is die tot het vertellen van verhalen in staat is. Door het vertellen van voorouder-verhalen reizen mensen terug in de tijd. Daardoor is ons besef van de geschiedenis waar we deel van zijn, veel groter dan bij andere levende wezens. Daardoor ontstaat er een gevoel van eeuwigheid dat bij andere levende wezens waarschijnlijk ontbreekt.

Besef van geschiedenis
Zonder verhalen over het verleden voordat je zelf ontstond, reikt het bestaan niet verder terug dan je eigen ontstaan. Dan is het niet waarschijnlijk dat je beseft dat er na jouw bestaan nog steeds bestaan zal zijn. Als je geen besef van de geschiedenis, zoals die plaatsvond voordat jij er was, hebt, dan zul je, neem ik aan, ook geen besef hebben van de geschiedenis die zich na jou zal afspelen.

Hier en nu
Daarom denk ik dat voor de meeste levende wezens hun eigen bestaan en de tijd dat er bestaan is, identiek zal zijn. Dat ze zich niet wezenlijk realiseren dat er een tijd was voor hun bestaan en net zo min dat er een tijd na hun bestaan zal zijn. Dat levende wezens zich reproduceren met de bedoeling hun ‘genen’ door te geven, zodat ze na hun dood in hun nageslacht door zullen leven, lijkt mij dan ook hoogstonwaarschijnlijk. Dat ze hun ‘genen’ op die manier doorgeven is een gevolg van het reproduceren, niet de bedoeling ervan.

Onsterfelijkheid
Dat de mens de neiging heeft om die bedoeling wel toe te kennen aan het reproduceren van levende wezens, heeft, denk ik, te maken met het onvermogen om zich te verzoenen met zijn sterfelijkheid. We vertellen onszelf dat we, door het doorgeven van onze ‘genen’ ook door blijven leven. En zo scheppen we een illusie van onsterfelijkheid. Ook voor mensen die niet religieus zijn, is die behoefte blijkbaar heel erg groot.

Wet van behoud
Alles dat bestaat heeft, in een of andere vorm, altijd al bestaan. Volgens de natuurkundige wet van behoud van energie en massa, is de hoeveelheid energie en massa altijd gelijk, ook al verandert de vorm voortdurend. Hoewel we deel zijn van die eeuwigheid, zijn we dat alleen maar omdat we sterfelijk zijn. Alles waar ik uit besta, bestond, in een of andere vorm, altijd al en zal ook altijd blijven bestaan. Op dit moment ben ik de energie en massa waaruit ik besta, maar wissel ik, met elke ademtocht, energie en massa met mijn omgeving uit. Dat doe ik ook door te eten en te drinken en door te poepen en te piesen, te zweten en te verschilferen.

Massa en energie
Er is maar een beperkte tijd waarin massa en energie de vorm aanneemt die ik ben. Die massa en energie waren er altijd al, en zullen ook na mijn dood altijd blijven bestaan. Maar de manifestatie van die massa en energie die ik als mezelf ervaar, is er maar heel even. Op een gegeven moment hou ik op te bestaan en is de energie en massa waaruit ik bestaan heb overgegaan in allerlei andere vormen van bestaan. Dan is, voor mij, het bestaan weer zoals het was voordat ik bestond; een bestaan waar ik geen deel meer van uit maak.

Genen
Dat een deel van mijn ‘genen’ en de ‘genen’ van mijn lief doorleven in onze zoon, was niet mijn specifieke bedoeling. Er is geen moment geweest dat ik dacht: ‘Kom, laat ik mijn ‘genen’ eens door geven.’ Dat we onze ‘genen’ aan onze zoon hebben doorgegeven was niet het doel, maar het gevolg van het feit dat mijn lief en ik ons hebben gereproduceerd.

Personages
Na mijn dood leef ik misschien nog wel in de herinnering van anderen voort, maar ik zelf zal er dan niet meer zijn. Overigens ben ik niet de herinnering aan mij. De herinnering aan Napoleon is Napoleon niet. De herinnering aan Christus is Christus niet. Als je dood bent, besta je niet meer. Dan ben je misschien wel de veroorzaker van een herinnering, maar die herinnering aan jou is een personage, geen persoon. Als personage kun je duizenden jaren leven. Als persoon niet. Het verschil tussen een persoon en een personage is, dat een personage onderdeel is van een verhaal en een persoon onderdeel van het leven zelf is.

Welwillendheid
Ik ben blij dat ik, als persoon, het eeuwige leven niet heb. En als ik na mijn dood als personage doorleef, dan hoop ik dat men een personage van me maakt dat tot welwillendheid inspireert. Als dat niet zo is, word ik liever helemaal vergeten. Liever helemaal vergeten worden dan voortleven als personage dat tot onwelwillendheid inspireert.

Een komma
Als het bestaan van het universum een verhaal is, dan is het bestaan van de mensheid een voetnoot. En als het bestaan van de mensheid een voetnoot is, dan is mijn bestaan niet meer dan een komma in een zin. Ik weet niet waarom, maar voor mij is dat voldoende, want in die komma zit al een heel verhaal, en ik geniet er enorm van dat ik dat verhaal mag leven. Laat de eeuwigheid maar de eeuwigheid zijn, dan ben ik die komma wel.