ruud's aannames aflevering 42
Vrijwillig
Tijdens de lessen die ik als leerling-verpleegkundige in de psychiatrie volgde leerde ik dat mensen die vrijwillig zijn opgenomen op ieder moment mogen besluiten om de inrichting te verlaten. De meeste patiënten die opgenomen werden, deden dat, min of meer, vrijwillig. Dus toen een patiënte die net, vrijwillig, was opgenomen aangaf dat ze weer weg wilde, dacht ik, als jong broekje, dat ik geen andere keus had dan haar weer te laten gaan en zei haar dat ook. Vervolgens stapte ze uit bed, trok haar kleren aan en ging weg.
Onverantwoordelijk
Toen het hoofd van de afdeling arriveerde en vroeg waar die patiënte was, vertelde ik dat ze weg was gegaan. ‘En heb je haar niet tegengehouden?’ vroeg het hoofd boos. ‘Eh, nee,’ zei ik, ‘ze was hier vrijwillig en dan mag ik dat toch niet.’ Het hoofd zuchtte diep. ‘Je had mij moeten waarschuwen,’ zei ze, ‘jij kent die patiënte niet, ik wel, en het was onverantwoord om haar zomaar weer te laten gaan.’ ‘Maar ze was hier vrijwillig,’ probeerde ik nog. ‘Ze was hier niet voor niets,’ zei het hoofd, ‘en jij hebt haar zomaar laten gaan, dat is onverantwoordelijk. Ik hoop maar dat er niets ernstigs met haar gebeurt.’
Doe iets…
Ik was in verwarring. Wat had ik dan moeten doen? Ik mocht die patiënte, volgens de regels, niet tegen haar wil vasthouden, maar blijkbaar had ik wel meer mijn best moeten doen om haar te verleiden te blijven. Dat de regel dat iemand die vrijwillig is opgenomen niet tegengehouden mag worden als ze weer weg wil gaan, niet betekent dat je niets moet doen als ze daadwerkelijk zegt weg te willen gaan, was iets dat ik, in mijn onnozelheid, niet had begrepen.
Prettig in de war
Een paar maanden later werkte ik op een andere afdeling. Daar werd een jonge vrouw opgenomen die prettig in de war was. Wat ik daarmee bedoel is dat haar gekte zich absoluut niet in agressie uitte, en dat ze lief en grappig was. Ze wikkelde zichzelf in een laken dat ze met een touw om haar middel als kledingstuk gebruikte. Nadat ze had gehoord dat ik uit Maastricht kwam noemde ze me consequent ‘Rudi van Maastricht’. Voor zover ik weet had ze geen hallucinaties, maar dat wil niet zeggen dat ze geen vreemde gedachtes had. Omdat ze vrijwillig was opgenomen, mocht ze ook gewoon naar buiten.
Een kop thee
Op een gegeven moment kregen we een telefoontje van mensen die op een kilometer afstand van de inrichting in een voormalig boerderijtje woonden. Onze patiënte was daar, omdat de achterdeur gewoon open stond, naar binnen gestapt en had zich in de keuken genesteld. Men had haar een kop thee gegeven en zij had besloten dat het bij deze familie goed toeven was en dat ze er wilde blijven. Dat vond de familie niet zo’n goed idee, vandaar dat wij gebeld werden met het verzoek haar op te komen halen.
Zachte dwang
Er werd een taxi gebeld en ik kreeg van het hoofd van die afdeling de opdracht om haar te gaan halen. Ik reed er met de taxi heen die buiten bleef wachten terwijl ik naar binnen ging om onze patiënte te overreden met me mee te gaan. In eerste instantie had ze daar geen zin in, want ze voelde zich erg thuis bij deze vriendelijke mensen. Het waren inderdaad ook vriendelijke mensen, dus ergens kon ik me wel voorstellen dat ze daar wilde blijven, maar ik wist haar toch, met zachte dwang, te overtuigen met mij mee terug te gaan naar de inrichting. Ik kreeg haar in eerste instantie zover dat ze met me meeliep naar de taxi, maar op het moment dat ze de taxi binnen moest stappen, dreigde ze zich te bedenken. Ik duwde haar resoluut de taxi binnen en ging naast haar zitten zodat ze niet meer uit kon stappen. Meteen reden we met de taxi weg, terug naar de inrichting.
Kwetsbaar
Hoewel ook deze patiënte vrijwillig was opgenomen en dus, volgens de regels, het recht had om ook weer vrijwillig weg te gaan, had ik er, dit keer, geen moment over getwijfeld dat dat geen optie was. Dat kwam natuurlijk ook omdat we de mensen bij wie ze was binnengestapt niet met haar konden opschepen, maar ik realiseerde me eveneens dat deze patiënte, ook al was ze vrijwillig opgenomen, niet aan haar lot kon worden overgelaten. De mensen bij wie ze binnen was gestapt waren aardig en welwillend, waardoor ze geen enkel gevaar liep, maar dat had ook anders kunnen zijn. Ze was kwetsbaar in haar gekte. Haar zomaar laten gaan was overduidelijk onverantwoord.
De veiligheid van de inrichting
Ik begreep nu ook beter waarom het hoofd op die andere afdeling kwaad op me was geworden. Zij kende de patiënte die daar was opgenomen. Ze wist dat die patiënte om de zoveel tijd de weg kwijt was en dan weer tijdelijk de veiligheid van de inrichting nodig had. Ik wist dat, mede door onervarenheid, niet.
Buiten de inrichting
Dat betekent niet dat die regel niet deugt. Dat betekent alleen maar dat die regel niet altijd deugt. Ik heb ook wel eens tegen een patiënte die zich vrijwillig had laten opnemen gezegd dat ze beter af zou zijn buiten de inrichting omdat de kans dat ze behandeld zou worden op de opname-afdeling waar zij zat en ik werkte, bijzonder klein was. Ze zat er toen al drie weken zonder dat er een psycholoog of psychiater naar haar had omgekeken. ‘Dat kan nog wel maanden duren,’ zei ik, ‘de psychiater zoekt de voor hem interessante patiënten uit en voor de rest heeft hij nauwelijks aandacht.’ Dat durfde ik te zeggen omdat ik in die drie weken een aantal keren met haar had gepraat en tot de conclusie was gekomen dat ze misschien wel problemen had, maar dat ze niet gekker was dan ik zelf. Ze besloot na dat gesprek ook daadwerkelijk weg te gaan. Een maand of wat later kwam ze me bedanken omdat ze zich, door ons gesprek, had gerealiseerd dat ze haar problemen veel beter buiten de inrichting kon oplossen dan er binnen.
Los van moeder
Ik heb twee keer meegemaakt dat een moeder haar dochter had weten te overtuigen dat ze opgenomen moest worden omdat die dochter, volgens de moeder, gestoord was. Uiteindelijk kwamen wij, als team, tot de conclusie dat in deze gevallen de moeder gestoorder was dan de dochter. Beide moeders hadden er moeite mee dat dochterlief zich niet aan hun idee van normaal aanpaste. Bij beide jonge vrouwen kwamen we tot de conclusie dat ze beter af waren buiten de inrichting dan er binnen en dat het belangrijker was dat ze zich los wisten te maken van hun moeders dan dat ze door ons behandeld zouden worden. Uiteindelijk werd in één geval de dochter door haar zus in huis genomen. Dat bleek een prima oplossing.
Gestoord gedrag
In het andere geval was de dochter door haar moeder voor gek verklaard omdat moeder er achter was gekomen dat haar dochter masturbeerde. Ze had haar dochter weten wijs te maken dat dat volslagen gestoord gedrag was. Nadat ze was opgenomen kwam ze, iedere keer dat ze had gemasturbeerd bekennen wat ze had gedaan. Nadat ik haar had verteld dat dat normaal was omdat meer dan negentig procent van de mannen en ruim vijfenzestig procent van de vrouwen dat regelmatig deden, was ze in eerste instantie danig in de war. Ze wist even niet meer wat gek en wat normaal was en wie ze moest geloven. Nadat ook de rest van het team niet onder de indruk bleek van haar seksuele gevoelens, besloot ze dat haar moeder het dan wel fout zou hebben en dat er dus geen reden was nog langer opgenomen te zijn. Ook zij mocht de inrichting, op eigen verzoek, meteen verlaten omdat ze vrijwillig was opgenomen.
Eigen regie
De regel dat iemand die vrijwillig in een psychiatrische inrichting is opgenomen ook weer vrijwillig weg kan gaan, is een logische regel. Het is maar goed dat die regel er is. Anders zouden mensen tegen hun wil vastgehouden kunnen worden op grond van niets anders dan dat ze ooit besloten hadden zich op te laten nemen. Het betekent dat je, ook al heb je psychische problemen, toch geacht wordt de baas over jezelf te zijn.
Regel met weerhaakjes
Dat betekent niet dat die regel altijd even goed werkt en zelfs niet dat het altijd verstandig is om aan die regel vast te houden. Dat is meteen ook het ingewikkelde. Hoe bepaal je wanneer je je aan die regel moet houden en wanneer niet? Wanneer ga je over een grens als je je niet houdt aan die regel? Wanneer doe je iemand tekort als je die regel wel toepast?
Letter of geest
In eerste instantie ging ik er van uit dat ik het juiste deed door me precies aan de letter van de regel te houden. Als iemand die vrijwillig is opgenomen besluit weg te gaan dan moet ik dat toestaan. Maar later ontdekte ik dat er soms situaties zijn waarin die regel niet toegepast kan worden zonder anderen schade te berokkenen. Als je je strikt aan de geldende regels houdt, betekent dat niet vanzelf dat je ook het juiste doet.
Leidraad
Regels horen een leidraad te zijn, niet een doel op zichzelf.
Ruud Moors’ eerdere afleveringen van zijn rubriek Aannames en zijn eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: