De prijs
Hoe verkoop je iets dat eigenlijk te gruwelijk voor woorden is? Hoe verleid je mensen om deel te gaan nemen aan de meest afschuwelijke ervaring die je je kunt voorstellen? Een ervaring waar je persoonlijk niets bij te winnen hebt terwijl de kans dat je er niet ongeschonden uitkomt groot is. Wat is de prijs die je betaald krijgt voor het risico om een trauma op te lopen, lichamelijk gehandicapt te raken of zelfs de dood te vinden? Wat is de prijs die je krijgt als je deelneemt aan oorlog? Wat krijg je betaald van degenen die je verleiden om aan oorlog deel te nemen?

Haat wordt liefde
Voor het geld hoef je het niet te doen. Je verdient geen miljoenen als je als soldaat de oorlog in gaat. Voor de soldij hoef je het niet echt te doen, behalve natuurlijk als je anders helemaal geen inkomsten hebt. Waarvoor doe je het dan wel? Hoe krijgen degenen die oorlogen initiëren mensen zover om aan oorlog deel te nemen? Mensen houden van liefde en haten haat. Dus benoem je de haat voor de vijand als vaderlandsliefde. Dan verzin je nog wat mooie woorden zoals roem en eer, glorie en heldendom. En je verkoopt die woorden als kostbaarheden, zodat mensen er waarde aan gaan hechten.

Heldendom
De soldaten die gehandicapt en/of getraumatiseerd terugkomen noem je ‘helden’ en je geeft ze medailles zodat ze hun ‘heldendom’ kunnen bewijzen. Maar waar bestaat dat heldendom uit? Wat is de glorie waarvoor gevochten is? Wat is roem? Wat is eer? Wat is het beroep op vaderlandsliefde anders dan een oproep tot het haten van de vijand? En wie haat je dan; de soldaat die door de tegenpartij onder hetzelfde mom van vaderlandsliefde opgeroepen is om jou als vijand te haten.

Woorden
Feit is dat de soldaten die tegen elkaar vechten meer met elkaar gemeen hebben dan van elkaar verschillen. Feit is dat degenen die tot de oorlog besloten hebben zelf niet op het slagveld liggen te creperen. Degenen die het meeste profijt hebben van oorlog betalen degenen die die oorlog moeten voeren met woorden. Roem, eer, glorie en heldendom. Feitelijk hebben die betaalmiddelen geen waarde. Het zijn maar woorden, meer niet.

Woorden zonder inhoud
Degenen die anderen verleiden om de oorlog in te gaan voor roem, eer, glorie en heldendom verkopen helemaal niets. Wat ze verkopen kost hen niets, terwijl degenen die zich laten verleiden om voor eer, roem, glorie en heldendom te gaan vechten een grote kans lopen om hun leven te verliezen, gehandicapt te raken of getraumatiseerd te worden. En wat krijgen ze er voor terug; woorden zonder inhoud.

Eer
Dat eer iets is, is een aanname. Maar wat is eer dan? Het is de waardering die anderen voor je zeggen te hebben, meer niet. Of die waardering daadwerkelijk ergens op gebaseerd is of niet, doet er niet toe. Als je zelf weet dat je deugt heb je geen eer nodig. Dan maakt het niet uit wat anderen van je vinden. Als je zelf weet dat je niet deugt dan heb je geen eer. Ook niet als anderen je als eervol zien. Eer is een lege huls waar niets in zit.

Roem en glorie
Voor roem geldt precies hetzelfde, het stelt niets wezenlijks voor. Ook roem is de waardering die anderen voor je zeggen te hebben, meer niet. En wat is er dan glorieus aan het winnen van een oorlog? Dan heb je de vijand weten te verslaan, dan heb je de vijand aan je onderworpen, gekleineerd en vernederd. Ben je dan zelf groter geworden doordat je die ander gekleineerd hebt? Heb je dan werkelijk iets gewonnen of is het eerder zo dat je de ander meer hebt laten verliezen dan je zelf verloren hebt? In een oorlog verliest iedereen die actief aan die oorlog meedoet. Degenen die door oorlog winnen doen dat door anderen te laten vechten, niet door zelf mee te doen. En hoe verleid je anderen om voor jouw belangen e gaan vechten? Je belooft ze roem, eer, glorie en heldendom.

Aandacht
Er is niets goedkoper dan het weggeven van roem, eer, glorie en heldendom. De waarde die het heeft is de waarde die er aan wordt toegekend. Hoe langer ik er over nadenk, hoe minder ik begrijp van de waarde die aan eer, glorie, roem en heldendom wordt toegekend. Wat is roem meer dan het verkrijgen van wat aandacht. En dan krijg je die aandacht, heel even, omdat je iets ‘gewonnen’ hebt. Dan sta je daar met een lintje, een medaille, een gouden plak, te genieten van de aandacht die je er, heel even, voor krijgt.

Even de held
Wat voor aandacht is dat dan? Is dat aandacht voor wie jij bent? Nee. Is dat aandacht van mensen die jou echt kennen en waarderen? Nee. Dan ben je even de held en sta je even op een voetstuk, maar een moment later is dat weer voorbij. Het beklijft niet. Mensen blijven je niet de rest van je leven toejuichen als je niet steeds blijft zorgen dat je je roem houdt door te zorgen dat je steeds maar weer in het middelpunt van de belangstelling komt te staan.

Wij hebben gewonnen
De aandacht die je krijgt vanwege roem is geen liefde. Althans geen liefde voor jou als persoon. Degenen die je toejuichen doen dat niet omdat ze van jou houden maar omdat ze zich met jou identificeren. Door jou toe te juichen betonen ze liefde aan zichzelf. Ze eigenen zich jouw winnen toe. Dat heeft niets met jou als persoon te maken. Dat is zo als je voor hen gevochten hebt in een oorlog en dat is ook zo als je voor hen gestreden hebt als sporter. ‘Wij hebben gewonnen,’ roepen ze dan, alsof zij met zijn allen die prestatie geleverd hebben. Dat soort roem is leeg. De eer die betoont wordt is leeg. De glorie die gevierd wordt is leeg. De heldendom waarin je gevangen wordt is leeg.

Echte waardering
Ik zou nog geen haartje opofferen voor het verkrijgen van roem, eer, glorie of heldendom. Ik hecht niet aan eer. Glorie en roem hebben voor mij geen waarde. Ik wil nooit gevangen raken in het harnas van heldendom. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik het niet belangrijk vind wat anderen van me vinden. Maar de enigen wiens oordeel ik van belang acht zijn de mensen die weten wie ik ben en die van me houden omdat ik ben wie ik ben. Dat heeft niets te maken met glorie, eer, roem of heldendom. Mensen die van me houden, houden niet van me omdat ik een held ben die glorieert door het verkrijgen van roem of eer, maar omdat ze me waarderen om mijn werkelijke merites.

Vertrouwen
Andersom is dat ook zo. Ik waardeer de mensen waar ik van houd omdat ze zijn wie ze zijn, omdat ik ze kan vertrouwen, omdat ik weet wat ik aan ze heb, omdat ze, voor het grootste deel, deugen. De reden waarom ik van mensen houd ligt in herkenning. Juist de mensen die het meest op me lijken zijn degenen die ik het meest waardeer. Voor beroemdheid heb ik geen waardering. Overigens kijk ik ook niet op beroemde mensen neer. Aan eer en glorie ken ik geen waarde toe. Degenen die de meeste eer en glorie weten te verkrijgen zijn immers lang niet altijd degenen die dat ook verdienen. En heldendom is aan mij ook al niet besteed.

Slechte spelers
Als iemand een confrontatie wint, dan betekent dat niet dat die iemand de beste is. Misschien is hij of zij wel de meest gemene en slechtste persoon. Misschien speelt diegene continu vals. Vandaar dat ik niet zo hecht aan winnen. Het is, vind ik, belangrijker om een spel sportief te spelen dan het spel te winnen. Als je een spel speelt maar niet tegen je verlies kan en daarom bereid bent vals te spelen, dan ben je niet alleen een slecht verliezer, maar dan ben je een slechte speler. Een slechte speler kan nooit een goede winnaar zijn. Als je onterecht victorie kraait heb je de essentie van het spel verloren.

Oorlog is smerig
Daarom houd ik niet van oorlog. Oorlogen worden altijd gevoerd met de bedoeling om te winnen. Daarom zullen alle partijen altijd vals spelen als het een oorlog betreft. Alleen daarom al is er geen eer en glorie te behalen in het voeren van oorlog. Alleen daarom al is heldendom zelden ‘schoon’. Er worden geen schone oorlogen gevoerd. In een oorlog wordt er nooit sportief gespeeld. Elke oorlog is een smerige aangelegenheid. Dat bezoedelt de roem en het heldendom, de eer en de glorie, waarmee jonge mensen de oorlog in gelokt worden, vanzelf al.

Oorlog
Het voeren van oorlog is nooit glorieus, nooit eervol, verdient geen roem en kent geen heldendom.