
ruud's aannames aflevering 6
Intelligentie
Veel mensen nemen aan dat het IQ dat gemeten wordt met een test, objectief vaststelt hoe slim iemand is. Ook wordt door veel mensen aangenomen dat die slimheid bij de geboorte al vastligt. Dat bepaalde groepen mensen slechter scoren op een IQ-test dan andere groepen, betekent volgens die mensen, dat die groepen simpelweg dommer zijn. Maar is dat ook zo?
Verschillende soorten slim
Als iemand zich in taal niet goed kon uitdrukken, ging ik er vanzelfsprekend vanuit dat zo iemand niet erg slim kon zijn. Zo had ik een collega die allerlei uitdrukkingen verhaspelde of verkeerd gebruikte. In eerste instantie schatte ik haar daardoor niet erg hoog in, totdat ik er, door met haar samen te werken, achter kwam dat zij juist heel bekwaam was in het organiseren van samenwerkingsverbanden. Daar was ik absoluut niet goed in. Doordat we allebei andere bekwaamheden hadden, konden we samen projecten ontwikkelen die we ieder voor zich nooit van de grond hadden gekregen. Haar slimheid vulde de mijne aan.
Slim en taal
Daardoor realiseerde ik me dat mijn aanname dat slimheid en welsprekendheid samen gaan, niet klopte. Ik denk en ik droom in taal. Een ander denkt en droomt in beelden. Het een is niet minder dan het andere. Toen ik er over na ging denken, realiseerde ik me dat ik slimheid altijd afmat aan datgene waar ik zelf goed in was. Maar de zwager van mijn eerste vrouw, die alleen plat praatte en waar ik geen ‘diep’ gesprek mee voeren kon, was wel in staat om mijn geluidsinstallatie te repareren, een douche te installeren, zijn huis te verbouwen, zijn auto zelf te repareren, meubels te maken en elektriciteit aan te leggen. Dat kon ik weer niet.
Een test
Als je hoog scoort op een IQ-test dan betekent dat vooral dat je goed bent in het maken van een IQ-test. Voor een deel is de vaardigheid die je nodig hebt om zo’n IQ-test af te nemen, aangeboren en voor een deel is die vaardigheid aangeleerd of afgeleerd.
Verwaarlozing
In Roemenië werden wezen, ten tijde van de heerschappij van Ceausescu, opgesloten in weeshuizen waar nauwelijks personeel aanwezig was en waar die kinderen vanaf hun geboorte aan hun lot werden overgelaten. De eerste jaren van hun leven werden ze gruwelijk verwaarloosd. Het effect was dat ze gemiddeld 30 punten lager op een IQ-test scoorden dan verwacht mocht worden. Dat is wat verwaarlozing doet; het tast het denkvermogen aan.
Aandacht
Wat voor verwaarlozing geldt, geldt waarschijnlijk ook voor het omgekeerde. Als kinderen in een liefdevolle omgeving groot groeien, waar ze veel aandacht krijgen, dan is het te verwachten dat dat een positieve invloed heeft op hun denkvermogen.
Twee kinderen
Stel dat je een IQ-test afneemt bij een kind dat geboren is in een intellectueel milieu, waarbij dat kind alle aandacht van beide ouders heeft gekregen omdat het het enige kind van die ouders is. Dat kind werd veel voorgelezen en regelmatig blootgesteld aan allerlei culturele uitingen; kunst, muziek en wetenschap. Het ligt dan voor de hand dat zo’n kind beter op een IQ-test zal scoren dan datzelfde kind dat in een groot gezin grootgebracht is waar nauwelijks is voorgelezen, geen aandacht is voor culturele uitingen, kunst, muziek en wetenschap. Dat betekent niet dat dat kind per se dommer is.
De omgeving
Stel dat je geboren wordt in het Amazonegebied in een groep jagers/verzamelaars. Dan zul je hoogstwaarschijnlijk niet erg hoog scoren op een IQ-test. Maar als ik door die groep getest zou worden op mijn vaardigheden dan zou ik heel laag scoren op het gebied van eetbare plantenherkenning, het vermogen om te jagen, te vissen en hutten te bouwen. Dat kunnen die groepsleden allemaal, stuk voor stuk, veel beter dan ik. Ook dat heeft met intellect te maken. De ene jager/verzamelaar is de andere niet, nog los van het feit dat sommige jagers/verzamelaars specifieke kennis hebben die de anderen niet hebben, zoals weten welke planten als medicijnen gebruikt kunnen worden.
Een beperkte test
Soms vermoed ik dat mensen die beweren dat wij in het Westen nou eenmaal intelligenter zijn dan Afrikanen (bijvoorbeeld), omdat deze gemiddeld lager scoren op een IQ-test, geen bijzonder groot denkvermogen hebben. In ieder geval ontbreekt het hun aan relativeringsvermogen. De aanname dat een IQ-test het denkvermogen test is simpelweg niet waar. Daarvoor is een IQ-test veel te beperkt. Het meet niet de handigheid om dingen te maken of te repareren. Het meet niet het vermogen om divergent te denken, het meet niet het vermogen tot empathie. Als je bij de Mensa een test doet, wordt alleen je wiskundig vermogen getoetst. Dat is maar een zeer beperkt deel van het totale denkvermogen van een mens.
Wiskundig deel van het denkvermogen
Het wiskundig deel van het denkvermogen is in de ene cultuur veel meer aanwezig dan in de andere cultuur. Als je van jongs af aan wiskundige figuren in het dagelijks leven bent tegengekomen en al van jongs af aan hebt leren tellen en rekenen, dan scoor je vanzelf een stuk hoger bij een test die de vermogens meet die daarmee samenhangen dan iemand die daarvan verstoken is geweest.
Prioriteiten
Vierkanten, driehoeken, rechthoeken, piramides, kasten, meetlatten, ovalen, dozen en ballen komen in mijn omgeving veelvuldig voor, maar zijn veel zeldzamer bij een stam in het Amazonegebied, als ze daar al voorkomen. Als je een test afneemt die vol staat met vierkanten, driehoeken, rechthoeken, meetkundige symbolen, piramides, dozen en ovalen dan zullen de mensen van die stam daar niet goed raad mee weten. Niet omdat ze dommer zijn dan wij, maar omdat ze in een andere wereld zijn grootgebracht waarin andere zaken belangrijker waren.
Wij zijn slimmer
Dezelfde mensen die denken dat bepaalde groepen nou eenmaal slimmer zijn dan andere groepen, schatten de slimheid van hun eigen groep altijd veel hoger in dan de slimheid van de groep waar ze niet toe behoren. Ze schatten hun eigen intelligentie ook altijd veel hoger in. Hoogopgeleide mensen die deze misvatting huldigen, denken dan ook vaak dat laagopgeleide mensen dat aan hun domheid te danken hebben. ‘Als ze echt slim waren, dan hadden ze, net zoals ik, ook best een studie aan de universiteit kunnen doen,’ is dan de redenatie.
Advies
Ik weet dat dat niet zo is. Mijn broer en ik werden getest voordat we naar de middelbare school gingen en bleken beiden meer dan gemiddeld begaafd. Toch kwamen we terecht op de MULO en de MAVO. Dat was conform het advies van de broeder op de lagere school van mijn broer en de psycholoog die mij getest had. Ik was weliswaar meer dan gemiddeld begaafd, maar ‘te speels’ voor mijn leeftijd. Dus was het advies MAVO. Een raar advies, want voor mijn speelsheid was, met name op de MAVO, geen plaats. Dat we de zonen waren van een bouwvakker speelde, naar ons idee, een zeer belangrijke rol in de keuze die voor ons gemaakt werd.
Andere manieren
Niet dat ik dat heel erg vind. Hierdoor werden we gedwongen om onze intellectuele nieuwsgierigheid op andere manieren te bevredigen. En omdat scholen het convergente denken bevorderen, ten koste van het divergente denken, denk ik soms dat ik geboft heb dat ik niet in de fuik van de normale scholing terecht ben gekomen. Ook dat heb ik te danken aan mijn afkomst.
Zelfstudie
Mijn vader was een wijs man. Hij leerde ons al vroeg zelf na te denken. In tegenstelling tot de leerkrachten op school, vond hij het juist leuk als we met hem in discussie gingen. Dat deden we dan ook regelmatig. Mijn vader had een brede belangstelling en las ook graag en veel. Hij gaf ons een intellectuele opvoeding mee. De nieuwsgierigheid waarmee hij ons opgevoed heeft, heeft mijn broer en mij geïnspireerd tot zelfstudie. Niet om diploma’s te halen en een betere positie in de maatschappij te verkrijgen, maar uit een intrinsieke motivatie om de wereld beter te willen begrijpen.
Ik neem aan dat dat niets met afkomst te maken heeft, maar alles met mentaliteit.
Het IQ
Dat mijn IQ hoger dan gemiddeld is, betekent niet dat ik slimmer ben dan anderen. Het betekent alleen dat ik beter scoor op de testen die zo’n IQ meten. Dat is alles. En nee, daar laat ik me niet op voor staan, maar ik schaam me er ook niet voor.
Ruud Moors’ eerdere afleveringen van zijn serie Aannames en zijn eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: