
ruuds aannames aflevering 7
Superieur
De aanname dat de ene groep mensen superieur is aan de andere groep is een verslavende aanname. Zeker voor degenen die zichzelf deel vinden van die superieure groep. Als je, op grond van de kleur van je huid, jezelf als een belangrijker mens kunt beschouwen dan mensen die een andere kleur huid hebben, dan krijg je de kick van je superieur voelen als het ware cadeau. Datzelfde geldt voor het onderscheid op basis van religie, sekse, maatschappelijke positie, rijkdom of opleiding, bijvoorbeeld.
Slavernij
Je kunt een samenleving wel uit de slavernij halen, maar daarmee heb je de slavernij nog niet uit de samenleving gehaald. Slavernij is een uiting van de aanname dat de ene mens superieur is aan de andere mens door de groep waartoe die mens behoort. Die aanname verdwijnt niet op het moment dat de vorm waarin die aanname zich heeft gemanifesteerd verdwijnt.
De klasse-maatschappij
Het idee van intrinsieke ongelijkheid tussen mensen is en blijft nog steeds sterk in onze cultuur verankerd. Of we ons daar nou bewust van zijn of niet; we leven in een klasse-maatschappij. Het enige dat gedurende de tijd verandert is de aard van de klassen en wie er toe behoren. De uiterlijke schijn, zeg maar. Maar de aanname van de bevoorrechte klasse is altijd gelijk; wij zijn bevoorrecht omdat we superieur zijn aan anderen. We zijn beter, slimmer, handiger, intelligenter. Wat wij mooi vinden heeft meer waarde. Wat wij waarderen is veel belangrijker.
Inferieure muziek
De muziek van Johnny Jordaan en Tante Leen was beneden onze stand. De muziek van de Zangeres Zonder Naam beschouwden we helemaal als inferieur. Dat was muziek die mooi gevonden werd door simpelen van geest die geen enkele opleiding hadden gehad, dachten we. Daar keken we op neer. Dat kon niks zijn. In onze familie werd naar ‘betere’ muziek geluisterd; naar Harry Belafonte, Mario Lanza, Esther en Abi Ofarim bijvoorbeeld. Niet naar ‘smartlappen’, naar die sentimentele volkse muziek.
Schijnheilig?
Mijn oma had een single van de Zangeres Zonder Naam. Die draaiden we wel eens als we bij haar logeerden. Voor de grap. Op de achterkant van die single stond een lied dat ‘Het Broekie Van Jantje’, heette. Dat vond ik echt een draak van een lied en dat draaide ik best vaak. Stiekem vond ik dat wel mooi. Jaren later kwam ik erachter dat dat lied geschreven was door Koos Speenhoff. Dat was een maatschappijkritische zanger die dat lied in 1904 geschreven had. Pas toen ging ik er echt naar luisteren en realiseerde ik me de impact van de tekst. Hypocriet? Ja zeker!
Onbevangen
Ik heb dat lied ooit gezongen voor een publiek leerlingen van allochtone afkomst. Die werden er helemaal stil van. Die luisterden met een open geest naar dat lied omdat ze er onbevangen naar luisterden. Anders dan ik had gedaan toen ik dat lied bij mijn oma beluisterde in de uitvoering van de Zangeres Zonder Naam.
Onderscheid
Het onderscheid tussen literatuur en lectuur schijnt pas in de tijd van de Romantiek gemaakt te zijn. Daarvoor bestond het onderscheid tussen kunst met een grote K en met een kleine k helemaal niet. Pas toen ook het gewone volk leerde lezen, ontstond de behoefte bij de elite om dat onderscheid te maken. Hoe maak je dat onderscheid? Simpel; alles wat de elite waardeerde was literatuur en alles wat het gewone volk graag las was lectuur. Alles wat de elite mooi vond was Kunst en alles wat het gewone volk mooi vond was kitsch.
Streekromans
Ik ben een veellezer. Op een gegeven moment las ik een boek van Walter Breedveld. Ik weet niet meer hoe dat boek heette, maar het ging over gewone mensen in de Meierij van ’s Hertogenbosch. Het was een aangrijpend boek, prachtig geschreven. Maar het bleek geen literatuur. Waarom niet? Omdat het een streekroman was. En streekromans, hoe mooi ook geschreven, zijn geen literatuur. Ze zijn namelijk geschreven over de gewone man, voor de gewone man. Dat kan dus geen literatuur zijn.
Afstand
Dat betekent niet dat een boek over de gewone man geen literatuur kan zijn. Dat kan wel. het mag zelfs geschreven zijn door iemand die dat van binnenuit beschrijft. Maar dan moet het wel geschreven zijn vanuit het superieure perspectief van de hoogopgeleide man. De schrijver moet dan, als het ware, afstand hebben genomen van de klasse waar hij uit stamt en waarover hij schrijft. Als je, als ‘volkse’ jongen met je afkomst afrekent, mag je, soms, een beetje, bij de superieure groep horen. Maar als je met liefde over de onderkant van de samenleving schrijft, zoals Walter Breedveld dat deed, dan schrijf je lectuur, geen literatuur.
De blanke omweg
Het grappige is dat bepaalde kunstvormen die in eerste instantie als ‘volks’ worden gezien. op een gegeven moment deel kunnen worden van de ‘hogere’ cultuur. Bij muziek is dat overduidelijk. Jazz werd lang als een inferieure muzieksoort gedefinieerd omdat er op de makers werd neergekeken vanwege hun huidskleur. Maar op een gegeven moment werd het geaccepteerd. Daarvoor moest het wel eerst worden overgenomen door blanke componisten en musici. Nadat de blanke Gershwin Porgy and Bess had geschreven, werd een opera geïnspireerd op jazz en blues geaccepteerd. Dat Scott Joplin ruim twintig jaar eerder al een opera had geschreven waarin hij die muziekelementen had verwerkt, is veel minder bekend. Scott Joplin was zwart. En een opera geschreven door een zwarte man, daar was geen aandacht voor. De eerste uitvoering van die opera vond pas in 1977 plaats.
Een verdienstelijk imitator
Elvis Presley heet belangrijk te zijn voor de ontwikkeling van Rock & Roll omdat hij, als blanke, de muziek van de zwarte gemeenschap vertolkte en daardoor acceptabel maakte voor een breder publiek. Dat hij, onbeschaamd, zwarte zangers imiteerde was een pre. Als je er goed over nadenkt is dat vreemd. Pas als iemand van de eigen groep zich de muziek eigen maakt van de inferieur geachte groep, en dat doet door de uitvoerders van die groep overtuigend te imiteren, wordt die muziek serieus genomen door de zich ‘superieur’ wanende groep.
Voedingsbodem
Het is eigenlijk wel grappig dat de muziek die tot de ‘hogere’ cultuur gerekend wordt, altijd aan de onderkant van de samenleving is ontstaan. Klassieke componisten baseerden zich vaker wel dan niet op volksmuziek. Tango en jazz zijn in bordelen en kroegen ontstaan. De wortels van de elite liggen altijd en onveranderd in de ‘onderlaag’ van de samenleving. Zonder die ‘onderlaag’ is er helemaal geen voedingsbodem voor die zogenaamde ‘hogere’ cultuur.
La Donna Mobile
Overigens eigenen ‘gewone’ mensen zich ook weer elementen van die zogenaamde ‘hogere’ cultuur toe. Dan worden de meest aanstekelijke liederen van opera’s tot volksliederen of zelfs tot een volksopera omgezet. Dan is de cirkel rond.
Klassieke muziek als feest
André Rieu heeft het gewone volk de klassieke muziek teruggegeven. Hij maakt er weer een feestje van. Daar wordt door cultuursnobs op neergekeken. Niet omdat de muziek die André Rieu met zijn orkest maakt inferieur zou zijn, maar omdat wat het gewone volk mooi vindt vanzelf inferieur moet zijn.
Verslavend
De aanname dat de ene groep inferieur is aan de andere is een verslavende aanname. Zeker als je tot de groep behoort die je zelf als ‘superieur’ bestempelt.
Onzin
Er zijn geen superieure groepen. Er zijn groepen die de macht hebben om andere groepen aan zich te onderwerpen. Er zijn groepen die zich, vanwege hun maatschappelijke positie, gebaseerd op historische gronden, superieur wanen aan andere groepen mensen. Er zijn groepen die zich op religieuze gronden superieur achten aan andere groepen. Het is allemaal onzin.
Conclusie
Er is geen mens meer mens dan een ander mens. Er is geen mens minder mens dan een ander mens. Je wordt niet meer mens dan een ander omdat je tot een bepaalde groep behoort. Een man is niet meer mens dan een vrouw, een vrouw is niet meer mens dan een man. Een volwassenen is niet meer mens dan een kind, een kind is niet meer mens dan een volwassene. Een gelovige is niet meer mens dan een ongelovige, een ongelovige is niet meer mens dan een gelovige. Althans dat neem ik aan. En de conclusie die ik daaruit trek is de volgende aanname:
In het menszijn zijn we allemaal gelijk.
Ruud Moors’ eerdere afleveringen van zijn serie Aannames en zijn eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: