
ruud moors ruud's stokpaardjes aflevering 3
Privé-bezit
Dominant
Het dominante mannetje (ook wel de alfa-man genoemd) bij bavianen en chimpansees eigent zich het voorrecht toe om met de geslachtsrijpe vrouwen seks te hebben en probeert zoveel mogelijk te voorkomen dat andere mannen zich dat voorrecht eigen maken. De geslachtsrijpe vrouwen hebben daar soms lak aan en paren dan stiekem met een ander dan het dominante mannetje.
Keuze
Dat zelfde gedrag kennen mensen ook, maar van dat gedrag kan worden afgeweken. Bij chimpansees en bavianen lijkt dat gedrag ingebakken, maar bij mensen is dat niet zo. Mensen kunnen kiezen. Dat wil niet zeggen dat een individu binnen een gemeenschap ongestraft af kan wijken van datgene dat binnen die gemeenschap de norm is, maar wel dat gemeenschappen er op verschillende manieren mee om kunnen gaan.
Dwang
In de weinige matriarchale samenlevingen die er in de wereld bestaan, onderwerpen alle mannen zich aan de alfa-vrouw. Daar bepalen de vrouwen met wie ze seks willen hebben. Hoe patriarchaler een samenleving is, hoe meer die menselijke samenleving op die van chimpansees en bavianen gaat lijken. Dominante mannen eigenen zich dan het recht toe om met veel vrouwen seks te hebben. Het is niet zeldzaam dat dat ook met (enige) dwang gepaard gaat.
Recht
Als dominante mannen het voor het zeggen krijgen, is de kans groot dat ze zich niet alleen het recht op seks toe-eigenen, maar ook het recht op bezit. Dan zullen zij het verzamelde voedsel als eerste voor zichzelf opeisen en anderen pas toestaan om zich te voeden als zijzelf voldoende hebben gegeten.
Privébezit
Pas op het moment dat voedsel door landbouw en veeteelt niet meer verzameld hoefde te worden en voedsel langdurig bewaard kon worden (granen en bonen) konden dominante mannen zich daadwerkelijk bezit toe-eigenen. Door het gebied waarop landbouw en veeteelt gepleegd werd als privébezit te claimen. Daardoor konden de dieren, granen, groentes en bonen ook als privébezit geclaimd worden.
Macht
Het individu dat, met gebruikmaking van het nodige geweld, dat succesvol wist te doen, verkreeg daardoor ook macht over de andere leden van de gemeenschap, die daardoor immers afhankelijk van hem (of haar) werden.
Diefstal
Het privatiseren van gemeenschappelijk bezit zorgt er altijd voor dat de macht van de gemeenschap naar privépersonen verschuift. Dat is vooral voordelig voor de personen die daardoor de macht over de gemeenschap verkrijgen. Degenen die daar niet in slagen betalen het gelag. Het idee dat privébezit feitelijk diefstal is, is zo’n gek idee nog niet.
Ten koste van
In een samenleving waarin dominante mensen de vrijheid krijgen om zich alles toe te eigenen, gaat dat altijd ten koste van de rest van de gemeenschap. Die worden onderworpen aan de belangen en behoeftes van degenen die dominant zijn. Met andere woorden: de vrijheid van dominante mensen om ongelimiteerd bezit te vergaren, gaat altijd ten koste van de vrijheid van de rest van de gemeenschap.
Het concept
Wij zijn zo gewend aan privébezit dat het afschaffen ervan ons belachelijk voorkomt. Dat heeft ook met de structuur van onze samenleving te maken. Die is gebaseerd en gebouwd op het concept van privébezit. Ik denk dat het daardoor onmogelijk is om in de samenleving waarin ik leef privébezit totaal af te schaffen.
Gemeenschappelijk bezit
Toch is het goed om er bij stil te staan dat menselijke samenlevingen wel degelijk zonder privébezit kunnen bestaan. De pygmeeën in de Kalahari- woestijn kennen (van oorsprong) geen privébezit. Alle bezit is gemeenschappelijk bezit. Dat betekent dat als er genoeg voedsel is, iedereen genoeg te eten heeft. Het betekent ook dat als er te weinig voedsel is, iedereen tekort komt. Zonder privébezit deelt een gemeenschap letterlijk lief en leed.
Geen jaloezie
Dat de pygmeeën geen privébezit kennen komt omdat ze als gemeenschap nauwelijks iets bezitten. Dus maken ze ook nergens ruzie om. Als niemand iets van waarde heeft is ook niemand afgunstig omdat iemand anders iets heeft wat hij of zij wil bezitten.
Een colaflesje
Ik heb ooit een film gezien waar een colaflesje, dat achteloos uit een vliegtuig werd gegooid, door een pygmee werd gevonden en mee werd genomen naar de gemeenschap. Omdat dat colaflesje uniek was en gebruikt kon worden om water in mee te nemen, wilde iedereen dat colaflesje wel gebruiken. Daardoor ontstond er al snel ruzie. De stamoudste besloot toen dat dat flesje terug gebracht moest worden naar de gemeenschap waar het vandaan kwam, om er op die manier voor te zorgen dat het flesje geen tweespalt meer zou veroorzaken.
Tweespalt
Die film is een mooie metafoor voor de tweespalt die ontstaat door privébezit. De wens om iets voor jezelf op te eisen, ten koste van anderen, veroorzaakt die tweespalt.
Gemeenschapsgrond
In de westerse samenleving is het idee dat privébezit de norm hoort te zijn, door de eeuwen heen steeds sterker geworden. Er is een tijd geweest dat stukken land door de gemeenschap gemeenschappelijk werden gebruikt. Op een gegeven moment stoorden de grootgrondbezitters zich daaraan en besloten dat zij, als privépersonen, veel beter in staat waren om die gemeenschappelijke gronden te beheren dan de gemeenschap en werden die stukken land toegevoegd aan hun privébezit. Ten koste van de gemeenschap die nu toestemming moest hebben om van die gronden gebruik te mogen maken, en voor het gebruik aan de grootgrondbezitter moesten betalen, in geld of natura.
Stropen
Ook de gemeenschappelijke bossen werden privébezit van de grootgrondbezitters die het anderen verboden om gebruik te maken van de vruchten van die bossen. Jagen mochten alleen de grootgrondbezitters zelf. Die deden dat omdat ze dat leuk vonden, niet omdat ze dat nodig hadden. Maar anderen, ook al leden ze honger, werden als criminelen beschouwd als ze in diezelfde bossen gingen jagen. Zo ontstond het onderscheid tussen jagen en stropen.
De vrije markt
De afgelopen decennia is er een oorlog geweest tussen verschillende klassen en de klasse van Warren Buffet (de superrijken) heeft, zo stelde hij zelf, gewonnen. De privatisering van zaken die voorheen van ons allemaal waren, heeft ervoor gezorgd dat degenen die al rijk waren, zich nog meer rijkdom hebben kunnen toe-eigenen. Dat deden ze door die politici te steunen die de macht van de overheid opofferden ten gunste van de macht van de zogeheten ‘vrije markt’.
De overheid
Die vrije markt stelde de superrijken in staat om zich, zonder een controlerende overheid, alles toe te eigenen dat voorheen nog als gemeenschappelijk bezit werd gezien. Overheden werden gedwongen zich aan de superrijken te onderwerpen en hun belangen te dienen, en lieten zich ook onderwerpen omdat de superrijken door hun rijkdom, in staat waren om degenen die voor overheden werken te corrumperen.
Verdienmodel
Alles is nu een verdienmodel voor beleggers en aandeelhouders geworden. De hele samenleving is ondergeschikt gemaakt aan de belangen van beleggers, aandeelhouders en internationale bedrijven. Dat dat de kloof tussen arm en rijk steeds groter maakt, wordt daarbij voor lief genomen.
Gehecht aan spullen
Ik besef dat een ingewikkelde maatschappij als de onze niet zonder privébezit kan. Als we dat privébezit af zouden willen schaffen, moeten we onze maatschappij afschaffen. Die is voor een groot gedeelte gebouwd op het bestaan van privébezit. Ook ik hecht aan de spullen die ik bezit en zou het geen goed idee vinden als iedereen zomaar mijn huis kan binnenwandelen om te pakken wat hij of zij op dat moment nodig denkt te hebben.
Maar…
Maar er zijn zaken die, naar mijn idee, redelijkerwijs niet in private handen mogen zijn. Ik noem er een aantal.
Gezondheidszorg
Gezondheidszorg dient collectief bezit te zijn. Het mag niet aan een verdienmodel onderworpen worden. Iedereen hoort recht op gezondheidszorg te hebben. Dat geldt zowel voor het verlenen van gezondheidszorg als voor het verzekeren voor gezondheidszorg. Er mogen geen winsten van gezondheidszorg afgeroomd worden om beleggers en aandeelhouders te plezieren. Dat is onethisch.
Openbaar vervoer
In een klein land als het onze, zou openbaar vervoer ook van ons allemaal moeten zijn. Zoals dat ooit was. De infrastructuur is met ons belastinggeld aangelegd, het onderhoud van het spoor wordt nog steeds met ons belastinggeld bekostigd en treinmaatschappijen kunnen helemaal niet met elkaar concurreren, omdat het onmogelijk is om op hetzelfde traject treinen van verschillende maatschappijen te laten rijden. Als gebruiker hebben we geen keuze dus is concurrentie een wassen neus. Reizen wordt er alleen maar ingewikkelder van.
Energie
Ook energie was ooit een overheidstaak en zou dat weer moeten worden. Waarom zouden privé-personen daar geld aan moeten mogen verdienen? Als energie geld oplevert dan is het toch veel beter als dat geld ons allemaal ten goede komt (doordat het bij de overheid terecht komt die dat geld weer kan gebruiken voor gemeenschappelijke doelen). Dat alles beter gaat functioneren als de onzichtbare hand van de vrije markt zijn gang mag gaan, is ondertussen overtuigend een mythe gebleken.
Water
Schoon water hoort ook nimmer geprivatiseerd te worden. Iedereen heeft recht op schoon water en het is dus de taak van de overheid om daarvoor te zorgen.
Onderwijs, wonen, lucht, infrastructuur, natuurbeheer, grondbeheer
Onderwijs is een overheidstaak. Betaalbaar wonen is een overheidstaak. Zorgen voor schone lucht is een overheidstaak. Het aanleggen van infrastructuur is een overheidstaak. Natuurbeheer is een overheidstaak. Grondbeheer is een overheidstaak.
Grond
Dat grond privébezit kan zijn is een politieke keuze. Die politieke keuze zorgt ervoor dat grondspeculanten rijk kunnen worden door op het goede moment grond te kopen en dat, op een ander goed moment, met winst te verkopen. Zonder dat ze een dienst of product hebben geleverd waar de samenleving wat aan heeft.
Grond, water en lucht
Ik vind dat grond niet meer verhandeld zou mogen worden. Degenen die grond bezitten dienen die grond, voor een redelijke eenmalige vergoeding, aan de overheid overdoen. Het erven van grond hoort taboe te zijn. Grond hoort, net zoals schoon water en schone lucht, een product te zijn waar alle inwoners van Nederland evenveel recht op hebben. Degenen die grond gebruiken dienen de samenleving daarvoor een vergoeding te betalen. De hoogte daarvan dient afgestemd te zijn op de manier waarop die grond wordt gebruikt. Het Nederlandse grondgebied behoort het collectieve bezit van alle Nederlanders te worden.
Betaalbaar wonen
Daardoor zal wonen goedkoper worden. Een groot deel van de stijging van woonlasten heeft namelijk te maken met het stijgen van grondprijzen. Betaalbaar wonen is een grondrecht. Alleen daarom dienen beleggers zoveel mogelijk geweerd te worden.
Post
Ook de post dient weer een overheidstaak te worden, zoals het dat nog niet zo heel lang geleden was. Dat het privatiseren van de post het versturen van pakketjes en andere post goedkoper zou maken, is een mythe gebleken. Het belangrijkste effect van dat privatiseren is dat de bezorgers van de post steeds harder moeten werken voor steeds minder geld, zodat aandeelhouders en beleggers zich steeds meer kunnen verrijken.
Aandeelhouders en beleggers
Feitelijk zouden we alles wat collectief bezit kan zijn tot collectief bezit moeten maken. Waarom zouden we ‘belasting’ betalen aan bedrijven en organisaties zodat die ‘belasting’ als winsten uitgekeerd kunnen worden aan aandeelhouders en beleggers, die dat geld alleen maar ten bate van zichzelf gebruiken? Dan kunnen we die ‘belasting’ beter aan de overheid betalen zodat die overheid dat geld ten bate van ons allemaal kan gebruiken.
Collectief bezit
De macht van aandeelhouders en beleggers dient, daar waar dat mogelijk is, ingeperkt te worden. Het meest ideale is een coöperatie waarin degenen die voor een bedrijf werken ook mede-eigenaar van dat bedrijf zijn. Dat systeem kennen we. En dat systeem werkt. Als een bedrijf het collectieve bezit van allen die er werken is, dan zullen degenen die daar werken gemotiveerder zijn dan wanneer dat niet zo is. Eventuele winsten komen dan ten goede aan degenen wiens arbeid die winsten hebben geproduceerd en niet aan mensen die geen enkele binding hebben met het bedrijf waar ze hun winsten aan onttrekken.
Optimaliseren van winsten
Daarbij is zo’n bedrijf vanzelf al democratischer dan bedrijven die vooral de belangen van aandeelhouders en beleggers dienen. Die bedrijven houden over het algemeen niet van inspraak en zien werknemers als een manier om zoveel mogelijk winsten te kunnen maken, desnoods door er met de spreekwoordelijke zweep overheen te gaan. Het optimaliseren van winsten gaat vaak gelijk op met het verhogen van de arbeidscapaciteit, ook als dat ten koste gaat van de gezondheid van de werknemers. Die worden niet als medemensen beschouwd, maar als een product waar zoveel mogelijk aan verdiend moet worden. Dat soort bedrijven zijn in feite feodale dictaturen.
Aan banden leggen
Ik wil het privébezit niet afschaffen. Ik wil het wel aan banden leggen. Het is ethisch gezien onjuist om een systeem te creëren en in stand te houden waarbij datgene dat we collectief produceren en/of collectief nodig hebben, ondergeschikt gemaakt wordt aan het recht van mensen die al bevoorrecht zijn, om zichzelf ongelimiteerd te kunnen verrijken. En dat is wat het privatiseren van de markt heeft gedaan.
De kloof
Vandaar dat de afgelopen decennia de rijken steeds rijker zijn geworden en de armen steeds armer. Dat heeft mensen in staat gesteld om zich in nog geen dertig jaar meer dan honderd miljard dollar toe te eigenen, ten koste van werknemers en klanten. Dat is de reden dat de zes rijkste mensen op deze planeet meer bezitten dan de armste drie miljard mensen. Alsof één mens het recht heeft om meer te bezitten dan een half miljard van zijn medemensen.
Gemeenschappelijk
Vergelijk dat eens met de pygmeeën. Als er genoeg voedsel is, heeft iedereen genoeg. Als er te weinig voedsel is, komt iedereen tekort, maar deelt iedereen ook gelijk in wat er nog is. Dat komt omdat alle bezit gemeenschappelijk bezit is.
Contrasten
En kijk dan naar ons. De rijkste mens op aarde bezit zo’n tweehonderd miljard dollar en weet van gekkigheid niet wat hij daarmee moet doen, terwijl de armste miljoen mensen de hongerdood sterven. Die rijkste mens heeft meer dan genoeg om die armste miljoen mensen te kunnen voeden, maar doet dat niet. In plaats daarvan koopt hij een jacht van een half miljard en een raket waarmee hij naar de bovenste regionen van de stratosfeer vliegt om een paar minuten op de wereld neer te kunnen kijken.
En hoe heeft hij dat geld verzameld? Door zijn werknemers uit te buiten.
Een reis naar Mars
Het ongelimiteerd streven naar privébezit zorgt ervoor dat een enkeling zoveel bezit dat hij niet anders kan dan dromen van een reis naar Mars terwijl zijn medemensen die hij in dienst heeft in flessen plassen omdat ze anders hun quotum niet halen en hun dan een boete te wachten staat omdat die enkeling vindt dat ze hem niet genoeg winst bezorgen.
Dat zou verboden moeten zijn.
Het deugt niet.
Ook als het voor de wet mag, blijft het moreel verwerpelijk.
Een minister voor wonen
Dat in Nederland een minister die over wonen ging, er trots op was dat hij de huizenmarkt aan buitenlandse beleggers verkwanselde (hij had het met ongepaste trots over het feit dat hij ‘het investeringsklimaat voor beleggers verbeterd had’), is feitelijk misdadig. Ook vond hij het nodig om woningcoöperaties te dwingen per jaar anderhalf miljard euro extra belasting te betalen, waardoor ze minder woningen konden bouwen en zelfs gedwongen waren een deel van hun woningvoorraad te verkopen, onder andere aan buitenlandse beleggers. Die kregen vervolgens het recht om de huren ongelimiteerd te verhogen en huurcontracten tijdelijk te maken. En dat terwijl er een tekort aan woningen in Nederland was (en nog steeds is).
Beleggers gaan voor
Het gevolg was dat wonen in een paar jaar tijd voor een groot deel van de bevolking onbetaalbaar werd, met een verdubbeling van het aantal daklozen tot gevolg. Verbijsterend genoeg is er van schaamte bij de desbetreffende bewindspersoon geen sprake. Het recht van beleggers om zich aan de samenleving te verrijken blijkt voor hem belangrijker dan het recht op een betaalbare woning voor de rest van de samenleving.
Dat komt ervan als politici het recht op privébezit boven het algemeen belang plaatsen.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: