Aandacht
Datgene waar we onze aandacht op richten maakt ons soms blind voor zaken waar we onze aandacht niet op richten. Dat komt omdat ons besef van waarheid niet de werkelijkheid is waarin we leven, maar onze visie op die werkelijkheid. Die visie wordt bepaald door datgene waar we onze aandacht op richten.

Gorilla
Ik zag ooit een filmpje van mensen die een bal naar elkaar overgooiden, met de opdracht om op die bal te letten. Dat deed ik. Vervolgens werd de vraag gesteld of ons iets speciaals was opgevallen. Er was één iemand die zei dat hij een gorilla voorbij had zien lopen. Ik was er van overtuigd dat die man niet goed bij zijn hoofd was. Ik had helemaal geen gorilla gezien en kon me niet voorstellen dat zoiets me zou zijn ontgaan. Toen kreeg ik het filmpje nog een keer te zien met de opdracht om goed op te letten, niet op de bal die werd overgegooid, maar op de gorilla die dwars door de mensen die de bal heen en weer gooiden heen liep. En tot mijn verbijstering liep er inderdaad een man in een gorilla-pak dwars door het beeld.

Focus
Waarom had ik die man de eerste keer niet gezien? Ik was zo gefocust op de bal dat daar al mijn aandacht naar toe ging. Daarom zag ik die man in dat gorilla-pak helemaal niet.

De werkelijkheid
Dat die man in het gorilla-pak aan mijn aandacht was ontsnapt, betekende dat dat deel van de werkelijkheid mij was ontgaan. Door mijn focus op de bal zag ik alleen die bal nog maar. Was het waar wat ik zag? Ja, wel degelijk. Maar was het ook de werkelijkheid? Eh, nee. Ik ging er van uit dat wat ik zag de werkelijkheid was en dat dit betekende dat degene die iets zag dat mij ontgaan was, iets had gezien dat er helemaal niet was. Maar die persoon sprak wel degelijk de waarheid toen hij beweerde in de werkelijkheid van dat filmpje iets gezien te hebben dat mij was ontgaan.

Smoesjes
Natuurlijk zou ik hebben kunnen blijven beweren dat er helemaal geen gorilla door het beeld liep, omdat het immers om een man in een gorilla-pak ging, maar dat neemt niet weg dat ik dat stuk van de werkelijkheid helemaal niet had opgemerkt.

Onze visie op de werkelijkheid
Conformation bias noemen we het vast blijven houden aan wat we eenmaal voor waar hebben aangenomen. En daar lijden we allemaal aan, net als aan cognitieve dissonantie. Omdat we de werkelijkheid niet kunnen kennen, daar is de werkelijkheid te groot en te alomvattend voor, zullen we het moeten doen met onze visie op de werkelijkheid. Die visie beschouwen we als waar.

Verwarring
We moeten wel. Hoe zouden we anders in de werkelijkheid kunnen bestaan? Stel je voor dat we onze visie op de werkelijkheid niet zouden koesteren, dat we onze waarheden continu in twijfel zouden trekken, dat we ons niet zouden baseren op onze vooroordelen, hoe zouden we dan niet in constante verwarring kunnen zijn?

Verabsoluteren
Maar als we onze visie op de werkelijkheid verabsoluteren en de werkelijkheid proberen te onderwerpen aan wat we als waar beschouwen, dan stolt elk denken. Dan zijn we zo weinig in verwarring dat we alleen de bal nog zien en geen oog meer hebben voor iets anders.

Betekenis geven
De mens is een dier met het vermogen om betekenis aan de wereld te geven en daarmee de werkelijkheid te veranderen. Een dier dat van zichzelf denkt logisch te denken, maar de beperkingen van dat denken zelden inziet. Ik denk dus ik ben. Ja dat dacht je.

Olifant en ruiter
We zijn helemaal niet zo redelijk. Ik las ergens dat een mens onderverdeeld kan worden in een olifant en een ruiter. Die olifant is een metafoor voor de emotie waardoor een mens gedreven wordt en de ruiter staat voor de rede. Hoewel de ruiter denkt te bepalen waar de olifant heen gaat is het veel vaker zo dat de olifant dat bepaalt en de ruiter op zijn rug meeneemt. De ruiter probeert vervolgens om de eigen rol te vergroten door middel van een rationalisatie en verzint achteraf een reden waarom de olifant die ene kant opging en niet de andere kant.

Wij willen meer
Zo las ik onlangs in de krant dat een rijke man zijn zucht naar rijkdom rationaliseerde door te stellen: ‘Maakt niet uit hoeveel we hebben, we willen meer. En als we dan meer hebben, willen we nog steeds meer.’ Hij spreekt niet in de ik-vorm, maar in de wij-vorm. Daarin zit zijn rationalisatie. Ach ja, wij mensen zitten gewoon zo in elkaar, dus kun je mij dan kwalijk nemen dat ik daar naar handel?

Waardering
Dat is een rationalisatie. Het is niet waar dat de mens van nature steeds meer wil. Dat geldt weliswaar voor sommige mensen, maar zeker niet voor alle mensen. Wat misschien wel waar is, is dat mensen aanzien willen en door hun medemensen gewaardeerd willen worden, hoewel ook dat wellicht niet voor ieder mens zal gelden.

Rijkdom en status
In een wereld waarin je status verkrijgt door het vergaren van rijkdom, is rijkdom een middel om status te verkrijgen. In een wereld waarin je status verkrijgt door het weggeven van rijkdom, is het weggeven van rijkdom een middel om status te verkrijgen. In de wereld waarin we leven geldt dat zowel het vergaren als het weggeven van rijkdom status oplevert. Dat verklaart waarom rijke mensen soms obsessief bezig zijn met het vergaren van rijkdom en tegelijkertijd met het weggeven ervan, om op die manier de status van filantroop te kunnen kopen.

Status
Maar wat is status? Waarom zou je streven naar status? Waarom zou je in de ogen van anderen belangrijk geacht willen worden? Is dat rationeel? Of wordt dat puur door emoties bepaald?

Antwoorden
Waarom vind ik het belangrijk om mijn gedachten op papier te zetten? Is dat rationeel of wil ik er een diepgevoelde emotie mee bevredigen? Eigenlijk kan ik die vragen niet goed beantwoorden, omdat ik niet weet of mijn antwoorden rationeel zijn of alleen maar rationalisaties.

Lezers
Ik houd mezelf voor dat ik mijn gedachten op papier zet om ze voor mezelf helder te krijgen. Dat is niet onwaar. Die functie heeft het. Maar is dat de enige reden waarom ik dat doe? Welnee. Ik doe het ook omdat ik weet dat ze gepubliceerd worden en hopelijk gelezen. Maar waarom wil ik dat mijn gedachten door anderen gelezen worden? Is het zo belangrijk wat ik te zeggen heb? Doet het er eigenlijk wel toe?

Emotie
Ik wil graag gezien worden omdat dat betekent dat mijn bestaan erkend wordt. Dat is een emotionele reden. Ik vermoed dat vrijwel alles wat mij drijft emotioneel van aard is. Zelfs als ik probeer om door middel van rationeel denken helder te krijgen waarom ik denk wat ik denk.

Greep
Dat komt allemaal voort uit de behoefte om grip te krijgen op het bestaan. En ook dat is een emotionele behoefte. Zoals elke essentiële behoefte een emotionele behoefte is.

Ruiter en olifant
De ruiter zit op de olifant en laat zich door die olifant verplaatsen. Meestal bepaalt de olifant, en niet de ruiter de reactie die op een gebeurtenis volgt. De ruiter ondergaat wat door de olifant wordt bepaald, maar kan, op een rustig moment, overdenken wat er gebeurd is en bedenken hoe er anders gehandeld had kunnen worden. Zodat de olifant leert dat er meer keuzes zijn. Zo kan de ruiter het handelingsrepertoire van de olifant vergroten. Maar het is de olifant die in de meeste gevallen bepaalt wat de reactie op een gebeurtenis zal zijn. Niet de ruiter.

Gevoel verfijnen
De rede kan gebruikt worden om het gevoel te verfijnen. Misschien is dat zelfs wel de belangrijkste taak van de rede. Niet om het handelen van de mens te bepalen, maar om de gevoelens die tot handelen aanzetten te verfijnen. Zodat de mens op die manier zijn handelingsrepertoire vergroot en daardoor ook zijn keuzemogelijkheid vergroot.

Handelingsrepertoire
Een dompteur kan een olifant niets leren wat die olifant niet aan handelingsrepertoire in zich heeft. Ieder dompteur weet dat. Een mens kan zijn emotionele zelf niets laten doen wat er niet aan handelingsrepertoire in zit. En dat handelingsrepertoire kan, door middel van de rede, worden uitgebreid.

Mogelijkheden
Misschien is dat wel het dichtste wat je bij vrijheid kan komen: dat je jezelf door middel van de rede leert meer mogelijkheden te zien. Zodat je je olifant traint om, puur op gevoel, snel uit al die mogelijkheden de beste keuze te kunnen maken. Zodat die olifant niet gevangen zit in slechts één mogelijkheid.

Rede en emotie
Ik ben als mens vooral emotioneel gedreven. De rede waar ik gebruik van kan maken is slechts een bijkomstigheid. Niet onbelangrijk, maar zeker niet de kern van mijn bestaan. Omdat ik realistisch wil zijn vind ik het belangrijk mijn rede niet te overschatten en te erkennen dat ik vooral door mijn emoties bepaald wordt in alles wat ik doe.

Zelfs in het schrijven van dit essay.