Bedrijf
Een bedrijf bestaat voor een groot deel uit de werknemers die voor dat bedrijf werken. Die werknemers zijn het bedrijf. Zonder werknemers is een bedrijf geen bedrijf.

Eigenaren, beleggers en aandeelhouders
Als een bedrijf gekocht en verkocht kan worden, betekent dit dat daarmee ook de werknemers van dat bedrijf gekocht en verkocht worden. Die werknemers worden daarmee het bezit van de eigenaren, beleggers en aandeelhouders die zich dat bedrijf hebben toegeëigend. Die werknemers horen vervolgens de belangen van die eigenaren, beleggers en aandeelhouders te dienen. De vruchten van hun arbeid worden voor een groot deel afgeroomd door die eigenaren, beleggers en aandeelhouders.

Werknemers
Een bedrijf kan ook in het bezit zijn van de werknemers die voor dat bedrijf werken. Dan zullen de winsten die dat bedrijf maakt door die werknemers zelf worden gedeeld. Dat wil zeggen dat de vruchten van de arbeid van die werknemers aan die werknemers zelf ten goede komen.

De staat
Een bedrijf kan ook het bezit van een staat of natie zijn. Dan worden de vruchten van de arbeid van de werknemers door de staat opgeëist. De staat gedraagt zich in dat geval als een eigenaar, aandeelhouder of belegger.

Onttrekken van rijkdom
Het aandeelhouderskapitalisme is een systeem waarbij mensen met veel geld de kans krijgen met dat geld nog meer geld aan de samenleving te onttrekken. Daardoor worden die aandeelhouders rijker waardoor ze nog meer geld hebben waarmee ze nog meer geld aan de samenleving kunnen onttrekken. Zelf produceren aandeelhouders en beleggers niets. Ze voegen niets wezenlijks toe aan de samenleving, maar onttrekken wel veel rijkdom aan die samenleving.

Parasitair
Ik noem dat parasitair kapitalisme.

Kapitaal op kapitaal
Parasitair kapitalisme is een vorm van kapitalisme waarin het hebben van kapitaal cruciaal is voor het vergaren van nog meer kapitaal, zonder dat degenen die dat kapitaal bezitten zelf iets bijdragen aan de samenleving.

Arbeid en kapitaal
Dat is iets anders dan het oorspronkelijke kapitalisme waar Adam Smith, die als een van de grondleggers van het kapitalisme als economisch principe wordt gezien, het over had. In het oorspronkelijke kapitalisme was arbeid het belangrijkste kapitaal, en met name de kwaliteit van die arbeid.

Kwaliteit
Als je als timmerman een goede boterham wilde verdienen, moest je er voor zorgen dat de kwaliteit van de producten die je produceerde optimaal was voor de prijs die je er voor vroeg. Als je een prachtige kast maakte met mooie versieringen dan kon je daar meer voor vragen dan voor een eenvoudige kist. Niet alleen omdat je er meer tijd in gestopt had, maar ook omdat de kwaliteit van je werk beter was.

Prijs naar kwaliteit
Voor een eenvoudig schuurtje huurde je een timmerman in die goed was in het maken van eenvoudige schuurtjes en die betaalde je daar een prijs voor die voor beiden acceptabel was. Maar als je een luxe houten huis wilde laten bouwen, dan liet je dat het liefst door een timmerman doen die de timmerman die eenvoudige houten schuurtjes maakte als vakman verre overtrof. Dat je die betere vakman ook een hogere uurvergoeding gaf, spreekt vanzelf.
Hoe beter het product, hoe duurder.

De onzichtbare hand van de vrije markt
Dat betekende dat een matige timmerman minder per uur verdiende dan een bijzonder getalenteerde timmerman. Dat principe werd door Adam Smith ‘de onzichtbare hand van de vrije markt’ genoemd. Een slechte bakker die een hoge prijs voor zijn producten vroeg, prees zichzelf daardoor uit de markt. Een bijzonder getalenteerde bakker die een hoge prijs voor zijn producten vroeg, kon dat vragen omdat zijn producten, door hun kwaliteit, die prijs ook waard waren.

Aansprakelijkheid
In een samenleving waarin het parasitair kapitalisme leidend is, werkt die onzichtbare hand niet op dezelfde manier. Niet alleen omdat aandeelhouders en beleggers zelf niets produceren, maar ook omdat ze niet op dezelfde manier aansprakelijk gesteld kunnen worden als ondernemers die zelf wel degelijk iets produceren.

Ondernemer = onderneming
Een bakker die in de tijd van Adam Smith failliet ging werd daar persoonlijk verantwoordelijk voor geacht. De schulden die hij had diende hij te voldoen en als hij dat niet kon dan werd hij gestraft. Een onderneming die failliet ging betekende ook het failliet van de ondernemer, omdat die ondernemer verantwoordelijk werd gehouden voor zijn onderneming. Je zou kunnen zeggen dat de ondernemer en de onderneming als één geheel werden gezien.

Persoonlijk verantwoordelijk
Als je als ondernemer het economisch gezien niet redde, werd je daar persoonlijk verantwoordelijk voor geacht. Het gevolg kon zijn dat je, vanwege je schulden, de gevangenis in moest.

Tegenwoordig failliet
Aandeelhouders en beleggers, die een bedrijf bezitten, verdwijnen niet in de gevangenis als hun bedrijf failliet gaat. Hooguit lijden ze dan wat verlies, maar zelfs dat is vaak niet zo. Degenen die het bedrijf leiden, en onder wiens leiding het bedrijf ten onder gaat, worden ook niet veroordeeld tot een gevangenisstraf of zelfs een geldelijke boete, maar mogen alle rijkdom die ze tijdens hun bewind hebben verkregen, houden.

Laughing all the way from the bank
Een topman van een bank die door zijn wanbeheer die bank tot aan de rand van een faillissement had gebracht werd weliswaar uit zijn functie ontheven, maar de tientallen miljoenen die hij in de tien jaar dat hij aan het hoofd van die bank stond, had vergaard, mocht hij gewoon houden. Ik stel me voor dat die topman na zijn ontslag lachend op de bank in zijn woonkamer zat, alleen al omdat hij gefaald had in zijn werk, maar daar toch rijkelijk voor beloond was.

De samenleving betaalt
De bank die bijna failliet was, was te groot om om te laten vallen, dat zou een maatschappelijke ramp hebben betekend. Dus werd die bank door de staat gered met behulp van subsidies die de samenleving door middel van belastingen had bekostigd. De samenleving bekostigde het falen van degene die verantwoordelijk was voor dat falen, niet degene die gefaald had. Dat zou in de tijd van Adam Smith ondenkbaar zijn geweest.

Adam Smith
Voor het kapitalisme van Adam Smith is nog wel wat te zeggen, maar voor het parasitair kapitalisme dat zich, ten onrechte, op de ideeën van Adam Smith beroept, niet.

De beschaving
Dat mensen die zelf niets produceren zich een groot deel van de vruchten van de arbeid van anderen kunnen toe-eigenen is iets dat zo oud is als de beschaving. Dat wil zeggen de beschaving die begon bij de ontwikkeling van landbouw en veeteelt. Miljoenen jaren leefden de mensen in samenlevingen die qua bezittingen egalitair waren.

Jager-verzamelaars
Als jager-verzamelaar had het niet zoveel zin heel veel bezit te vergaren. Dat moest je immers ook allemaal meeslepen als je van de ene streek naar de andere trok. En in de meeste jager-verzamelaar samenlevingen moest je die spullen zelf dragen, omdat het gebruik van lastdieren lang niet overal bekend was. Omdat er maar weinig bezit werd vergaard, bezaten mensen maar weinig en was het verschil in rijkdom ook nihil.

Vestigen betekent bezit
Maar als groepen mensen zich gaan vestigen op een vaste plek om daar door middel van landbouw en veeteelt te gaan leven, dan ontstaat er vanzelf meer bezit. Degenen die meer koeien bezitten dan een ander, of een vruchtbaarder stuk grond in bezit hebben, meer kippen, geiten of varkens bezitten, kunnen dat verschil in rijkdom vergroten door degenen die niets of weinig bezitten in te huren om voor hen te gaan werken in ruil voor onderdak en voedsel. De vruchten van die arbeid worden dan vooral door degenen geoogst die al meer rijkdom hebben.

De vicieuze cirkel
Daar komt de economische ongelijkheid tussen mensen vandaan en daardoor is die ongelijkheid ook steeds groter geworden. Degenen die een overdaad aan rijkdom bezitten, kunnen die overdaad gebruiken om anderen, die een tekort hebben, aan zich te onderwerpen. Door de vruchten van degenen die je aan je onderworpen hebt toe te voegen aan je eigen rijkdom word je nog rijker waardoor je nog meer mensen aan jouw belangen kunt onderwerpen.

Delen
Je rijkdom delen is in zo’n maatschappij verre vanzelfsprekend.

Uitsluiting
Jagers en verzamelaars kunnen het zich niet permitteren om niet alles met elkaar te delen. Het individu dat zich regelmatig onttrekt aan dat samen delen en zich veel meer toe-eigent dan zijn rechtmatige deel, zal uiteindelijk door de groep buiten worden gesloten.

Macht
Wat een verschil met een kapitalistische samenleving en al helemaal met een parasitair-kapitalistische samenleving. Hoe meer rijkdom je weet te vergaren, hoe meer macht je krijgt. Hoe meer macht je krijgt, hoe meer je dat in staat stelt om nog meer rijkdom te vergaren.

De samenleving
De economische ongelijkheid die daar het gevolg van is, zorgt ervoor dat de samenleving steeds minder als een samenleving functioneert. Degenen met veel rijkdom en macht beschouwen die samenleving dan niet meer als iets waar ze deel van uitmaken, maar als iets waar ze ongebreideld gebruik van kunnen en mogen maken ten bate van zichzelf en degenen die zij als gelijkwaardig aan zichzelf beschouwen.

Middel
De rest van de samenleving wordt dan ondergeschikt gemaakt aan de belangen, behoeftes van degenen die zich verheven voelen boven hun medemensen, die hun medemensen hooguit zien als middel om nog meer macht en rijkdom te vergaren. Als gebruiksvoorwerpen.

Sociale structuur
Economische ongelijkheid zorgt er voor dat mensen met macht die macht misbruiken om mensen met minder macht aan zich te onderwerpen, dat mensen met veel geld dat geld gebruiken om mensen met minder geld aan zich te onderwerpen, dat mensen met kennis die kennis gebruiken om mensen met minder kennis te belazeren. Het ondermijnt de sociale structuur van de samenleving.

Slecht functioneren
‘More Equal Societies Almost Always Do Better’ stellen Richard Wilkinson en Kate Pickett in hun prikkelende boek ‘The Spirit Level’ uit 2009. In dat boek betogen ze dat samenlevingen met een grote ongelijkheid als geheel slechter functioneren, niet alleen voor degenen onder aan de maatschappelijke ladder, maar ook voor degenen die bovenaan die maatschappelijke ladder staan.

De feiten
In een economisch ongelijke samenleving is de gezondheid van iedereen slechter, de gezondheidszorg duurder en minder effectief, zijn meer mensen depressief, zijn er meer teenagers zwanger, worden er in procenten veel meer mensen in gevangenissen opgesloten en is het vertrouwen dat mensen in elkaar en in de politiek hebben veel minder.

Wijsmaken
‘We zouden onszelf niet moeten wijsmaken dat hogere belastingen voor de rijken tot een grote exodus en economische rampspoed zullen leiden. We weten dat landen waar een economisch grotere gelijkheid heerst, het leven fijner is, met hogere levensstandaarden en veel betere sociale voorzieningen’, zo schrijven Richard Wilkinson en Kate Pickett in hun boek, en vervolgen, ‘We moeten onszelf ook niet wijsmaken dat de rijken zeldzame en waardevolle leden van een superieur ras met een hogere intelligentie zijn, van wie wij allen afhankelijk zijn. Dat is slechts de illusie die rijkdom en macht creëert .’

Kruimeltjes
Feitelijk kan de mensheid het zich niet veroorloven om de samenleving in handen te laten van economische parasieten die zichzelf blijven verrijken ten koste van de rest van de samenleving met de krankzinnige belofte dat als wij dat maar toestaan zij zoveel kruimeltjes naar beneden zullen laten vallen dat wij ons daar met zijn allen mee zouden kunnen voeden.

Gezamenlijk bezit
Er zou een plafond moeten zijn aan wat één individu zou mogen bezitten. Bedrijven zouden niet in handen moeten mogen zijn van aandeelhouders en beleggers wiens enige motivatie is om zoveel mogelijk geld aan dat bedrijf te onttrekken, maar in het gezamenlijk bezit moeten zijn van alle werknemers van dat bedrijf zodat de vruchten van hun arbeid ook bij hen terecht komt. Die werknemers dienen de macht te hebben om het beleid van hun bedrijf te bepalen en, als dat nodig is, aangesproken te worden op de gevolgen van dat beleid.

Ik moest wel
Als je voor een bedrijf werkt dat in handen is van aandeelhouders en beleggers, en je krijgt de opdracht om iets te doen dat schadelijk is voor de samenleving, kun je je niet veroorloven om daar tegenin te gaan. Dan ben je je baan kwijt. Dus zelfs als je iets moet doen dat ethisch onverantwoord is, doe je dat omdat je nu eenmaal elke opdracht uit hoort te voeren. Dat werkt corrumperend omdat je jezelf niet meer verantwoordelijk voelt voor je handelen. ‘Tja, het was de opdracht van de baas, dus ik moest wel’.

Ethische principes
Maar als je in een bedrijf werkt waar je mede-eigenaar van bent, is dat anders. Daar kun je je ethische bezwaren gemakkelijker kenbaar maken en delen met je mede-eigenaren. De kans dat zo’n bedrijf zich mede laat leiden door ethische principes is veel groter dan bij een bedrijf dat in handen is van aandeelhouders en beleggers.

Input
Als een bedrijf goed functioneert, komt dat door de input van de werknemers. De vruchten daarvan horen logischerwijs ook ten goede te komen aan die werknemers. Dat zorgt ervoor dat werknemers van een winstgevend bedrijf rijker zullen zijn dan werknemers van een bedrijf dat nauwelijks of geen winst maakt. Dat betekent dat een bedrijf dat in handen is van zijn werknemers functioneert volgens de ideeën van Adam Smith. Door kwaliteit te leveren voor een redelijke prijs, kun je meer winst maken dan wanneer je kwaliteit minder is en/of je prijs te hoog.

Zakkenroller
In een parasitair-kapitalistisch systeem doet de zogenaamde ‘onzichtbare hand’ van Adam Smith iets totaal anders dan hij oorspronkelijk bedoeld heeft. Daar wordt de ‘onzichtbare hand’ een verlengstuk van mensen die zich ten onrechte de vruchten van de arbeid van anderen toe-eigenen. Het is de ‘onzichtbare hand’ van een zakkenroller: je ziet hem niet, maar hij steelt wel je portemonnee.

Ondernemerskapitalisme
Laten we het parasitair kapitalisme vooral niet verwarren met ondernemerskapitalisme. Het zijn twee totaal verschillende vormen van kapitalisme. Hoewel het ondernemerskapitalisme ook verschillen in inkomens kent, zijn die verschillen nooit zo groot als bij het parasitair kapitalisme.

Extra beloning
Hoe kleiner economische verschillen zijn, hoe beter het is voor het functioneren van een samenleving. Maar het totaal opheffen van verschillen is waarschijnlijk niet effectief. Als je iets bijzonders weet te produceren mag je daar ook best extra voor beloond worden. Dat hoeft overigens niet perse door geld te zijn. Roem, eer of een andere vorm van waardering zouden wel eens hetzelfde effect als geld kunnen hebben.

Bronnen
Dit essay is mede geïnspireerd op het boek ‘The Spirit Level’ van Richard Wilkinson en Kate Pickett, met als ondertitel: ‘Why More Equal Societies Almost Always Do Better’. Voor de geïnteresseerden zijn ze op internet te vinden via www.equalitytrust.org.uk