
ruud moors ruud's stokpaardjes aflevering 59
Een afdoende antwoord
‘De duivel schijt nou eenmaal op de grootste hoop’, was het antwoord dat een econoom gaf op mijn vraag waarom zoveel regelingen vooral bedoeld lijken om de belangen van de meest bevoorrechte groep in onze samenleving te dienen. Het was duidelijk dat hij dat een afdoende antwoord vond en dat hij ook vond dat ik daar voor de rest niet over hoorde te zeuren.
Natuurgegeven
Dat de duivel nou eenmaal op de grootste hoop schijt, was voor hem gewoon een natuurgegeven. Zo gaat dat nou eenmaal. Zo zit de wereld nou eenmaal in elkaar. Daarom heeft het ook geen zin daar verder nog een gedachte aan te wijden. Er is niets aan te doen. Zo gaan die dingen. Daar vragen bij stellen is gewoon zinloos.
Gunstig dus vanzelfsprekend
Dat die econoom uit de bevoorrechte klasse kwam, was voor mij, als zoon van een arbeider, meteen duidelijk. Het was niet in zijn belang vragen te stellen bij de rechtmatigheid of rechtvaardigheid van regelingen die vooral ten goede komen aan mensen die het al buitengewoon goed hebben. Die regelingen zijn ook voor hem gunstig en dus vanzelfsprekend. En wat vanzelfsprekend is hoef je niet ter discussie te stellen.
Feodalisme
Dat het kapitalistisch systeem het beste systeem is, spreekt voor zo’n econoom ook vanzelf. Het probleem is alleen dat wat kapitalisme wordt genoemd feitelijk geen kapitalisme is, maar een moderne vorm van feodalisme waarbij vooral de belangen en behoeftes van de bevoorrechte klasse veilig gesteld worden.
Korter leven
Als bepaalde politici het over de hardwerkende Nederlander hebben, lijken ze het niet te hebben over de mensen die fysiek de zwaarste arbeid plegen. Daar kijken die politici vaak erg op neer. Als je ze er op wijst dat die Nederlanders veel korter leven dan wordt dat niet geweten aan het feit dat ze die lichamelijk zware arbeid moeten verrichten, maar wordt er fijntjes op gewezen dat die mensen er een ongezonde leefstijl op nahouden en dat dat de reden is waarom ze korter leven en minder gezond zijn.
Eigen schuld
Dat mensen die maatschappelijk gunstigere posities hebben ook langer gezond blijven en langer leven zou dan komen omdat die mensen verstandiger zijn en beter voor hun gezondheid zorgen. Tja, dan ligt dat verschil in gezond oud worden of niet, niet aan de posities die mensen in de samenleving innemen, maar aan hen zelf. ‘Blaming the victim’, wordt dat genoemd.
Meten met twee maten
Als je lichamelijk zwaar werk doet en eerder dood gaat, dan ligt dat uitsluitend aan jezelf. Als je geestelijk uitdagend werk doet en langer leeft, dan ligt dat aan het feit dat je verstandiger bent dan die sukkels die eerder dood gaan. Je eet gezonder, je rookt minder, je doet meer aan sport. Dat iemand die de hele dag al zwaar lichamelijk werk heeft gedaan daarna geen zin meer heeft om nog eens een eindje te gaan joggen, is uiteraard geen excuus.
Ongezond leven
Dat mensen die zwaar lichamelijk werk doen, minder verdienen dan mensen die geestelijk uitdagend werk doen, en dat hun lichaam door dat zware werk eerder zou kunnen slijten, heeft niets met die ongelijkheid in levensduur te maken, volgens degenen die langer leven dan. Dat die mensen omdat ze minder verdienen daardoor ook meer stress hebben en vaak in slechtere huizen wonen, ook dat heeft niets met de verschillen in levensduur te maken. Die verschillen ontstaan uitsluitend en alleen doordat die sukkels die dat zware lichamelijke werk doen ongezonder leven. Punt uit.
Belangrijk en waardevol
De reden dat die sukkels die zwaar lichamelijk werk doen ook minder verdienen dan hun broeders en zusters die zich met geestelijke zaken bezighouden, is simpelweg omdat hun arbeid minder belangrijk en waardevol geacht wordt, door degenen die zich met geestelijke zaken bezig houden wel te verstaan. Hadden ze maar wat langer moeten studeren. Dan hadden ze ook zo’n leuke baan als leidinggevende kunnen hebben, of als beleidsmaker of als hoge ambtenaar, bankdirecteur, hoogleraar of CEO van een bedrijf.
Schaarsheid
In een kapitalistisch systeem krijg je nou eenmaal beter betaald als je belangrijker en waardevoller werk doet, vooral als er maar weinig mensen zijn die dat werk kunnen doen. Althans dat willen kapitalistische economen ons graag doen geloven. Maar klopt dat ook?
Tekort aan praktisch geschoold personeel
Een steeds groter deel van de bevolking is aan de universiteit gaan studeren of heeft een HBO-opleiding gedaan. Een steeds kleiner deel van de bevolking heeft een vak geleerd. Daardoor is er een groot tekort aan bouwvakkers, stratenmakers, loodgieters, verpleegkundigen, bakkers, koks, postbodes, buschauffeurs en leerkrachten, om maar eens een aantal praktische beroepen te noemen. Tegelijkertijd is er een overschot aan mensen die een universitaire studie hebben gedaan.
Vraag en aanbod
In een echt kapitalistisch systeem zou dat moeten leiden tot een verhoging van de lonen voor praktisch opgeleiden en een verlaging van de lonen voor theoretisch opgeleiden. Als er immers meer vraag dan aanbod is, zou volgens het kapitalistisch systeem, dat wat aangeboden wordt duurder moeten worden, terwijl als het aanbod groter is dan de vraag, dat wat aangeboden wordt goedkoper zou moeten worden.
Scheefgroei
Toch verdient een bouwvakker of verpleegkundige nog steeds minder dan de beleidsmaker op een ministerie, terwijl er een enorm tekort is aan bouwvakkers en verpleegkundigen en er een enorm overschot is aan beleidsmakers of mensen die dat zouden kunnen doen. Als we werkelijk in een kapitalistisch systeem zouden leven, dan zou dat niet zo zijn.
Klassenbelangen
Daarom zeg ik dat we niet in een kapitalistisch systeem leven maar in een moderne vorm van feodalisme, waarin de bevoorrechte groep er alles aan doet om de belangen van de eigen groep te waarborgen. Koste wat kost. En dat leidt tot een onaanvaardbare ongelijkheid, omdat niet meer gekeken wordt wat het beste is voor de samenleving als geheel, maar vooral de belangen van de verschillende klassen in de samenleving tegen elkaar uitgespeeld worden.
Procentueel
Als er al lonen worden verhoogd, wordt dat het liefst procentueel gedaan. Dan gaat iedereen, ongeacht wat hij of zij verdient, er procentueel evenveel op vooruit. Dat betekent dat iemand die twintigduizend euro per jaar verdient er twee procent op vooruit gaat en iemand die tweehonderdduizend per jaar verdient ook. Degene die twintigduizend verdient krijgt er dan vierhonderd euro per jaar bij en degene die tweehonderdduizend per jaar verdient krijgt er dan vierduizend euro per jaar bij. Daardoor groeit het verschil in inkomen gigantisch.
De verhoudingen
We zijn daar zo aan gewend geraakt dat we niet meer zien hoe onredelijk dat is. Waarom krijgt iemand die al tien keer zoveel verdient als een ander er nog eens tien keer zoveel bij. Zou het niet logischer zijn om degene die twintigduizend verdient er vierduizend euro op vooruit te laten gaan en om degene die tweehonderdduizend verdient er ‘slechts’ vierhonderd euro op vooruit te laten gaan? Dan trekken we immers de ongelijkheid een beetje gelijker.
Verschillen
En als we dat oneerlijk vinden ten opzichte van degene die tweehonderdduizend per jaar verdient, waarom laten we die er dan niet net zoveel op vooruit gaan als degene die twintigduizend per jaar verdient? Stel dat we de lonen van iedereen met hetzelfde bedrag omhoog zouden laten gaan, laten we zeggen duizend euro. Dan verdient degene die eerst twintigduizend euro verdiende er nu eenentwintigduizend en degene die eerst tweehonderdduizend verdiende, verdient nu tweehonderd-en-een-duizend euro. Dat is alleen al eerlijker omdat het verschil tussen de een en de ander dan in ieder geval niet groter wordt.
De kloof groeit nog steeds
In werkelijkheid is het systeem nog onrechtvaardiger. De rijkste tien procent van de Nederlanders is er de afgelopen twintig jaar gemiddeld maar liefst 85 procent op vooruit gegaan, terwijl de armste twintig procent van de Nederlanders er nauwelijks op vooruit is gegaan, onder andere omdat de lonen en uitkeringen keer op keer ‘bevroren’ werden. Zelfs procentueel gaat de bevoorrechte klasse er veel meer op vooruit dan de rest. Vandaar dat het aantal multimiljonairs en miljardairs steeds groter wordt.
Restverdiencapaciteit
Ook ziek worden is voor de bevoorrechte klasse gunstiger dan voor mensen aan de onderkant van de samenleving. Die bevoorrechte klasse heeft het systeem waarop het verkrijgen van een uitkering op grond van ziekte gebaseerd is, effectief in haar eigen voordeel weten te veranderen. In plaats van een keuringsarts te laten kijken hoe ziek iemand is en op grond van die ziekte een uitkering te geven, werd de ‘restverdiencapaciteit’ als norm ingevoerd.
Je salaris bepaalt je beoordeling
Er wordt niet meer gekeken hoe ziek iemand is, maar hoeveel iemand met zijn of haar beperking nog zou kunnen verdienen. Dat wordt dan afgezet tegen wat iemand nu verdient. In het kort komt het er op neer dat twee mensen die allebei dezelfde beperkingen door ziekte hebben totaal verschillend beoordeeld worden afhankelijk van wat ze verdienen. Daardoor is niet de ziekte bepalend maar de positie die je in de samenleving inneemt.
Je verdien-positie
Door die ‘restverdiencapaciteit’ als norm te nemen heb je meer kans op een uitkering als je veel verdient. Dan is het bedrag dat je nog kunt verdienen ten opzichte van het bedrag dat je verdient, al snel zo klein dat je volledig wordt afgekeurd, terwijl een ander die dezelfde beperkingen door ziekte heeft, maar minder verdient helemaal geen uitkering krijgt. Die uitkering wordt dus vooral door je verdien-positie bepaald en veel minder door de beperkingen van je ziekte.
Verzekering
Dat dit oneerlijk is, spreekt vanzelf. Iedere werknemer wordt namelijk verplicht om zich tegen ziekte te verzekeren. Elke werknemer betaalt daar ook voor. Dat betekent dat iemand die weinig verdient nauwelijks een kans maakt om van de WIA gebruik te maken, maar er wel, gedwongen, aan mee moet betalen, zodat degene die veel verdient, bij dezelfde beperkingen door ziekte, wel een uitkering krijgt, die ook nog gebaseerd is op het loon dat hij of zij verdiende voordat ze ziek werden. Die uitkering wordt dan mede betaald door degenen die net zo ziek zijn maar geen uitkering krijgen vanwege die ‘restverdiencapaciteit’.
De duivel
Dit systeem bestaat al meer dan twintig jaar. Toen ik er, ruim twintig jaar geleden, op wees hoe oneerlijk en onterecht dat systeem was, kreeg ik, van die econoom waar ik het eerder over had, te horen dat ‘de duivel nou eenmaal op de grootste hoop schijt’, alsof dat niet kwam door beleid dat het toenmalige kabinet verzonnen had, maar alsof dat op een vanzelfsprekende, natuurlijke manier logisch zou zijn. Waarom zou je ook nadenken over de logica en rechtmatigheid van iets waar je eigen belangen mee gediend zijn?
Praktische mensen zijn onmisbaar
Misschien hierom. We hebben bouwvakkers, loodgieters, elektriciens, verpleegkundigen, buschauffeurs, leerkrachten, vakkenvullers, stratenmakers, kappers, bakkers, koks, mondhygiënistes, kassamedewerkers, politieagenten, ambulancemedewerkers en allerlei andere mensen die praktische beroepen uitoefenen, hard nodig om überhaupt als maatschappij te kunnen functioneren.
De elite
Dat zijn de mensen die het fundament van onze samenleving vormen. Niet die bevoorrechte elite die ons wijs wil maken dat de wereld om hen zou moeten draaien. En vergis je niet: ook populisten zoals Wilders en Baudet behoren tot die bevoorrechte elite. Ze misbruiken de terechte onvrede van de gewone mensen om er zelf beter van te worden. Niet om daadwerkelijk iets voor die mensen te doen.
Graaien
De oplossing begint bij het benoemen van het probleem. En het probleem is dat de bevoorrechte klasse maar door blijft gaan met graaien. Zoals Laozi, ruim vijfentwintighonderd jaar geleden al schreef:
-
- Blijven graaien, ook al heb je meer dan genoeg,
is het niet beter om op tijd te stoppen?
Een scherp wapen verbergen in je kledij
zal je rijkdom uiteindelijk niet kunnen beschermen.
Een hal vullen met goud en jade,
niemand heeft het vermogen dat voorgoed te bewaken.
Trots zijn op overvloedig bezit
is het jezelf verliezen in fout gedrag. - De machthebbers zorgen uitsluitend voor hun eigen belangen,
terwijl de akkers allemaal braak liggen,
en de pakhuizen helemaal leeggehaald zijn.
Overtuigd van zichzelf, klappen ze voor hun eigen beschaving.
Door het dragen van wapens, verkrijgen ze hun voordeel.
Ze zijn oververzadigd van voedsel en drank
en bezitten overbodige rijkdommen.
Dit wordt ‘trots zijn op diefstal’ genoemd.
Dat is zeker niet de juiste methode - Als het volk honger heeft,
komt dat omdat de elite teveel voedsel als belasting int,
daardoor is er honger.
Als het volk moeilijk te regeren is,
komt dat omdat de elite alleen maar uit eigenbelang handelt,
daardoor is het volk moeilijk te regeren.
- Blijven graaien, ook al heb je meer dan genoeg,
-
Helaas is die eeuwenoude tekst nog steeds akelig actueel.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: