
ruud moors ruud's stokpaardjes aflevering 6
Applaus
In hoofdstuk 53 van de Dao De Jing staat:
- De machthebbers zorgen uitsluitend voor hun eigen belangen,
terwijl de akkers allemaal braak liggen
en de pakhuizen helemaal leeggehaald zijn.Overtuigd van zichzelf applaudisseren ze voor hun eigen verfijnde beschaving.
Door het dragen van wapens verkrijgen ze hun voordeel.
Ze zijn oververzadigd van voedsel en drank
en bezitten overbodige rijkdommen.Dit wordt ‘trots zijn op diefstal’ genoemd.
Dat is zeker niet in overeenstemming met Dao.
Applaudisseren
Deze tekst is ruim vijfentwintighonderd jaar oud, maar nog steeds actueel. In mijn vertaling komt een zin voor die de meeste vertalers links laten liggen en dat is de zin ‘overtuigd van zichzelf applaudisseren ze voor hun eigen verfijnde beschaving’. Letterlijk staat er ‘overtuigd van zichzelf applaudisseren ze voor hun eigen fraaie gewaden’. Het gaat evenwel niet om de gewaden maar om datgene waar die gewaden voor staan: het gevoel beschaafder te zijn dan het gewone volk.
Beschaving
In de Dao De Jing geldt ‘beschaving’ niet als iets positiefs, maar als iets onnatuurlijks. Hoofdstuk 28 eindigt bijvoorbeeld met: ‘Door aan je authentieke staat te schaven en schuren word je een gebruiksvoorwerp. De wijze mens houdt hier rekening mee als hij bestuurszaken moet vervullen door zijn wijsheid in zijn geheel te bewaren’. ‘Beschaving’ wordt dus als net zo oppervlakkig beschouwd als ‘fraaie gewaden’.
De eigen superioriteit
Overigens denk ik, elke keer als ik een zaal vol hotemetoten zie die voor de hotemetoot die op dat moment aan het woord is applaudisseren, aan de zin ‘overtuigd van zichzelf applaudisseren ze voor hun eigen verfijnde beschaving’ en besef hoe ongelofelijk scherp die zin wel niet is (en hoe jammer dat de meeste vertalers die zin weggelaten hebben). Dat applaudisseren gebeurt namelijk altijd, ook als wat er gezegd wordt de grootst mogelijke onzin is. Maar als je zo overtuigd bent van je eigen superioriteit, zie je elkaars onzinnigheid niet meer.
Lachen en klappen
Zo zag ik ooit een fragment van een speech die de zoon van de vroegere dictator van Libië op de Engelse universiteit gaf waar hij was afgestudeerd en waar hij net een groot geldbedrag aan had gedoneerd. Hij beweerde daar dat het Libië waar zijn vader toen nog de baas was, de meest voorbeeldige democratie ter wereld was. Dat was zo belachelijk dat hij daarbij zelf in de lach schoot. De hele zaal begon te lachen en te klappen. Waarvoor ze precies applaudisseerden is me tot op de dag van vandaag niet duidelijk.
Yesmen
Er is ooit een actiegroep geweest die zichzelf de ‘Yesmen’ noemde en die het voor elkaar kregen om bij belangrijke bijeenkomsten van zogenaamde denktanks uitgenodigd te worden en er een sport van maakte om de meest onzinnige, pompeuze en discutabele uitspraken te doen die ze maar konden verzinnen. Hoe krankzinniger hun presentaties waren, hoe uitbundiger het applaus.
Een staande ovatie
Waarvoor applaudisseren mensen, vraag ik me soms af. Waarom? Ik zat ooit in een zaal waar een concert gegeven was dat van een slaapverwekkende saaiheid was. Dat vond ik niet alleen, ook de concertpianiste waarmee ik dat concert bezocht, vond dat. Op het moment dat het concert voorbij was barstte er evenwel een daverend applaus los. Ik vroeg me even af of dat applaus een teken van opluchting was, maar al snel ging het publiek over tot een staande ovatie. Waarom? Omdat we niet het risico wilden lopen dat die staande ovatie tot een toegift zou leiden en we nog langer in die slaapverwekkende saaiheid zouden moeten vertoeven, slopen we snel de zaal uit.
Geconditioneerde ovaties
Omdat we in die tijd veel concerten bezochten, wisten we dat de reactie van het publiek altijd hetzelfde was. Na elk concert volgde een staande ovatie. De kwaliteit van het gebodene bleek er niet wezenlijk toe te doen. Alsof het publiek wist dat zo’n staande ovatie van hen verwacht werd en niet aan die verwachting durfde ontkomen.
Waardering
Dat dat niet altijd met waardering te maken had merkte ik bij een concert van The Analogues. Achter ons zat een aantal mensen gedurende het concert luidkeels met elkaar te praten, duidelijk meer in elkaar geïnteresseerd dan in wat er op het podium gebeurde. Maar ook na dat concert, toen het hele publiek traditiegetrouw overging tot een staande ovatie, keek ik om en zag die kletsmajoren enthousiast meedoen met die staande ovatie.
Conformerend applaus
Dat betekent dat een applaus niet altijd en zeker niet perse gegeven wordt om echte waardering te laten blijken, maar vooral bedoeld lijkt om blijk te geven van de ‘eigen verfijnde beschaving’. Als mensen om je heen enthousiast applaudisseren ga je bijna als vanzelf meedoen, om, letterlijk, niet uit de toon te vallen. Applaus kan natuurlijk een teken van waardering zijn. Maar het kan ook alleen maar een teken van conformisme zijn.
Verplicht applaus
Als grote groepen mensen door een ‘belangrijk’ persoon worden toegesproken, zal, het vaak ingecalculeerde, applaus eerder een teken van conformisme zijn dan van waardering. Het kan natuurlijk dat het beiden is. Maar zeker in het geval van een autocraat die een zaal vol, aan hem of haar ondergeschikte, hotemetoten toespreekt, weet iedereen dat het nalaten van applaus op de daarvoor bestemde momenten, letterlijk levensgevaarlijk kan zijn.
Lichaamstaal
Toen Poetin een zaal van, aan hem ondergeschikte, hotemetoten toesprak, zag je aan de strakke gezichten en aan de lichaamstaal dat veel van die hotemetoten helemaal niet zo blij waren met datgene dat Poetin zei. Desondanks applaudisseerden ze wel degelijk voor alles wat hun leider uitkraamde. Niet uit waardering, maar uit angst om zich niet te conformeren.
Applausmachines
Als Trump weer eens ergens voor zijn achterban optreedt, doet het er allang niet meer toe wat hij zegt. Die achterban is er helemaal niet om te horen wat Trump te zeggen heeft. Die achterban is er om samen te zijn, een eenheid te vormen. Een applausmachine te zijn voor hun leider. De kans dat ze zelfs zouden applaudisseren als Trump zou zeggen dat ze allemaal neergeschoten moesten worden, is zeker niet denkbeeldig. Waarschijnlijk zouden ze nog niets eens precies beseffen wat hij zei, maar zouden ze applaudisseren om zich aan hun leider te conformeren, te onderwerpen. In de hoop wellicht dat ze dan verlost zullen worden. Maar waar ze verlost van willen worden is veel minder duidelijk. Van het gevoel alleen te staan waarschijnlijk.
Stravinsky en stilte
In applaus zit altijd wel een element van conformisme, van aanpassing. Als er een concert gegeven wordt waarbij het applaus uitblijft kan dat een teken van afwijzing zijn. De eerste uitvoering van Le Sacre Du Printemps van Stravinsky werd gevolgd door stilte. Het publiek wilde zich niet conformeren aan dit soort muziek en applaudisseerde dus niet.
Een stille zaal
Toch betekent dat niet dat elke stilte na een concert of een deel van een concert, betekent dat het publiek het gebodene afwijst. Ik was ooit bij een concert van Iris Dement waar, na een zeer gevoelig nummer, de zaal wel tien seconden lang stil bleef. Tien seconden stilte is lang. Pas toen de zaal zag dat Iris Dement onzeker werd van die stilte barstte er een daverend applaus los.
Stille waardering
Juist door die tien seconden stilte liet het publiek zijn echte waardering blijken. Niemand wilde de magie die we collectief hadden ondergaan verbreken. Dus waren we collectief tien seconden lang stil. Het applaus dat daarop volgde was een bevestiging van die waardering.
Maar ook in dat geval conformeerden we ons, met zijn allen, aan elkaar.
De eenling
We applaudisseren vrijwel altijd als groep. Soms is het onduidelijk wanneer een applaus gepast is en hoor je één iemand voorzichtig applaudisseren waarna het hele publiek invalt. Ik voel dan bijna de opluchting van degene die begon. Soms hoor je iemand voorzichtig beginnen, stoppen wanneer diegene merkt dat de rest van het publiek (nog) niet applaudisseert, om vervolgens zelf weer te gaan klappen wanneer de rest van het publiek dat ook doet.
Te vroeg
En soms begint iemand gewoon te vroeg. Bij een stilte die bij het muziekstuk hoort, maar dat niet het einde van dat muziekstuk betekent. Dan valt dat eenzame applaus danig uit de toon. Een applaus hoor je met zijn allen te doen, niet in je eentje.
Niet applaudisseren
Als ik, tijdens een concert bijvoorbeeld, applaudisseer, samen met de rest van het publiek, dan voel ik me ook deel van dat geheel. Maar soms heb ik geen zin om te applaudisseren. Ik besef dan wel terdege dat ik afstand neem van het publiek waar ik deel van ben. Dat het feit dat ik niet applaudisseer niet alleen betekent dat ik geen waardering voel voor datgene dat me door de artiest(en) of spreker(s) is aangeboden, maar dat ik me ook afkeer van de groep waarbinnen ik me op dat moment bevind.
Verbinding
In positieve zin zou je kunnen zeggen dat applaus verbindend werkt. Samen klappen voor een voorstelling of rede waar je gezamenlijk bij bent geweest , zorgt ervoor dat ieder individu binnen de groep die het publiek vormt, zich met alle andere individuen verbindt.
Gedwongen applaus
Maar als je je gedwongen voelt te applaudisseren kies je niet meer in vrijheid voor die verbinding. Daar ben ik altijd huiverig voor. Ik ben niet huiverig voor de verbinding met een groep, maar wel voor het gevoel van dwang waarmee dat gepaard kan gaan.
Mijn keuze
Ik ben niet bang om me te conformeren, maar het moet wel mijn keuze zijn. Dus als ik in een zaal zit waarin iemand, naar mijn idee, staat te raaskallen en het publiek beloont dat met een staande ovatie, dan blijf ik zitten en klap niet. Hetzelfde principe geldt voor mij bij een voorstelling die ik de moeite niet waard vind.
Applaudisseren en conformeren
Maar ik besef wel degelijk dat als ik samen met de rest van het publiek applaudisseer, ik me ook aan dat publiek conformeer. En dat dat op een bepaalde manier wel degelijk refereert aan dat ene zinnetje uit hoofdstuk 53 uit de Dao De Jing wat door de meeste vertalers is weggelaten, maar dat ik zelf zeer essentieel vind:
Overtuigd van zichzelf applaudisseren ze voor hun eigen verfijnde beschaving.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: