ruud moors ruud's stokpaardjes aflevering 65
Verhalen
Verhalen bepalen de werkelijkheid net zoveel als dat de werkelijkheid verhalen bepaalt.
Waardeoordelen
Het boek ‘De Brief Voor De Koning’ van Tonke Dragt heb ik pas gelezen toen ik al meer dan vijftig jaar oud was. Het was een van de vele boeken die ik aan mijn kind voorlas. Ik vond het een raar boek. Het was spannend geschreven, daar ging het niet om, en ook de sfeer van het boek was me niet onbekend, maar ik realiseerde me tijdens het voorlezen dat het boek vol zit met waardeoordelen die ik niet deel.
Trouw aan de koning
Het verhaal is gebaseerd op de aanname dat trouw zijn aan de koning op zichzelf een deugd is. De held van het verhaal bewijst dat door er alles aan te doen om die brief te bezorgen. De moeilijkheden die hij daarvoor moet overwinnen zijn immens. Dat hij er alles voor over heeft, en zelfs zijn eigen leven in de waagschaal stelt, geeft aan dat we hier met een held van doen hebben.
De koning
Wat thematiek betreft is het een veel voorkomend verhaal in kinderliteratuur. De held is trouw aan diens koning en doet er alles aan om de belangen van de koning te dienen. Die thematiek vind je ook terug in de verhalen van Koning Arthur en de Ridders van de Ronde Tafel. De koning dient trouw gediend te worden. De belangen van de held zijn ondergeschikt aan de belangen van de koning.
Richard Leeuwenhart
Terry Jones, bekend van Monty Python, maakte ooit een programma waarin hij de verhalen over Richard Leeuwenhart kritisch had onderzocht. Richard Leeuwenhart was een Engelse koning die beroemd is geworden door de verhalen van Robin Hood. In die verhalen is Richard Leeuwenhart een bijna heilige koning die aan kruistochten meedeed om Jeruzalem van de Moslims te bevrijden, en wiens broer tijdelijk op de troon zat, maar het volk onderdrukte.
De trouwe Robin Hood
Robin Hood bleef Richard Leeuwenhart trouw en vocht tegen diens broer en zijn trawanten. Uiteindelijk keerde Richard veilig terug in Engeland en nam, na wat gesteggel, de troon weer over van zijn verderfelijke broer. Eind goed, al goed. Ook voor Robin Hood, want die werd voor zijn onvoorwaardelijke trouw beloond.
De werkelijke koning Richard
Terry Jones had gedegen onderzoek gedaan naar de werkelijke geschiedenis van Richard Leeuwenhart en was er achter gekomen dat het een slechte heerser was geweest. Hij had de bevolking van Engeland als melkkoe gebruikt om zijn kruistochten te financieren. Die kruistochten hield hij vooral omdat hij van vechten en veroveren hield, niet omdat hij een overtuigd Christen was. Zijn voorliefde voor kruistochten maakte Engeland bijna failliet.
De kruistochten als excuus
De verhalen over Richard Leeuwenhart als een nobele koning ontstonden pas nadat hij al een tijd dood was. De katholieke kerk had behoefte aan heldhaftige voorbeelden en het feit dat Richard Leeuwenhart zich in zoveel kruistochten had gestort, maakte hem tot een ideaal boegbeeld van een christelijke koning. Dat hij in werkelijkheid helemaal niet zo christelijk was, deed er minder toe. Als het nodig is om de geschiedenis te herschrijven om mensen tot onderdanigheid te bewegen, dan wordt dat vaak geen enkel probleem gevonden.
Een plunderende moordenaar
De historische Richard Leeuwenhart was een bruut die er plezier in had om op rooftocht te gaan en die in de kruistochten een mooie gelegenheid zag om zijn hobby; moorden en plunderen, uit te oefenen. De Richard Leeuwenhart die in de verhalen van Robin Hood beschreven wordt, is een heel ander personage en heeft weinig met de historische Richard Leeuwenhart van doen.
Verhalen…
Verhalen bepalen de werkelijkheid net zoveel als dat de werkelijkheid verhalen bepaalt.
Propaganda
Als kinderen werden wij met dit soort heldenverhalen gevoed. Niet alleen in boeken en strips, maar ook in films en televisieseries. Dat dit soort verhalen ook een propagandadoel hebben, was voor ons als kinderen niet duidelijk. Toen ik het verhaal van Tonke Dragt over De Brief Aan De Koning aan mijn kind voorlas, zag ik dat ineens wel duidelijk. En het stoorde me.
Lessen in ondergeschiktheid
Door dat soort verhalen leren kinderen dat er mensen zijn wiens belangen boven alles en iedereen gaan. Door dat soort verhalen leren kinderen dat zelfs hun eigen bestaan ondergeschikt is aan het bestaan van degenen die boven ons staan. Omdat we als kind geïndoctrineerd worden met dat soort verhalen, gaan ze vanzelf deel uitmaken van de ideologie die we als volwassenen omarmen.
De werkelijkheid
Maar die ideologie is niet vanzelfsprekend. Die is ons opgelegd. Door middel van verhalen. Die verhalen zijn gaan bepalen hoe we naar de werkelijkheid kijken. En dat vertroebelt onze blik op andere manieren om naar de werkelijkheid te kijken. Daardoor zijn we gaan denken dat Richard Leeuwenhart een voorbeeldkoning is terwijl hij in werkelijkheid een vechtlustige klootzak was die geen enkele interesse had voor de belangen van zijn volk.
Autocraten
Daardoor denken we dat we ons moeten opofferen voor de belangen van koningen, tsaren, keizers en andere autocraten. We hebben geleerd op te kijken naar mensen die macht hebben en ons aan die mensen te onderwerpen. En daar maken de mensen die macht hebben gebruik van. Niet ten bate van ons, het volk, maar ten bate van zichzelf.
De helden uit je jeugd
Dat zou wel eens een belangrijke rol kunnen spelen in de kritiekloze wijze waarin de volgelingen van autocraten die autocraten blijven steunen, zelfs als het voor anderen duidelijk is dat die autocraten alleen maar hun eigenbelang nastreven. ‘Ik ben er voor jullie!’, roept de autocraat en zijn volgelingen geloven dat en belonen dat door een onvoorwaardelijke trouw tentoon te spreiden. Door de autocraat onvoorwaardelijk trouw te zijn, laten ze zien dat ze heldhaftig, trouw en opofferingsgezind zijn, vergelijkbaar met de helden die ze in hun jeugd door middel van verhalen hebben leren waarderen als rolmodellen.
De werkelijkheid
Verhalen bepalen de werkelijkheid net zoveel als dat de werkelijkheid verhalen bepaalt.
Een hebzuchtige gek
Natuurlijk zijn er ook andere verhalen. Het verhaal van Koning Midas bijvoorbeeld, een koning die zo verzot op goud was dat hij zich liet verleiden om alles wat hij aanraakte in goud te doen veranderen. Dat liep uiteraard niet goed af. Probeer maar eens een appel te eten als die appel op het moment dat je ‘m aanraakt in goud verandert. Of nog erger; je dochtertje komt een knuffel halen en je beseft dat zij, als je haar aanraakt, ook in goud zal veranderen… In dat verhaal wordt een koning als een hebzuchtige dwaas geportretteerd. Heerlijk.
De kleren van de keizer
Een van mijn lievelingsverhalen uit mijn jeugd was het sprookje ‘De Kleren Van De Keizer’. Altijd als ik een autocraat zichzelf tot gigantische proporties op zie blazen, denk ik aan dat sprookje. ‘Ook deze keizer heeft geen kleren aan’, grinnik ik dan stilletjes in mezelf.
Neerkijken op anderen
Het idee dat trouw zijn aan vorst en vaderland op zichzelf een deugd is, is in wezen een fascistisch idee. Door je trouw te beperken tot je vorst en je vaderland, wijs je alle mensen af die onder een andere vorst en in een ander vaderland leven. Dan beschouw je het bestaansrecht van mensen die niet tot dezelfde groep behoren waar jij toe behoort als minderwaardig.
De essentie van fascisme
Je kunt niet mensen die tot een andere groep behoren dan de groep waar jij toe behoort als minderwaardig beschouwen zonder de mensen die tot jouw groep behoren als meerderwaardig te beschouwen. Als je dat doet dan verdeel je de wereld in superieure en inferieure mensen, waarbij je de mensen die tot jouw groep behoren als superieur ziet en de mensen die tot een andere groep behoren als inferieur. Dat is de essentie van fascisme.
Inferieur en superieur
Het indelen van mensen in superieure en inferieure groepen is de essentie van fascisme. Het doet er niet toe op wat voor een manier je mensen indeelt in superieure en inferieure groepen. Dat kan op grond van nationaliteit zijn, van ras, van religie, van politieke overtuiging, van intelligentie, van seksuele voorkeur of een ander willekeurig onderscheid. Maar het onderscheiden van mensen als inferieur en superieur is altijd, per definitie een uiting van fascisme.
Onderwerping
Het trieste is dat we kinderen voeden met verhalen die het onderscheiden van mensen als inferieur en superieur als iets positiefs voorstellen. Waarom zou je kinderen leren dat ze zich moeten onderwerpen aan iemand met macht. Dat ze die persoon trouw moeten zijn, zelfs tot in den dood.
Waarom zou je je moeten onderwerpen aan een keizer die geen kleren aan heeft?
De hele wereld
Alexander de Grote kwam ooit twee schamel geklede mannen tegen die naar elkaar keken, naar hem keken, naar elkaar keken en vervolgens in de lach schoten. ‘Waarom lachen jullie?’, vroeg Alexander nors. ‘Je kunt nooit meer aarde onder je voeten hebben dan de grootte van je beide voeten’, grinnikte de een. ‘En dan doe jij al die moeite om de hele wereld in bezit te nemen’, grinnikte de ander. ‘Dat is toch dwaasheid!’, riepen ze in koor.
Een stap opzij
Een keizer in China ging ooit op bezoek bij een man die bekend stond om zijn wijsheid. Hij wilde die man belonen en vroeg hem, terwijl hij in vol ornaat voor hem stond, wat hij voor hem kon doen. De wijze man bleef rustig op zijn mat zitten en zei alleen maar: ‘Kun je even een stap opzij doen, je staat in mijn zonlicht.’
Opkijken
Waarom zou je opkijken naar iemand die rijker is dan jij bent? Waarom zou je opkijken naar iemand die machtiger is dan jij bent? Waarom zou je opkijken naar iemand die sterker is dan jij bent? Waarom zou je opkijken naar iemand die slimmer is dan jij bent? Is die persoon daardoor ook meer mens dan jij bent?
Verhalen bepalen de werkelijkheid net zoveel als dat de werkelijkheid verhalen bepaalt.
Maar hoe die verhalen jou bepalen, dat bepaal je zelf.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: