ruud moors ruud's stokpaardjes aflevering 91
Goed of slecht
Dat iemand onrechtvaardigheid moeilijk verdraagt, betekent nog niet dat wat die persoon vervolgens doet vanzelf goed is. Dat iemand minder moeite heeft om onrecht te accepteren als dat onrecht hem of haar goed uitkomt, betekent niet dat wat die persoon vervolgens doet vanzelf slecht is.
De keuzes van Gandhi
Mahatma Gandhi kon onrechtvaardigheid moeilijk verkroppen en verzette zich ertegen zonder geweld te gebruiken. Toch was niet alles wat Gandhi deed goed te noemen. Op latere leeftijd koos hij er voor om celibatair te gaan leven, ook al was hij getrouwd. Wat zijn vrouw daarvan vond, is mij niet bekend. Hij eiste evenwel van zijn zonen dat die, ook al waren ze getrouwd, ook celibatair zouden gaan leven en wilde niets meer van ze weten toen ze dat weigerden.
Geweld
Feitelijk zou je kunnen zeggen dat Gandhi fysiek geweld afkeurde, maar zichzelf wel toestond om psychologisch geweld te gebruiken om zijn zin te krijgen. Overigens gebruikte Gandhi een pacifistische methode om zijn politieke tegenstanders tot ander gedrag te bewegen, maar sloot hij het gebruik van geweld niet radicaal uit. Als een land door een ander land wordt aangevallen, mag dat land zich wel degelijk militair verzetten, volgens Gandhi.
Onrecht
Ook ik kan slecht tegen onrechtvaardigheid. Maar als ik eerlijk ben heeft dat ook een donkere kant. Op de lagere school waar ik de eerste drie jaar gedwongen naar toe moest, vanwege de leerplicht en omdat het de buurtschool was, werd ik vaak uitgescholden en gepest. Dat liet ik niet op me zitten en als dat gebeurde sloeg ik er op los. Het niet tegen onrecht kunnen maakte me gewelddadig. Het gevolg was dat ik daardoor vaak van de leerkrachten op mijn kop kreeg, tot groot vermaak van degenen die me hadden uitgelokt.
Leedvermaak
Ik heb dat soort leedvermaak eigenlijk nooit goed begrepen. Dat doe ik nog niet. Hoe kun je er plezier in hebben om een ander in een voor die persoon vervelende positie te brengen? Ik begrijp dat oprecht niet.
Slachtoffer
Ik mis de eigenschap om plezier te kunnen hebben in het leed van een ander. Dat wil niet zeggen dat ik geen wraakgevoelens kan hebben. Dat is iets anders. Als boontje om zijn loontje komt, kan ik daar wel degelijk genoegen aan ontlenen. Maar simpelweg genieten van het feit dat een ander lijdt, daar begrijp ik niets van. Daardoor was ik ook zo’n gemakkelijk slachtoffer.
Belachelijk maken
Leedvermaak wordt vaak ingezet als een soort sociaal smeermiddel. Gek genoeg is degene die anderen belachelijk maakt en voor schut zet, vaak zelf heel populair. Met een grote charmante glimlach wordt een slachtoffer voor de hele groep geridiculiseerd, waarbij die groep, vanwege de vermakelijke manier waarop dat gebeurd, in lachen uitbarst waarbij degene die belachelijk gemaakt wordt, als hij of zij laat merken dat niet leuk te vinden, vaak nog een trap na krijgt door diegene te beschuldigen niet tegen een grapje te kunnen.
Is dat erg?
Ik vind van wel. Maar dat komt natuurlijk omdat ik niet tegen een grapje kan. Zijn de mensen die om dat, voor mij pijnlijke, grapje lachen, slechte mensen? Welnee. Maar op dat moment vormen ze wel een onveilige omgeving voor het slachtoffer dat belachelijk gemaakt wordt. Wat mij verbaasde toen mij dat op mijn werk overkwam, was dat ik daar zo weerloos tegen was en wat voor een gat het in mijn ziel brandde.
Tegen een grapje kunnen
Hoewel ik een aantal collega’s best graag mocht, durfde ik ze niet meer te vertrouwen nadat ze mee hadden gedaan aan het leedvermaak dat mij werd aangedaan. Ik probeerde het wel aan te kaarten, maar kom op, ik moest toch tegen een grapje kunnen, vond vooral de pestkop, met instemming van verschillende collega’s. Wrang was dat mijn collega’s op scholen projecten uitvoerden met de bedoeling om kinderen sociale vaardigheden bij te brengen. Daar hoorden onder andere anti-pest-programma’s bij.
Lachers
Ik had het geluk dat degene die leedvermaak gebruikte om alle lachers op haar hand te krijgen na een paar maanden ergens anders ging werken en door iemand vervangen werd die aan leedvermaak net zo’n hekel had als ikzelf.
Kritiek
Ik geloof dat juist het feit dat ik moeilijk tegen onrechtvaardigheid kan, me maatschappelijk gezien in de weg heeft gezeten. Ik heb er geen moeite mee om toe te geven dat ik een taak niet heb volbracht zoals dat zou moeten. Ik zal dan niet proberen om de indruk te wekken dat ik het fantastisch heb gedaan. Dus had ik ook kritiek op zaken die wij als team beter hadden moeten doen, ook als dat betekende dat dat gevolgen zou kunnen hebben voor de manier waarop er naar ons gekeken werd.
Verbetervermogen
Zaken verdoezelen of rooskleuriger voorstellen dan ze zijn, zorgt er alleen maar voor dat je je vermogen om jezelf te verbeteren niet optimaal inzet. Als iedereen altijd maar doet alsof alles perfect gaat zoals het hoort te gaan, terwijl dat niet zo is, dan hou je niet alleen anderen, maar ook jezelf voor de gek.
Loyaal
Door mijn houding werd ik niet als een loyaal lid van de groep gezien. En feitelijk was dat ook zo. Ik ben niet loyaal aan de groep. Ik ben loyaal aan mijn eigen geweten, ook als dat tegen de belangen van de groep waar ik toe behoor in lijkt te gaan.
Onrecht
Dat betekent niet dat ik mezelf boven anderen plaats. Ik realiseer me, hoe ouder ik word, dat mijn moreel kompas twee kanten op wijst, een positieve en een negatieve. Als individu ben ik betrouwbaar ten opzichte van andere individuen, maar als groepslid ben ik niet betrouwbaar als het om het verdedigen van de groepsbelangen gaat. Het kan immers in het groepsbelang zijn om ten opzichte van andere groepen onrecht toe te passen, maar ook dan wijs ik dat onrecht af.
Individu
Misschien is het daarom maar goed dat ik al ruim twintig jaar geen deel meer uitmaak van een duidelijke coherente groep. In ieder geval in mijn gevoel niet. Ik heb weliswaar het Nederlandse staatsburgerschap, maar ik ben geen loyale Nederlander. Ieder individu is in mijn ogen gelijk aan ieder ander individu. Ongeacht of dat individu Nederlander is of niet.
Uitsluiting
Als Nederlanders als groep asielzoekers wensen uit te sluiten, dan zal ik daartegen protesteren omdat ik dat onrechtvaardig vind. Als autochtone Nederlanders allochtone Nederlanders buiten willen sluiten, dan zal ik daar tegen protesteren omdat ik dat onrechtvaardig vind.
Deugdzaamheid
Deug ik? Ik ben bang van wel. Ik ben bang dat ik simpelweg geen andere keuze kan maken dan de keuze voor deugdzaamheid. Betekent dat dat alles wat ik doe deugt? Ik ben bang van niet. Als ik onrecht tegenkom is er altijd een risico dat ik uit mijn dak ga en dat ik veel en veel te fel reageer op klein onrecht. Want zelfs klein onrecht verdraag ik slecht.
Een goed mens?
Ben ik dus een goed mens omdat ik deug? Welnee. Vanuit die deugdzaamheid, mijn aangeboren rechtvaardigheidsgevoel, doe ik zowel dingen die deugen als dingen die achteraf helemaal niet blijken te deugen.
Ik struikelde
Toen ik twaalf was werd ik kwaad op een klasgenoot omdat hij me uitschold. Dat zag ik als een onverdraaglijke belediging. Ik tilde hem op en gooide hem over een tafel. Toen hij even later opstond had hij een grote bloedende schram boven zijn oog. Op dat moment kwam een docent binnen die vroeg wat er aan de hand was. ‘Ik struikelde en viel’, zei de jongen die ik net had mishandeld.
Een les
Ik schaamde me kapot omdat ik me realiseerde dat die jongen waarschijnlijk helemaal niet de bedoeling had gehad om mij diep te beledigen. Als hij kwaad had gewild had hij me, terecht, kunnen straffen door de docent te vertellen wat er echt was gebeurd. Door dat niet te doen heeft hij mij een belangrijke les geleerd, namelijk dat mijn rechtvaardigheidsgevoel wel degelijk tot onrechtvaardig gedrag kan leiden. Dat ik mijn woede over onrechtvaardigheid dus maar beter kan leren beteugelen. En vooral dat ik moet leren niet op alle slakken zout te leggen.
Gedrag
Dat sommige mensen met een groot rechtvaardigheidsgevoel worden geboren, betekent niet dat hun gedrag daardoor altijd juist of rechtvaardig is. Ik heb een sterk vermoeden dat dat andersom ook zo is. Dat het gedrag van mensen die zonder of met een klein rechtvaardigheidsgevoel worden geboren, daardoor niet altijd fout of onrechtvaardig is.
Heiligt het doel de middelen?
Stel dat ik zou moeten kiezen om één onschuldig persoon te vermoorden zodat vijf anderen gered kunnen worden, zou ik daartoe in staat zijn? Ik bedoel dan dat ik actief zou moeten kiezen om iemand te vermoorden om vijf anderen te redden. Ik betwijfel of ik dat zou kunnen. Een psychopaat zal daar veel minder moeite mee hebben, omdat hij of zij een simpel rekensommetje maakt, zonder daarbij gehinderd te worden door een schuldgevoel of morele overwegingen. Maar ik zou het waarschijnlijk niet kunnen omdat ik me voor mijn handelen verantwoordelijk voel, niet alleen voor de uitkomst. En een onschuldig iemand vermoorden, om wat voor een reden dan ook, ik weet niet of ik dat voor mezelf zou kunnen verantwoorden.
Hypothetisch
Dus als je die ene onschuldige bent, mag je hopen dat jij mij treft, maar als je één van die vijf andere personen bent die gered worden als die ene onschuldige wordt vermoord, ben je wellicht beter af met een psychopaat.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: