
ruud moors ruud's stokpaardjes aflevering 93
Beschaving
Rousseau werd beroemd door zijn stelling dat het juist de beschaving was die ongelijkheid en onrecht in de wereld bracht. In zijn visie was de mens van oorsprong puur, maar werd die puurheid aangetast door wat wij ‘beschaving’ noemen.
Het verleden
Rousseau was zeker niet de eerste die die visie propageerde. Vijftienhonderd jaar voor Rousseau stelde de Chinese denker Bao Jingyan al dat, naar zijn mening, het verleden superieur was aan de hedendaagse wereld. Hij ging daarmee in tegen het Confucianisme dat stelde dat de hemel het onderscheid zou hebben gemaakt tussen het gewone volk en de elite en dat daardoor bepaald zou zijn dat die elite over het gewone volk zou moeten heersen.
Heersers en onderdanen
Volgens Bao Jingyan was het in werkelijkheid anders gegaan. ‘De sterken koeioneerden de zwakken zodat de zwakken zich aan hen onderwierpen, en de slimmen misleidden de dwazen totdat de dwazen hen gingen dienen. Doordat de zwakken zich aan de sterken onderwierpen ontstonden er onderdanen en heersers, doordat de dwazen de slimmen gingen dienen, werd het gewone volk aan de belangen van de elite onderworpen. Ondergeschiktheid en verplichte dienstbaarheid zijn het resultaat van de strijd tussen sterken en zwakken en de confrontatie tussen dwazen en slimmen,’ zo stelde hij.
Slimheid
Die strijd tussen sterken en zwakken en de confrontatie tussen dwazen en slimmen is nog steeds aan de gang. Slimheid en kracht gaan daarbij steeds meer samen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat slimheid krachtiger is dan fysieke kracht. Een heerser hoeft fysiek niet krachtig te zijn om zwakken en dwazen aan zich te onderwerpen. Een slimme heerser onderwerpt een sterke dwaas aan zijn eigen belangen zonder dat die sterke dwaas door heeft dat die slimme heerser de kracht van die dwaas tegen zichzelf gebruikt.
De vrije markt
Slimme, rijke en daardoor machtige mensen voegen hun krachten samen en onderwerpen de hele wereld aan hun belangen. Dat doen ze openlijk. Ze weten dat ze dat niet stiekem hoeven doen omdat degenen die ze aan hun belangen willen onderwerpen gemakkelijk te misleiden zijn. Ze noemen het streven naar hun eigenbelang ‘De Vrije Markt’, en stelden dat die ‘Vrije Markt’ veel beter in staat zou zijn om de maatschappij te regeren dan overheden.
Macht naar bedrijven
Door hun rijkdom zijn ze zelfs in staat om de overheid over te laten nemen door degenen die alleen hun belangen dienen. Ze zorgden er bijvoorbeeld voor dat een acteur president werd die doodleuk verklaarde dat de overheid het probleem zou zijn, en niet de oplossing. En het gewone volk geloofde hem. Ministers werden en worden aangesteld om de overheid te ontmantelen ten bate van grote bedrijven die het recht krijgen om, zonder door de overheid gecontroleerd te worden, aan zelfregulering te doen. Het verminderen van regels voor grote en machtige bedrijven wordt als het vergroten van vrijheid verkocht. En het gewone volk gelooft dat.
Privatisering
Taken die de overheid uitvoerde ten bate van iedereen werden ‘geprivatiseerd’ omdat private partijen die taken goedkoper en beter zouden kunnen uitvoeren. Voordat duidelijk werd dat dat helemaal niet zo werkte, bleek het vrijwel onmogelijk om die privatisering nog terug te kunnen draaien.
Onomkeerbare veranderingen
Omdat de rijken en machtigen der aarde ook globaal veel contacten hebben, werd het mogelijk om dat systeem van privatiseren overal in te voeren, liefst op een moment dat er ergens veel onrust is, waardoor het veranderen van het systeem nauwelijks opvalt. En als het systeem eenmaal ten gunste van de ‘Vrije Markt’ is veranderd, blijkt het in de praktijk onmogelijk om het weer terug te veranderen. Ook niet als dat systeem precies het omgekeerde bewerkstelligt dan beloofd was.
Slecht voor de samenleving
Zo werd ons, in een periode van nog geen vijftig jaar, een systeem door de strot geduwd dat uitermate gunstig bleek voor een kleine elite, maar de samenleving als geheel vooral nadeel opgeleverd heeft. Zo wisten de slimmen de dwazen er toe te brengen om vooral de belangen van die slimmen te dienen.
Miljardairs
In de afgelopen vijftig jaar steeg het aantal mensen die meer dan een miljard dollar bezitten enorm. Vijftig jaar geleden waren er nauwelijks miljardairs. Nu bezitten nog geen 300 miljardairs gezamenlijk zo’n elfduizendmiljard euro. Dat is gemiddeld per miljardair bijna vier miljard. De rijkste mens op aarde bezit meer dan tweehonderdmiljard dollar. Dat is genoeg om meer dan tweehonderdduizend mensen miljonair mee te maken. Dat iemand in zijn eentje zoveel zou kunnen bezitten was vijftig jaar geleden nog ondenkbaar.
Werknemers en klanten
Hoe komt zo’n multimiljardair aan ruim tweehonderdmiljard dollar? Jef Bezos was daar schaamteloos eerlijk over toen hij net terug was van een reisje naar de rand van de ruimte in zijn eigen raket. Hij bedankte de klanten en de werknemers van zijn bedrijf want, zo zei hij: ‘Die hebben hiervoor betaald!’ Dat deden ze niet vrijwillig. Dat deden ze omdat de rijken en machtigen een systeem hebben ontworpen waarbij ze ongelimiteerd de vruchten van de arbeid van anderen voor zichzelf kunnen opeisen.
Opeisen
Dat is allemaal begonnen bij de eerste krachtpatser die, onder dreiging van geweld, de vruchten van arbeid van anderen voor zichzelf opeiste. Dat is allemaal begonnen toen de eerste slimme goochemerd een aantal krachtpatsers zover wist te krijgen dat ze onder zijn leiding veel effectiever de vruchten van anderen voor zichzelf en die goochemerd konden opeisen.
Erfenisjes
Vervolgens kregen de kinderen van die heersende klasse de voordelen van die heersende klasse van hun vaders en moeders cadeau, waardoor ze gingen geloven dat ze recht hadden op de bevoorrechte positie waarin ze geboren waren. Meester Wenzi zei dat achttienhonderd jaar geleden kort en bondig met de volgende woorden: ‘Wie bij geboorte van aanzien is wordt arrogant; wie bij geboorte rijk is wordt spilziek.’
Normalisering
Dat mensen een ongelijke positie in de maatschappij hebben is niet door de natuur gegeven. Dat iemand een bevoorrechte positie heeft, heeft die persoon niet perse aan zichzelf te danken. Dat iemand een ondergeschikte positie heeft, heeft die persoon zeker niet aan zichzelf te danken. De bron van die ongelijkheid ligt in het feit dat sommige mensen hun slimheid en kracht gebruiken om anderen aan hun belangen te onderwerpen en dat zowel degenen die anderen aan hun belangen onderwerpen als degenen die onderworpen worden dat normaal zijn gaan vinden.
Verschil en gelijkwaardigheid
Dat er verschillen zijn tussen mensen is evident. De een is slimmer of sluwer dan de ander. De ene mens heeft meer fysieke kracht dan de ander. De ene persoon is bij geboorte meer bevoorrecht dan de ander. De ene mens blijft klein. De ander blijft maar groeien. De ene mens is mager, de ander is dik. Maar al die verschillen maken in gelijkwaardigheid niets uit.
Gelijkwaardige mensen
Er is geen enkel mens die minder mens is dan ik ben. Er is geen enkel mens die meer mens is dan ik ben. In het menszijn is ieder mens gelijkwaardig aan ieder ander mens. Een hoogbegaafd persoon is niet meer mens dan een zwakbegaafd persoon. Een ijzersterk persoon is niet meer mens dan een fysiek zwak persoon.
Propaganda
Een poedel is niet meer of minder hond dan een teckel. Zo is de ene mens ook niet meer of minder mens dan de andere mens. Dat we in onze samenleving doen alsof de ene mens wel minder of meer mens dan een ander kan zijn, komt omdat we ons dat hebben laten wijsmaken door mensen die voordeel denken te hebben bij het promoten van die visie.
Zondebokken
Terwijl ze ons aan hun belangen onderwerpen maken ze ons wijs dat er andere mensen zijn die onze belangen aan willen tasten. Asielzoekers bijvoorbeeld. Of joden, moslims, homoseksuelen, transgenders, feministen, Afrikanen of welke groep er ook maar gebruikt kan worden om ons af te leiden van degenen die onze belangen daadwerkelijk aan willen tasten.
Oorlog
Het gewone volk heeft geen baat bij oorlog. Toch is het het gewone volk dat er het meest onder lijdt, niet degenen die die oorlogen beginnen, niet degenen die er het meeste baat bij hebben. De werkelijke vijanden van het volk zijn de leiders die het volk klaarstomen om oorlogen te gaan voeren. Niet voor het gemeenschappelijk belang, dat is het meest gebaat bij vrede, maar voor hun eigen persoonlijke belang.
Belang van heersers
Dat is waarom ik het leger niet in wilde. Omdat ik mezelf dan als een pion zou laten gebruiken in een conflict dat helemaal niet gaat tussen inwoners van verschillende landen. Het was niet in het belang van het Duitse volk dat ons land werd binnen gevallen. Dat werd het Duitse volk weliswaar wijsgemaakt, maar geen enkel volk heeft belang bij oorlog. Elke oorlog dient uitsluitend het belang van sluwe en machtige heersers en de kringen om hen heen.
De vanzelfsprekendheid
Stel dat je een oorlog wilt beginnen, maar niemand gaat er naar toe? Dan zul je, als heerser, zelf moeten gaan vechten. Daar zijn de meeste heersers te laf voor. Dat laten ze liever door anderen doen. Wat mij verbijstert is dat we zo gewend zijn om ons te laten gebruiken voor de belangen van onze heersers dat we daar niet eens meer tegen in opstand komen.
Mensen
Landen zijn menselijke constructies. Een Rus is in eerste instantie een mens. Een Oekraïner is ook in eerste instantie een mens. Als mens is elke Rus gelijkwaardig aan elke Oekraïner. Een Israëliër is in eerste instantie een mens. Een Palestijn is ook in eerste instantie een mens. Als mens is elke Israëliër gelijkwaardig aan elke Palestijn.
Haat
Als een Rus zijn belangen niet boven die van een Oekraïner plaatst en een Israëliër zijn belangen niet boven die van een Palestijn plaatst, dan is er helemaal geen reden om elkaar aan te vallen en te haten. Dat mensen elkaar haten heeft te maken met de manier waarop ze voor de gek worden gehouden door mensen met macht die hen proberen wijs te maken dat hun belangen hetzelfde zijn als de belangen van die machthebbers. Dat is niet zo.
Macht
Poetin’s belang is het vergaren van zoveel mogelijk macht over anderen. De belangen van ‘zijn’ volk doen er voor Poetin niet toe, ook al probeert hij dat wel te suggereren. Netanyahu’s belang is om zolang mogelijk macht te blijven houden. ‘Zijn’ volk interesseert hem niet. Ze zijn sluw, die leiders die hun volk naar oorlog leiden. Daarom lukt het ze ook. Vaak hebben ze helemaal geen belang bij vrede.
De macht van de slimmen
Zonder dwazen hebben de slimmen geen macht. De macht van degenen die slim zijn berust vooral op het vermogen om de dwazen te doen geloven dat hun belangen gediend zijn bij het zich onderwerpen aan de slimmen.
Je zou willen dat ze daar niet zo succesvol in zouden zijn.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: