Een speldenprik
Omdat het bestaan oneindig is, gaat er net zoveel bestaan aan mij vooraf dan er op mij volgt. Toch is mijn bestaan minder dan een speldenprik in het totaal van het bestaan. Ook ten opzichte van het bestaan van de mensheid is mijn bestaan niet veel meer dan een speldenprik. Ik voeg er geen gedachte aan toe, geen wijze gedachte en geen dwaze gedachte, geen slimme gedachte en geen domme gedachte, geen dogma en geen vrije gedachte.

Herhaling
Hoewel de mensheid zich technisch blijft ontwikkelen, blijven we allen in dezelfde psychische hoedanigheid vertoeven. De meningen die we verkondigen zijn dezelfde meningen die anderen voor ons verkondigd hebben en die anderen na ons zullen verkondigen. Geen enkele mening, geen enkel inzicht is nieuw. Zowel onze wijsheid als onze dwaasheid is een herhaling van zetten.

The usual suspects
Welwillendheid is zo oud als de mensheid, ouder zelfs. Onwelwillendheid is dat ook. Betrokkenheid bij anderen is ouder dan de mensheid en onbetrokkenheid is dat ook. Zelfopofferingsgezindheid en egoïsme bestaan zolang er wezens met hersenen bestaan. De zucht naar kennis en inzicht is even oud als de onderwerping aan dogma’s.

Tijdloos en actueel
Dat is waarom veel geschriften van meer dan tweeduizend jaar oud nog steeds actueel zijn. De gedachten die er in doorgegeven worden zijn nog steeds de leidende gedachten in ons bestaan. Dat waren ze ook al voordat ze op schrift werden gesteld.

Eeuwenoude ideeën
Dat je een ander niet aan moet doen wat je zelf niet zou willen dat jou aangedaan wordt, is een idee dat minstens zo oud als de mensheid is. Dat je alleen je eigen belang moet volgen en je niets aan moet trekken van de belangen van anderen, is een idee dat net zo oud is.

Vastgelopen
Rond mijn twintigste dacht ik dat de uitdrukking ‘twaalf ambachten en dertien ongelukken’ op mij van toepassing was. Alles wat ik had geprobeerd was mislukt. Ik had geen idee wat ik verder met mijn leven aan moest. Omdat ik bezig was met dienstweigeren kon ik nergens een vaste baan krijgen en was studeren ook niet mogelijk.

Wijsheid vergaren
Toen ik over mijn toekomst nadacht, bedacht ik dat het enige wat ik echt wilde, wijzer worden was. Ik realiseerde me dat het mijn ambitie was om iedere dag een beetje wijsheid te vergaren zodat ik iedere dag een beetje wijzer zou worden.

Gezien worden
Ik wilde weten wie ik was. Ik wilde weten hoe de wereld in elkaar zat. Ik wilde weten wat mijn plek in de wereld was. Dat was mijn ambitie. Ik had geen ambitie om een belangrijke positie te verwerven of om veel geld te verdienen. Wat ik wel wilde was gezien worden. Dus droomde ik stiekem over beroemd zijn. Niet omdat ik daadwerkelijk roem wilde, maar omdat ik gezien wilde worden.

Anderen
Alles wat ik sindsdien te weten ben gekomen, elk inzicht, elk vooroordeel, elke wijsheid en elke dwaasheid die ik mij eigen heb gemaakt, heb ik verkregen door anderen. Zelfs als ik dacht zelf iets verzonnen te hebben, bleek datgene allang ooit door iemand anders doorgegeven of op zijn minst bedacht te zijn.

Doorgeven
Alles wat ik ben heb ik geërfd van degenen die voor mij kwamen. Het enige wat ik doe is doorgeven wat ik van anderen heb doorgekregen.

Uniek
En toch ben ik, zoals ieder mens, uniek.

Schilderijen
Vrijwel elk schilderij dat ooit geschilderd is bestaat uit een ondergrond waar verf op gesmeerd is, bestaat als het ware uit hetzelfde materiaal. Toch is elk schilderij uniek, zelfs die schilderijen die zo secuur mogelijk nageschilderd zijn van andere schilderijen.

Materiaal
Zoals elk schilderij uniek is, zo is ook elke mens uniek. Maar het materiaal waar die mens uit bestaat is dat niet.

De ziel
Ik beschouw de ziel als een verzameling inzichten, waarvan sommigen aangeboren zijn en anderen aangeleerd. Dat aanleren gebeurt doordat de zielen van anderen zich mengen met jouw ziel en die ziel daardoor voeden. Met jouw ziel voed je de zielen van anderen weer. Dat betekent dat je ziel verandert als je open staat voor de zielen van anderen, als je je weet te verbinden met de zielen van anderen.

Geschiedenis
Ik wist al heel jong dat de geschiedenis van mijn vader ook mijn geschiedenis was. Dat de manier waarop zijn ziel werd gevormd door de moeizame relatie met zijn vader en de onvoorwaardelijke liefde van zijn moeder en zijn tante Net, invloed had op hoe hij mij vormde door zijn ziel met mij te delen en mijn ziel met die van hem te vermengen. Daardoor maakt hij nog steeds deel uit van mijn ziel, ook ruim dertig jaar nadat hij is gestorven.

Verbindingen
Ik ben wie ik ben door de liefdevolle verbindingen die een aantal mensen met mij zijn aangegaan, waardoor ze mijn ziel met hun liefde hebben gevoed. Ik ben wie ik ben door de afwijzende houding die een aantal mensen ten opzichte van mij hadden, en wellicht nog hebben, waardoor ze mijn ziel met hun haat hebben gevoed. Door liefde voel ik me gedragen, door haat voel ik mij te neergedrukt.

Voeden met liefde
Ik voel me niet graag te neergedrukt. Ik voel me veel liever gedragen. Ik neem aan dat dat voor iedereen geldt. Misschien vergis ik me daarin. Maar omdat ik er van uitga dat niemand zich graag te neergedrukt voelt en iedereen zich graag gedragen voelt, probeer ik mijn medemensen zoveel mogelijk met mijn liefde te voeden en zo min mogelijk met mijn haat te neer te drukken.

Woede en haat
Als je liefde toevoegt aan de wereld, wordt de wereld iets liefdevoller. Als je haat toevoegt aan de wereld, wordt de wereld iets haatdragender. Soms is de verleiding om haat toe te voegen groot. Dan lijkt het alsof haat alleen met haat beantwoord kan worden. De pijn die je voelt als iemand je pijn doet kan makkelijk woede oproepen. En vanuit die woede kan haat ontstaan.

Haat en liefde
Ik ken dat. Het overkomt me regelmatig dat ik woede voel voor het onrecht dat mijzelf of anderen wordt aangedaan en dat ik haat voel voor degenen die dat onrecht begaan of faciliteren. Dan wint de haat het. En ik haat het als de haat wint. De enige manier waarop ik haat kan laten verliezen is door er liefde tegenover te stellen.
Ik zou willen kunnen zeggen dat ik dat altijd kan, maar dat is helaas niet zo.

Kiezen voor liefde
Ik ben gevoed door de liefde en de haat van alle mensen die voor mij geleefd hebben en door een groot aantal mensen die samen met mij geleefd hebben en leven. Ik probeer me zoveel mogelijk te laten voeden door liefde en zo weinig mogelijk door haat. Ik probeer anderen zoveel mogelijk te voeden door liefde en zo weinig mogelijk door haat. 

Vaders
Mijn vader voedde mij met zijn liefde. Hij voedde mij met de liefde waarmee hij gevoed was door zijn moeder en zijn tante. Hij probeerde me niet te voeden met de haat van zijn vader, maar hij verborg de pijn ook niet die hem daardoor was aangedaan.

Vertrouwen
Mijn moeder voedde me met vertrouwen. Nadat een buurjongen me onterecht had beschuldigd dat ik hem met mijn zakmes gestoken zou hebben (en zij wist dat dat een onterechte beschuldiging was, omdat ik de hele middag thuis was geweest waardoor het onmogelijk was dat ik hem buiten gestoken zou kunnen hebben) sprak ze met me af dat ze me altijd zou geloven als ze zou vragen of ik iets gedaan zou hebben of niet. ‘Ik ga er van uit dat je dan de waarheid spreekt,’ zei ze, ‘want als ik jou kan vertrouwen, kan niemand je meer onterecht beschuldigen’.

Eerlijk antwoorden
Ik heb ook nooit gelogen als ze iets vroeg. Natuurlijk heb ik wel dingen verzwegen. De afspraak was dat ik eerlijk zou antwoorden als ze me vroeg hoe iets zat, niet dat ik alles wat ik deed uit mezelf aan haar zou vertellen.

Slechte leugenaar
De liefde en het vertrouwen die ik van mijn ouders kreeg, hebben mijn ziel gevoed. Ik heb wel eens tegen iemand anders gelogen, maar ik ben er niet goed in en ik voel me er ook niet goed bij.

Erfenis
Ik hoop dat ik met mijn ziel vooral de zielen van anderen met liefde en vertrouwen voed. Dat dat de erfenis is die ik achterlaat. Het is geen grote erfenis die ik achterlaat. Maar dat hoeft ook niet. Zo belangrijk ben ik nou ook weer niet. In ieder geval niet belangrijker dan willekeurig welk ander mens.