Individualisme
Vaak wordt individualisme, ten onrechte, gelijkgesteld aan egoïsme. Mensen hebben het  dan bijvoorbeeld over ‘deze individualistische maatschappij, waarin iedereen alleen maar met zijn eigen belang bezig is’, alsof individualisme hetzelfde is als egoïsme. Het tegendeel is waar. Egoïsten zijn weliswaar individuen die hun eigen belangen boven die van anderen plaatsen, maar dat betekent niet dat ze individualisten zijn, integendeel.

Gelijkwaardigheid
Ik ben een individualist. Dat wil zeggen dat ik ieder mens als een individu beschouw die evenveel bestaansrecht heeft als ik zelf. Dat betekent dat er geen enkel mens op deze planeet bestaat die ik niet als gelijkwaardig aan mezelf beschouw, hoeveel die mens ook van mij mag verschillen.

Belangrijker dan de anderen
Egoïsten beschouwen hun medemensen niet als gelijkwaardig, maar beschouwen zichzelf als belangrijker dan anderen. Egoïsten zijn individuen die de rest van de samenleving als een collectief zien, waar ze zelf, als individuen, zoveel mogelijk van moeten zien te profiteren. Je kunt je medemensen niet als individuen zoals jezelf zien en ze vervolgens uitbuiten, vernederen en onrechtvaardig behandelen. Als je andere individuen zo behandelt dan geef je die individuen ook het recht jou zo te behandelen en dat is niet wat een egoïst wil.

Verdeel en heers
Pas als je je medemensen hun individuele rechten ontzegt en hun rechten van minder waarde beschouwt als je eigen rechten en de rechten van de groep waartoe je behoort, kun je je medemensen de rechten ontzeggen die je jezelf toekent. Daartoe moet je mensen verdelen in collectieven. In plaats van dat je mensen als individuen ziet, zie je ze dan als deel van een collectief. Als je dat collectief vervolgens als minderwaardig aan het eigen collectief beschouwt dan kun je de leden van dat collectief ook als minderwaardig beschouwen en behandelen.

Denken in collectieven
Dat doet me denken aan een spreekwoord dat ik ooit hoorde: ‘Mijn broer en ik tegen onze neven, mijn broer en ik en onze neven samen tegen andere families van onze stam, onze stam tegen andere stammen, onze stam en die andere stammen samen tegen andere stammen’ – allianties, enzovoorts. Het denken in collectieven zorgt er voor dat mensen elkaar niet meer als gelijkwaardige individuen zien.

Individualisme en egoïsme
Individualisme is feitelijk tegengesteld aan egoïsme. Dat het er mee verward wordt komt omdat een egoïst ook een individu is. Maar een individu is niet hetzelfde als een individualist. Ieder mens is per definitie een individu, hoe hij of zij zich ook onderwerpt aan een collectief. Een collectief is altijd een collectie van individuen. Een egoïst is weliswaar een individu, maar per definitie geen individualist.

Het gevaar van collectieven
Ook een belangengroepering is een collectief van individuen die zich samenvoegen om specifieke belangen te behartigen. Als dat specifieke belang in strijd is met het specifieke belang van een ander collectief van individuen, kan dat al snel uitmonden in een strijd waarbij de leden van het ene collectief de leden van het andere collectief het licht in de ogen niet gunnen. Oorlogen ontstaan niet vanuit individualisme, maar vanuit collectivisme. Grote ruzies ontstaan niet tussen individuen maar tussen collectieven. Dat wil niet zeggen dat er tussen individuen geen ruzie kan zijn, maar zo’n ruzie is altijd beperkt. Als er alleen individuele strijd zou zijn dan zouden er geen massaslachtingen en genocides bestaan. Het denken in collectieven maakt van de mens een moordmachine. Een ruzie tussen individuen maakt van een mens hooguit een individuele moordenaar.

Aansluiten en afsluiten
Als je je aansluit bij een collectief dan betekent dat dat je je verbindt met een afgebakende groep mensen en je niet of minder verbindt met mensen die tot een ander collectief behoren. Natuurlijk bestaan er ook weer collectieven binnen collectieven waardoor je je op een bepaald moment af kan zetten tegen het collectief waar je je op een ander moment weer deel van voelt.

Ja, maar jij bent anders…
Ik ben geboren in Maastricht. Veel Maastrichtenaren voelen zich speciaal omdat ze Maastrichtenaar zijn. Van ‘Hollanders’ moeten ze niet veel hebben, die behoren tot de ‘anderen’. Maar op het moment dat het over moslims gaat, beschouwen diezelfde Maastrichtenaren zichzelf ineens nadrukkelijk als ‘Nederlanders’ en wijzen ze, als onderdeel van dat collectief, moslims af. Toch betekent dat niet dat ze de individuele moslim die ze persoonlijk kennen ook afwijzen. Daar maken ze een uitzondering voor. Die moslim kennen ze als individu en beschouwen haar ook als zodanig. Ten opzichte van die ene moslim gedragen ze zich als individualist en niet als deel van een collectief. Dat is overigens niet iets dat alleen bij Maastrichtenaren voorkomt. Het is een algemene tendens. Zo raakte ik, eind jaren zeventig, bevriend met een radicaal feministe die niets van mannen moest hebben, maar omdat ze mij persoonlijk had leren kennen, voor mij een individuele uitzondering maakte. ‘Ik was anders,’ was de eenvoudige verklaring die ze daar voor gaf. Maar belangrijker dan mijn ‘anders zijn’ was dat ze me anders was gaan zien, niet als behorende bij het collectief ‘mannen’, maar als persoon, als individu. Pas daarna kon ze me als gelijkwaardig beschouwen.

Ongewild collectief
Andersom is het natuurlijk ook waar. Ik beschouw mezelf weliswaar als individualist, maar behoor, of ik dat nou wil of niet, ook tot allerlei collectieven. Ik ben man, blank, Nederlander, Europeaan, arbeidsongeschikt, langharig, brildragend, meertalig en noem maar op. Al die dingen ben ik weliswaar, en daardoor behoor ik ook tot allerlei verschillende groeperingen, maar dat definieert mijn positie als mens niet. Ik ben niet in de eerste plaats man of blank of Nederlander of Europeaan of arbeidsongeschikt of langharig of brildragend of meertalig of noem maar op. Ik beschouw mezelf, en anderen, in de eerste plaats als individu. En als individu maak ik deel uit van allerlei verschillende groepen binnen de samenleving.

Het woordenboek
Volgens mijn woordenboek is individualisme de leer die de rechten van het individu boven die van de gemeenschap stelt.

Wie bepaalt de rechten van de gemeenschap?
Volgens die betekenis zou je kunnen concluderen dat er een frictie zit tussen de rechten van het individu en de rechten van de gemeenschap. Alsof een individualist zichzelf boven de gemeenschap plaatst. Maar wie bepalen de rechten van de gemeenschap? Die kunnen alleen maar door individuen bepaald worden. Die individuen die de rechten van de gemeenschap bepalen, zullen daarbij, hoogstwaarschijnlijk, hun eigen belangen en rechten prioriteit geven. Dat zorgt er vanzelf voor dat de belangen en rechten van elke gemeenschap vooral voordelig zijn voor de, binnen die gemeenschap, meest dominante individuen. En zo bepalen die meest dominante individuen de belangen en rechten van de gemeenschap en stellen die boven de belangen en rechten van alle andere individuen die deel uitmaken van die gemeenschap. Dus eigenlijk is de definitie die het woordenboek geeft enigszins misleidend. Het individualisme kan beter gedefinieerd worden als de leer die de rechten van ieder individu als gelijkwaardig aan ieder ander individu binnen of buiten een bepaalde gemeenschap beschouwt.

Gelijkwaardigheid
Als ik ieder individu als gelijkwaardig aan mezelf beschouw dan beschouw ik de gemeenschap van individuen zeker niet als minderwaardig aan mezelf. Die gemeenschap bestaat immers, afhankelijk van hoe je hem definieert, uit honderden, duizenden, miljoenen of miljarden individuen die ik allemaal, stuk voor stuk evenveel waarde toeken als mezelf. En als ik elk individu als gelijkwaardig aan mezelf beschouw, dan is het onmogelijk dat ik mijn rechten boven die van honderd, duizend, een miljoen of miljarden individuen zou stellen. Dat zou absurd zijn.

Klassieke denkfout
De verwarring die er voor zorgt dat een individualist voor een egoïst wordt aangezien, ontstaat door een klassieke denkfout. Dat een koe een beest is, betekent niet dat een beest vanzelf een koe is. Dat een egoïst een individu is, betekent niet dat een individu dus een egoïst is. De meeste beesten zijn geen koeien. De meeste individuen zijn geen egoïsten.

Conclusie
Omdat het individualisme uitgaat van de gelijkwaardigheid van alle individuen kan iemand die werkelijk in individualisme gelooft, niet voor egoïsme kiezen.