Hoe bereiken we het ideaal?
Als de ideale samenleving niet dichterbij gebracht kan worden door de mensen die niet voldoen te elimineren, omdat ze zich niet aan de ‘ware’ ideologie willen onderwerpen of omdat ze niet voldoende deugen, kun je dan nog wel iets doen om een ideale wereld dichterbij te brengen? Moeten we dan het idee maar opgeven dat er iets aan onrechtvaardigheid te doen is?

Rechtvaardigheid
Hierbij ga ik er wel van uit dat rechtvaardigheid het belangrijkste ideaal is. Ik besef dat dat niet voor iedereen zo is, maar voor mij persoonlijk is dat de kern van de manier waarop ik wil dat mensen met elkaar omgaan.

Begin bij jezelf
Mijn ouders reageerden op de maatschappijkritiek die wij hadden, altijd met een zin die wij als dooddoener beschouwden: ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf.’ Wij beschouwden dat als een dooddoener omdat de achterliggende boodschap leek te zijn dat de wereld niet te verbeteren valt, maar dat je hooguit aan jezelf kan werken. Alsof je onrechtvaardigheid zou moeten accepteren als een gegeven. Hoe ouder ik word, hoe meer ik denk dat dat eigenlijk wel klopt. Dat wil niet zeggen dat je je niet tegen onrechtvaardigheid mag, en soms zelfs moet, verzetten. Dat betekent alleen dat je het feit dat onrechtvaardigheid bestaat als een gegeven zult moeten accepteren.

Dao De Jing
In de Dao De Jing, een boek dat wel degelijk maatschappijkritisch is en onrechtvaardigheid veroordeelt, staat (in hoofdstuk 49) het volgende:

Ten opzichte van iedereen die welwillend is, ben ik welwillend en
ten opzichte van iedereen die onwelwillend is, ben ik ook welwillend.
Welwillendheid is een deugd.

Ten opzichte van iedereen die betrouwbaar is, ben ik betrouwbaar en
ten opzichte van iedereen die onbetrouwbaar is, ben ik ook betrouwbaar.
Betrouwbaarheid is een deugd.

Ruud:
Ik zou daar nog aan toe kunnen voegen:

Ten opzichte van iedereen die rechtvaardig is, ben ik rechtvaardig en
ten opzichte van iedereen die onrechtvaardig is, ben ik ook rechtvaardig.
Rechtvaardigheid is een deugd.

Als je…
Als je een dief besteelt, word je een dief. Als je een moordenaar doodt, word je een moordenaar. Als je alleen terugneemt wat van je gestolen is, is dat anders. Als je iemand die jou probeert te vermoorden uit noodweer doodt, ook.

Proletarisch winkelen
Ik had ooit een collega, die net als ik genoeg verdiende om er goed van te kunnen leven, maar toch vond ze dat ze best bij een groot warenhuis mocht gaan stelen, omdat de bezitters van dat warenhuis, in haar ogen, veel te veel geld onttrokken aan de samenleving. ‘Proletarisch winkelen,’ noemde ze dat. ‘Zij maken te grote winsten en ik pak dat weer terug.’ Toen ik opmerkte dat ze dan, indirect, ook van mij stal, omdat winkeldiefstal door de eigenaren van dat warenhuis in de prijzen was verdisconteerd, en ik, omdat ik wel eerlijk voor die spullen betaalde, haar diefstal ook betaalde, vond zij dat ik dan ook maar ‘proletarisch moest gaan winkelen.’ ‘Maar als iedereen dat doet is er geen warenhuis meer, dan gaan alle warenhuizen failliet en waar moet je dan je spullen gaan halen?’ vroeg ik. Een geïrriteerd schouderophalen was het enige antwoord dat ze daarop had. Als je onrecht toevoegt aan onrecht, heb je alleen maar meer onrecht.

Verbeter de wereld…
De beste manier om een rechtvaardige samenleving dichterbij te brengen, is door zelf te handelen alsof die rechtvaardige samenleving er al is. Als ik zorg dat ik eerlijk en rechtvaardig ben, welwillend en betrouwbaar, dan is die rechtvaardige samenleving al iets dichterbij gekomen. Die dooddoener van mijn ouders klopt wel: ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf.’

Deugen
Dat betekent overigens niet dat je je niet tegen onrecht mag verzetten. Maar dat kun je pas echt overtuigend wanneer je zelf geen onrecht doet. Hoe kan ik een ander ondeugd verwijten als ik zelf niet deug?

Het verdragen van onrecht
Ik heb onrecht eigenlijk nooit kunnen verdragen. Dat kan ik nog steeds slecht. Dat onrechtvaardigheid zoveel schade aan mensen toebrengt en dat de veroorzakers van dat onrecht zich vaak ook nog wentelen in hun eigen ‘gelijk’, hun rationalisaties om het onrecht dat ze plegen goed te praten, daar ben ik, letterlijk, ziek van geworden. Als ik zie dat andere mensen pijn wordt aangedaan, dan voel ik die pijn. Als ik zie dat andere mensen worden vernederd, dan voel ik die vernedering. Als ik zie dat mensen in een hopeloze situatie aan hun lot worden overgelaten, dan voel ik die hopeloosheid. Onrechtvaardigheid zuigt alle energie uit me weg. Soms vraag ik me af of ik niet beter af zou zijn als ik me niet zo met mijn medemensen zou identificeren, maar tegelijkertijd zou ik dat ook niet willen, zou ik daar nooit voor kiezen. Dus als ik zie dat mensen pijn wordt aangedaan, dat mensen worden vernederd of in een hopeloze situatie aan hun lot worden overgelaten, dan beschouw ik het wel degelijk als mijn taak om daar, zover dat in mijn mogelijkheden ligt, iets aan te doen. In die zin kan ik onrecht nooit accepteren. Wat ik wel zal moeten leren is om te accepteren dat er onrecht is. Dat dat deel is van het bestaan. Dat dat onlosmakelijk verbonden is met de menselijke samenleving.

Een genuanceerd gezelschap
De wereld waarin ik kon ontstaan, was er nooit geweest als er geen onrecht was geweest. Zonder onrecht was ik nooit ontstaan. Onder mijn voorouders waren mensen die welwillend, betrouwbaar en rechtvaardig waren, maar ook mensen die onwelwillend, onbetrouwbaar en onrechtvaardig waren. Al die voorouders zijn van essentieel belang geweest in het voortbrengen van mij en de mijnen.

Een vreemde spagaat
Ziedaar de vreemde spagaat. Als er geen onrecht was geweest, had ik niet bestaan en had ik me ook niet druk kunnen maken over het bestaan van onrecht. Dat geldt niet alleen voor mij, dat geldt voor iedereen die leeft. Een afstammeling van slaven had nooit bestaan als er geen slavernij was geweest. En we stammen allemaal af van slaven, horigen en lijfeigenen, zoals we ook allemaal afstammen van slavenhouders en feodale landheren. We stammen allemaal af van moordenaars, plunderaars en verkrachters. We stammen ook allemaal af van goede mensen, liefdevol en rechtvaardig. We kunnen de samenleving niet bevrijden van onrecht. We kunnen er wel voor zorgen dat we zelf zo weinig mogelijk onrecht toevoegen, en daar waar we kunnen onrecht bestrijden, door voor de slachtoffers van dat onrecht op te komen.

Behandel een ander als jezelf
‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf.’ ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.’ ‘Behandel een ander als jezelf.’ Dat is het begin voor het dichterbij brengen van een rechtvaardiger samenleving. Als ik dat dooddoeners noem, dan doe ik dat soort uitspraken onrecht. Het zijn wijsheden die net zo oud als de mensheid zijn. Het is niet omdat ze onzin zijn, dat ze iedere keer weer overgeleverd worden. Het zijn simpele uitspraken, maar dat wil niet zeggen dat het ook simpel is om er naar te leven. Integendeel. Dat is ook precies de uitdaging ervan.