ruud's utopische droombeeld aflevering 17
Onvoorwaardelijke liefde
Voordat ik haar ontmoette, droomde ik al van haar. Als ik wakker werd droomde ik van een vrouw die naast me lag en, op het moment dat ze haar ogen opendeed, met een grote glimlach, vanuit het diepst van haar ziel, tegen me zei: ‘Ik hou van jou!’ Blijkbaar verlangde ik naar iemand die onvoorwaardelijk van me hield. Dat was in de meeste relaties die ik voor Krista heb gehad absoluut niet zo. Ik moest altijd wel aan het een of andere droombeeld van de ander voldoen en vaak was het ook zo dat juist die eigenschap van mij die de ander, in eerste instantie, zo aantrekkelijk had gevonden, uiteindelijk dezelfde eigenschap was die, in een later stadium, ineens niet meer zo aantrekkelijk werd gevonden. Dan werd iemand verliefd op mijn feminiene kant, omdat ik zacht was en lief en zo goed over gevoelens kon praten, en dan bleek ze er na een tijdje achter te komen dat ze de macho in me miste en knapte ze juist op dat zachte en lieve af. ‘Je kan het ook nooit goed doen,’ dacht ik vaak. Dus droomde ik van een vrouw die naast me lag, me bij het wakker worden liefdevol aankeek en vanuit het diepst van haar ziel haar tevredenheid met me uitsprak.
Maar dromen zijn bedrog. Toch?
Een huis aan de kust
Ik ontmoette Krista op een oudejaarsfeest dat ik, samen met twee vrienden, had georganiseerd. We zaten met zijn drieën in een bandje en hadden besloten, bij gebrek aan optredens, zelf een feest te organiseren om op die manier naar een optreden toe te kunnen werken. We nodigden vrienden uit en vroegen die vrienden om ook weer een aantal vrienden mee te nemen, zodat we een flink publiek zouden hebben. Krista was meegekomen met een klasgenote van me, waar ik ook mee bevriend was. Na het optreden van onze band raakten we in gesprek. Het klikte meteen. Zij vertelde dat haar grootste droom een huis aan de kust met uitzicht op zee was, waar ze ongestoord piano zou kunnen spelen. Mijn grote droom was een huis aan de kust waar ik ongestoord zou kunnen schrijven. ‘Jullie kunnen het nogal met elkaar vinden, zie ik,’ zei onze gemeenschappelijke vriendin toen ze ons samen een tijdje had geobserveerd. ‘Ja,’ zei ik, ‘je vriendin is echt een monster.’ Krista keek me aan en reageerde meteen met: ‘Ik vind jou ook wel leuk.’ Dat deed het hem. Toen wist ik dat ik iets met haar wilde. Niet dat ik precies wist wat ik met haar wilde, maar dat deed er ook niet zo toe. In ieder geval wilde ik dat zij deel ging uitmaken van mijn bestaan.
De klik
Na dat oudejaarsfeest duurde het een paar weken voordat het me lukte om een afspraak met haar te maken. Omdat ik het zelf best eng vond om naar haar toe te gaan en het liefste had dat zij naar mij toekwam, sprak ik bij haar af en ging naar Rotterdam. Toen ik haar dat vertelde, vertelde zij dat zij het juist eng had gevonden om mij bij haar te ontvangen, maar dat ze daarom besloten had het mij gemakkelijk te maken. Grappig. We hadden allebei iets gedaan wat we moeilijk vonden om de ander te ontzien. We gingen de stad in om ergens iets te gaan eten samen. We zaten aan een tafeltje in een restaurant en zwegen terwijl we elkaar aankeken. We verdronken in elkaars ogen, totdat we ‘wakker’ werden van een voorzichtige kuch. Toen ik opkeek zag ik een serveerster die met een grote glimlach vroeg of we al iets wilden bestellen. We waren helemaal vergeten op de kaart te kijken en vroegen nog wat tijd. Dat kregen we. Ik weet niet meer wat we bestelden en ook niet meer hoe het smaakte, Dat deed er ook niet toe.
Verliefd
Het weekend daarop ging ik naar Maastricht om, zoals ik dat toen jaarlijks deed, carnaval te vieren met mijn broer en zus. Die hele carnaval liep ik, grijnzend van oor tot oor, mee te zingen met de carnavalshit van dat jaar; een lied op de melodie van ‘Twee Ogen Zo Blauw’ dat van een Maastrichtse tekst was voorzien:
Iech bin zoe verleef
hartstikke verleef
es iech diech zeen bin iech blej dat iech leef
iech bin zoe verleef
Ik ben zo verliefd
hartstikke verliefd
als ik jou zie ben ik blij dat ik leef
ik ben zo verliefd
En dat was precies zoals ik me voelde.
Contact
Er is, vanaf het moment dat we voor elkaar kozen, geen dag voorbijgegaan zonder dat we, al is het maar even via de telefoon, contact met elkaar hadden. Elke dag ben ik blij dat ik haar ken. Dat zij een deel van mijn leven is.
Droom
Na een tijdje viel me iets op. Ik droomde nooit meer van een vrouw die naast me lag en me liefdevol aankeek en me, met een grote glimlach, vertelde dat ze van me hield. Waarom zou ik ook. Iedere dag vertellen Krista en ik elkaar dat we van elkaar houden, in houding en in woorden. Tot mijn grote verbazing is mijn droom werkelijkheid geworden.
Verstrengeld
In de bijna dertig jaar dat we nu bij elkaar zijn hebben we nog nooit een conflict van betekenis gehad. Als er een kleine wrijving is, lossen we die meteen op. Daardoor hebben we nooit grote wrijvingen. Maar wat misschien nog belangrijker is; we accepteren elkaar zoals we zijn. We hebben geen onvervulbare verwachtingen van elkaar. Zoals een vriendin van Krista enigszins verrassend stelde: ‘Jullie laten elkaar volledig vrij en tegelijkertijd hebben jullie een ongelofelijk symbiotische relatie.’ Dat vond ik wel een rake typering. We zijn, in die dertig jaar, innig met elkaar verstrengeld geraakt. Ik zou me, eerlijk gezegd, geen leven zonder Krista meer kunnen voorstellen.
Aanpassen
Toch heb ik nooit het gevoel dat ik me aan Krista moet aanpassen. Ik zou ook niet willen dat zij het gevoel zou hebben dat ze zich aan mij aan zou moeten passen. Toch zijn onze zielen wel degelijk met elkaar verweven, misschien juist wel omdat we ons niet aan elkaar hoeven aanpassen. Als je het gevoel hebt dat de ander je accepteert en liefheeft om wie je bent, in tegenstelling tot wat je voor hem of haar betekent, dan voel je je gezien en gewaardeerd. Dan is er geen noodzaak om tegenover die ander te gaan staan om jouw belangen te verdedigen, omdat die belangen niet aangevallen worden. Dan is het voldoende om de liefde en aandacht die je te geven hebt, te geven. Dan wordt je gewaardeerd om wat je doet en niet om wat je nalaat.
Positieve kracht
De positieve kracht die daar het gevolg van is, is enorm. Ik ervaar het als een groot geluk dat ik in de ogen van mijn lief voldoe. Dat ze me waardeert om wie ik ben. Dat ze mijn zwakheden, beperkingen en gebreken niet afwijst, maar accepteert omdat ze deel uitmaken van wie ik ben. Andersom is dat ook zo. Ook ik accepteer haar zwakheden, beperkingen en gebreken als deel van haar. Omdat ze deel zijn van haar, en ik haar onvoorwaardelijk en totaal liefheb, ook haar zwakheden, beperkingen en gebreken. Als Krista blij met mij is dan ben ik blij met mijzelf. En ik ben altijd blij met Krista.
Wat doen we goed?
We vragen ons samen wel eens af hoe dat kan. Hoe het mogelijk is dat we al ruim dertig jaar samenzijn en al 23 jaar getrouwd zijn en samen in één huis wonen, zonder dat dat ooit tot grote wrijvingen heeft geleid. Wat doen wij goed?
Eigen plek
Ik vraag me af of ik met iemand anders zo’n harmonieuze verhouding zou kunnen hebben. Ik denk het, eerlijk gezegd, niet. Ik denk ook dat Krista, als wij elkaar niet ontmoet hadden, waarschijnlijk, alleen was gebleven. En ik denk dat dat bij mij ook het geval zou zijn geweest. We zijn niet met onze verhouding begonnen vanuit het gevoel dat we iets misten. Ik wilde niets van Krista, behalve haar leren kennen en een vriendschap met haar opbouwen. Ik had, naar mijn gevoel, ook niemand nodig om een leegte te vullen. Ik was liever alleen dan in een relatie waarin ik me niet prettig voelde of het gevoel had dat ik in de ogen van de ander niet voldeed. Krista hoefde, wat mij betreft, alleen maar Krista te zijn. We hadden beiden geen toekomstbeeld waarin het verlangen naar een relatie en kinderen bepalend waren. Toen ik Krista leerde kennen woonde ze in Rotterdam en woonde ik in Utrecht. Daarna verhuisde ze eerst naar Haarlem, toen naar Amsterdam en daarna naar een eigen huisje in Utrecht. Pas na zeven jaar gingen we op zoek naar een huis om samen in te wonen, waarbij we allebei als voorwaarde stelden dat we in dat huis ieder onze eigen gang moesten kunnen gaan. Gelukkig vonden we dat huis. We wonen er nu nog.
Geen huiskamer
Het aparte van de manier waarop we wonen, is dat we geen echte huiskamer hebben. Daar is geen plek voor. Krista en ik hebben ieder een eigen kamer en samen een slaapkamer en Pauli, onze zoon, heeft boven op zolder zijn eigen kamer. De enige gemeenschappelijke ruimte die we hebben is een eetkeuken, waar we alle bezoek ontvangen en waar Krista’s leerlingen wachten totdat de vorige les is afgelopen. We hadden allebei ook lange tijd geen kinderwens. We besloten pas dat er ruimte was voor een kind toen we een paar jaar samenwoonden en merkten dat dat zonder noemenswaardige conflicten ging. Pas op het moment dat we het vertrouwen hadden dat we goede ouders voor een kind zouden kunnen zijn en zo’n kind een warme plek zouden kunnen geven, lieten we de mogelijkheid open dat er een kind in ons leven zou kunnen komen. Als dat niet natuurlijk was gegaan, hadden we dat overigens ook geaccepteerd.
Verwachtingen
Ik denk dat wrijvingen in relaties alles te maken hebben met verwachtingen. Als je verwacht dat je je niet meer eenzaam voelt als je een relatie hebt, en met die verwachting een relatie met iemand aangaat, dan zul je al snel het gevoel hebben dat die relatie faalt als je je desondanks eenzaam voelt. Dan is het maar een kleine stap om de persoon waarmee je die relatie hebt kwalijk te nemen dat jij je eenzaam voelt. Maar die eenzaamheid was er al voor de relatie en heeft er wellicht helemaal niets mee te maken. Als je een ander verantwoordelijk maakt voor jouw geluk dan kan die ander eigenlijk niet anders dan falen.
Droombeeld of utopie
Of een droombeeld van een relatie uitkomt of niet, heeft te maken met de aard van dat droombeeld. Als je denkt dat al je problemen, je eenzaamheid en het gevoel dat je tekort komt, opgelost kunnen worden door een relatie die je met iemand aangaat, dan is dat droombeeld een onvervulbare utopie. Zo’n relatie bestaat niet.
Geluk
Maar een droombeeld van een relatie waarin je jezelf mag zijn en lief wordt gehad om wie je bent, kan, als je zelf bereid en in staat bent om de ander zichzelf te laten zijn en lief te hebben, wel degelijk werkelijkheid worden. Dat wil niet zeggen dat het zal gebeuren, maar het kan wel. De helft daarvan heb je in eigen hand. De andere helft hangt van geluk af. Dat geluk wordt bepaald door degene met wie je een relatie aangaat. Als die eenzelfde droombeeld heeft dan droom je dat droombeeld samen de werkelijkheid in.
Soms is een utopie wel degelijk te verwezenlijken.
Ruud Moors’ eerdere afleveringen van zijn Utopische Droombeeld-serie en zijn eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: