Wat voor de een een droombeeld is, is voor de ander een nachtmerrie. De ideale samenleving is voor menig miljardair een samenleving waaraan hij of zij ongelimiteerd rijkdom kan onttrekken, zonder enige belasting te hoeven betalen of maatschappelijke verantwoordelijkheid te hoeven dragen. Een samenleving waarin er een overschot aan arbeiders bestaat en waar geen minimumlonen door de staat vastgesteld worden. Met andere woorden; een samenleving die die miljardair vele voorrechten geeft en nauwelijks plichten. Feitelijk lijkt dat de natte droom van velen die bevoorrecht zijn, niet alleen van miljardairs, maar van iedereen die persoonlijke rijkdom als hoogste ideaal heeft.

Hou jij ze dom, dan hou ik ze arm
In mijn geboortestad Maastricht staat, aan de rand van de markt, een beeld van Petrus Regout, een industrieel die rond 1900 stinkend rijk werd met zijn porseleinfabriek. De arbeiders die in zijn fabriek werkten, waaronder ook veel kinderen, betaalden het gelag. Ze werkten veertien uur per dag en verdienden nauwelijks genoeg om in leven te blijven. Dat er kinderarbeid was, was niet omdat die arbeiders er voor kozen om hun kinderen uit te buiten, maar omdat ze te weinig verdienden om zichzelf en hun kinderen in leven te houden. De armoede van die arbeiders was onbeschrijfelijk. In de hoofden van veel afstammelingen van die arbeiders leeft Petrus  Regout voort als de harteloze uitbuiter die hij werkelijk ook was. Voor die arbeiders is nooit een monument opgericht, voor Petrus Regout wel. Er is één anekdote die zijn harteloosheid perfect illustreert, het is ook
feitelijk de enige anekdote die ik van hem ken (en die als het over hem gaat altijd aangehaald wordt). Hij schijnt ooit tegen een priester gezegd te hebben: ‘Hou jij ze dom, dan hou ik ze arm!’ Petrus Regout vond het de normaalste zaak van de wereld dat hij zijn arbeiders uitbuitte om er zelf beter van te worden. Zo kon hij immers maximale arbeid voor een minimale prijs krijgen. Hij genoot zonder meer van de rijkdom en de status die hij had. Je zou kunnen zeggen dat hij zijn utopie, zijn droombeeld verwezenlijkt had. Voor de arbeiders die in zijn fabriek voor een (letterlijk) hongerloontje moesten werken, was de utopie die hij verwezenlijkt had een constante nachtmerrie waar maar geen einde aan leek te komen.

Persoonlijk
Eigenlijk is het nastreven van een utopie altijd een persoonlijk iets. Je kunt wel beweren dat jouw utopie gericht is op een betere wereld voor iedereen, maar een betere wereld voor iedereen is onmogelijk.

Fata Morgana
In mijn woordenboek wordt utopie gedefinieerd als ‘hersenschim’ en ‘droombeeld’. Misschien is ‘fata morgana’ een betere term. Het nastreven van een stabiele utopie is als het najagen van een fata morgana. Van veraf ziet het er allemaal heel echt en aantrekkelijk uit, maar als je dichterbij komt verdwijnt het in de mist. Een belangrijke oorzaak is het gegeven dat het droombeeld van de een, de nachtmerrie van de ander is.

Egalitair en pacifistisch
En zelfs al zou je in een egalitaire, pacifistische samenleving leven, dan nog is dat geen stabiele situatie. Een egalitaire, pacifistische samenleving is namelijk mijn droombeeld, mijn utopie. Dat is wat ik persoonlijk nastreef, zonder dat ik ook maar geloof dat ik de samenleving zo zou kunnen veranderen. Er zijn voorbeelden uit de geschiedenis bekend van samenlevingen die egalitair en pacifistisch waren, maar die samenlevingen zijn vrijwel zonder uitzondering van de aardbodem verdwenen juist omdat ze egalitair en pacifistisch waren.

Een vreedzame samenleving
Op een eilandengroep, die nu bekend is als de Chatman-eilanden, leefden de Moriori’s op een vreedzame wijze samen. Hun eiland was niet geschikt voor landbouw en daarom leefden de Moriori’s als verzamelaars en jagers. Dat ze op vreedzame wijze samenleefden hadden ze te danken aan een wijs stamhoofd die oorlog, moord en kannibalisme verboden had. Dat legendarische stamhoofd heette Nunuku-whenua en leefde in de
zestiende eeuw. Vanaf het moment dat hij geweld verboden had, had de hele stam zich daar aan gehouden.

Geweld
In 1835 voer een Australisch schip langs en maakte kennis met de Moriori’s. De kapitein was nogal onder de indruk van deze vreedzame samenleving, en toen hij een tijd later Nieuw-Zeeland bezocht, en daar proviand insloeg bij de lokale Maori-bevolking, vertelde hij hen van zijn bezoek aan de Moriori’s. Dat was voor de Maori’s aanleiding om, met negenhonderd man, koers te zetten richting Chatman-eilanden. Op 19 november 1835  kwamen ze aan. De Moriori’s ontvingen de vreemdelingen hartelijk en boden hen voedsel en vriendschap aan. De Maori’s beantwoordden die gastvrijheid met geweld. Honderden Moriori’s werden vermoord, gekookt en opgegeten, en nog eens honderden werden gemarteld, gevangengenomen en tot slaaf gemaakt. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen mannen, vrouwen en kinderen. Allen ondergingen hetzelfde lot.

De vernietiging van een samenleving
Nadat de Maori’s op deze effectieve manier de Moriori’s hadden uitgemoord, namen ze de eilanden in bezit om er landbouw te gaan plegen, zoals ze dat in Nieuw-Zeeland al deden. Dat was geen blijvend succes. Al snel waren de eilanden grotendeels ontbost en was de grond door de landbouw volledig uitgeput. Het bleek een ecologische ramp. De utopische samenleving van de Moriori’s was in een mum van tijd vernietigd. De Moriori’s waren, als jagers en verzamelaars gewend aan gelijkheid. Stamhoofden waren geen heersers in strikte zin, maar werden  als leiders getolereerd zolang ze het algemeen belang dienden. Hun autoriteit hing af van hun talent om te leiden, niet van de positie die ze innamen. Die werd hun gegund zolang ze goed functioneerden. De Maori’s leefden van landbouw en veeteelt, waardoor ze een ingewikkelder samenleving hadden ontwikkeld met koningen en legers die elkaar om gebieden en macht bestreden. Hoewel de Moriori’s qua aantal de  negenhonderd Maori’s aan hadden moeten kunnen, was hun tegenzin tegen geweld zo’n deel van hun
cultuur geworden, dat ze te verbijsterd waren om geweld met tegengeweld te beantwoorden. Als je een paar generaties lang, als samenleving, geen geweld gebruikt, dan verdwijnt geweld als optie in je handelingsrepertoire. Als je dan met een samenleving geconfronteerd wordt die je letterlijk met geweld overweldigt, dan weet je niet wat je overkomt en kun je er dus ook niet adequaat op reageren. Als
geweldloosheid je enige optie is, ben je machteloos ten opzichte van mensen die wel bereid zijn geweld te gebruiken.

Omgaan met geweld
Als je als pacifist wil overleven, moet je bereid zijn, in het uiterste geval, geweld te gebruiken. Zelfs Gandhi, bekend om zijn pacifisme, was hiervan overtuigd. Je kunt er voor kiezen om geweld  zoveel mogelijk te vermijden vanuit het idee dat geweld meer kwaad dan goed doet, maar geweld totaal afzweren is hetzelfde als jezelf onderwerpen aan geweld. Als ik geweld afzweer, taboe verklaar, dan geef ik iedereen die geweld wel wil gebruiken, de mogelijkheid om mij te onderwerpen, te martelen en te doden. En niet alleen mezelf, maar ook iedereen die mij lief is. Het verhaal van de Moriori’s geeft aan dat dat geen verstandige keuze is. Toch gaat mijn sympathie naar de Moriori’s uit en niet naar de Maori’s die van het pacifisme van de Moriori’s misbruik maakten door ze uit te moorden of tot slaaf te maken.