Goed en kwaad
Goed en kwaad bestaan objectief gezien niet. Wat goed is voor de een kan slecht zijn voor de ander. Als een kat een muis vangt is dat goed voor de kat en slecht voor de muis. Als de muis aan de kat weet te ontsnappen is dat goed voor de muis en slecht voor de kat. Goed en kwaad zijn geen objectieve maar subjectieve maatstaven.

Je moet goed voor jezelf zorgen
Een oom van me, die makelaar was, vertelde ooit aan zijn familie over een geweldige deal die hij had gesloten. Bij een executieverkoop hadden hij en zijn collega’s onderling afgesproken wie welk bod zou doen op de verschillende woningen die in de verkoop gingen waardoor hij voor een belachelijk lage prijs een woning op de kop had weten te tikken die hij de dag erna voor het dubbele had weten te verkopen. Hij zag daar geen kwaad in. Sterker nog; hij was er trots op. Dat de mensen wiens woning hij had gekocht daardoor nog jaren in de schulden zouden zitten voor een woning die ze niet meer in bezit hadden, deerde hem niet. ‘Als ik het niet voor die prijs gekocht had, had een ander het wel gedaan,’ was zijn verweer. En nou had hij er toch maar mooi voor gezorgd dat dit voordeel aan hem, en niet aan een ander, was toegevallen. Hij was zich van geen kwaad bewust. Je moet immers goed voor jezelf zorgen, vond hij en dat deed hij. Op dat moment was hij de kat die de muis had gevangen. Ook die maakt zich niet druk om de gevoelens, behoeftes en belangen van die muis.

Welwillendheid
Hoewel goed en kwaad objectief niet bestaan, is dat niet op dezelfde wijze het geval met termen als welwillendheid en onwelwillendheid. Als je een ander schade berokkent om voor jezelf winst te behalen, is dat, op zich, goed voor jou en slecht voor die ander. Maar het is nooit te verkopen als welwillendheid. Welwillendheid is namelijk altijd gericht op de ander.

Goed of welwillend
In de Dao De Jing staat een stuk waarbij een teken gebruikt wordt dat zowel met ‘goed’ als met ‘welwillend’ te vertalen is. In de meeste vertalingen wordt dit teken met ‘goed’ vertaald. Ik heb in mijn vertaling bewust voor ‘welwillend’ gekozen, omdat wat ‘goed’ is, niet echt objectief vastgesteld kan worden, terwijl wat ‘welwillend’ is perfect weergeeft wat er bedoeld wordt.

Ten opzichte van iedereen die welwillend is, ben ik welwillend en
ten opzichte van iedereen die onwelwillend is, ben ik ook welwillend.
Welwillendheid is een deugd.

Proef maar eens hoe anders dat klinkt als ‘welwillend’ vervangen wordt door ‘goed’.

Ten opzichte van iedereen die goed is, ben ik goed en
ten opzichte van iedereen die slecht is, ben ik ook goed.
Goed doen is een deugd.

Dat wringt toch een beetje.

Egoïsme en hebzucht
‘Hebzucht is goed’ is een bewering die perfect aangeeft hoe dubbelzinnig de term ‘goed’ is. Hebzucht is goed als je hebzucht als iets positiefs voor jezelf ziet. Hebzucht is slecht als je hebzucht als iets negatiefs voor jezelf ziet. Zelfs egoïsme wordt door sommige mensen als positief, dus als ‘goed’ gezien. Denk daarbij bijvoorbeeld aan Ayn Rand en haar volgelingen. Altruïsme beschouwen zij als iets negatiefs, iets slechts. Het zorgt er alleen maar voor dat slappelingen kunnen overleven, terwijl, volgens hen, de wereld beter af zou zijn als alleen de ‘sterken’ overleven. Darwin’s ‘the survival of the fittest’ wordt dan, zoals zo vaak, volslagen verkeerd aangehaald. Maar feitelijk betekent die uitdrukking dat ‘de best aangepaste overleeft’. Dat zou, in sommige gevallen, wel eens de kleinste en zwakste kunnen zijn.

Zachte krachten
‘De zachtmoedigen zullen de aarde erven,’ zegt de bijbel. De Dao De Jing zegt er het volgende over:

Het zachtste in de wereld overrompelt het hardste in de wereld.

Alles wat op het toppunt van zijn kracht is, lijdt tot verval.

Als mensen geboren worden, zijn ze zacht en week,
bij hun dood zijn ze hard en onbuigzaam.
Zoals alle wezens zijn ook gras en hout bij hun geboorte zacht en fragiel
en bij hun dood uitgedroogd als stro.
Daarom hoort alles wat hard en onbuigzaam is bij de dood
en alles wat zacht en week is bij het leven.

Zacht en week overtreffen hard en sterk.

Dat is waarom een onbuigzaam leger wordt uitgeroeid
en onbuigzaam hout gemakkelijk breekt.
Wat hard en stijf is zal vergaan,
wat zacht en week is, richt zich op.

Jezelf of de ander?
Hoewel hebzucht als goed kan worden gezien, kun je het, met de beste wil van de wereld niet welwillend noemen. Welwillendheid richt zich altijd op de ander, hebzucht is alleen maar ‘goed’ voor jezelf.

Onwelwillendheid
Omdat goed en kwaad objectief niet bestaan, bestaat er ook niet zoiets als ‘het goede’ of ‘het kwade’. Het probleem van vrijwel alle ideologieën is dat ze de wereld onderverdelen in ‘goed’ en ‘kwaad’ alsof dat wel objectieve gegevens zouden zijn. Dat geldt zowel voor religieuze als voor seculiere ideologieën. Laat ik het simpel stellen; kapitalisme is goed voor mensen die profijt hebben van kapitalisme en socialisme is goed voor mensen die profijt hebben van socialisme. De keuze voor kapitalisme of socialisme heeft niets te maken met een moreel goed of kwaad, maar met het profijt dat het al dan niet oplevert. Persoonlijk zou ik eerder kiezen voor een welwillend kapitalisme, waarbij het bestaansrecht van alle individuen gewaarborgd wordt, dan voor een onwelwillend socialisme waarin iedereen die zich niet aan het systeem aanpast wordt opgeofferd. Als ik kon kiezen tussen een welwillend kapitalisme en een welwillend socialisme, dan gaat mijn voorkeur wel uit naar socialisme. Maar als ik zou moeten kiezen tussen een onwelwillend kapitalisme en een onwelwillend socialisme zou ik beiden afwijzen. Ik kies niet graag voor onwelwillendheid.

Goed of welwillend?
Wat een goed mens tot een goed mens maakt, is voor discussie vatbaar. Wat een welwillend mens tot een welwillend mens maakt, is dat veel minder.

Moreel besef
Welwillendheid impliceert al een moreel besef, terwijl dat bij goedheid niet zo vanzelfsprekend is. Vandaar dat ik de termen goed en kwaad wat problematisch vind.

Relatieve ramp
Ooit waren de dinosauriërs de dominante levensvorm op aarde. Dat was minder gunstig voor de zoogdieren, die in de marge van het leven hun bestaan vonden. Totdat er een enorme meteoriet op aarde stortte die de aarde voor langere tijd in duisternis hulde. De dinosauriërs overleefden deze catastrofe als soort niet, behalve de gevleugelde varianten die we vandaag de dag nog steeds kennen; de vogels. Voor de zoogdieren was die massale sterfte van dinosauriërs een zegen. Ze hadden ineens de ruimte om zich in allerlei vormen te ontwikkelen. Wat door dinosauriërs als het grote kwaad moet zijn ervaren, was voor de zoogdieren het grote goed.

Standpunt
Stel dat de mensheid, door een ramp, door zichzelf of door het toeval veroorzaakt, totaal van de aardbodem zou verdwijnen. Is dat dan goed of kwaad? Het ligt er maar aan vanuit welk standpunt je het bekijkt. Voor de mensheid zou dat een ramp zijn, voor het leven als geheel en de insecten in het bijzonder misschien wel een zegen. Of je het als goed of kwaad ziet, hangt dus af van het standpunt dat je inneemt.

Het relatieve van goed en kwaad
Stel dat er een nieuwe ideologie ontstaat die iedereen die zich er niet aan onderwerpt vervolgt en op de meest gruwelijke wijze martelt en vermoordt, om op die manier het, door die ideologie als ‘goede’ gedefinieerde aan iedereen op te leggen. Dan zullen de niet-aanhangers van die ideologie die ideologie als het ultieme kwaad zien, terwijl de aanhangers ervan overtuigd zullen zijn dat de niet-aanhangers het ultieme kwaad representeren. Dat is wat ik bedoel als ik zeg dat goed en kwaad objectief gezien niet bestaan.

Welwillendheid als norm
Maar stel nu dat er een idee ontstaat, los van ideologieën, dat stelt dat welwillendheid altijd de norm hoort te zijn, wat men voor de rest ook goed of slecht vindt. Dat je altijd welwillendheid hoort te betrachten ten opzichte van je medemens, ongeacht de verschillen in denkbeelden of levenshoudingen. Dan betekent dat dat er een besef komt dat welwillendheid deugt en onwelwillendheid niet. Niet omdat moreel het juiste gedaan wordt, maar omdat moreel  de juiste houding ten opzichte van de medemens wordt ingenomen. Want dat is wat welwillendheid is; de wens om de medemens optimaal welzijn toe te wensen in woord en daad. Dat betekent dat je je medemens niet onderwerpt aan jouw idee van goed en kwaad, maar dat je jezelf onderwerpt aan het idee van welwillendheid.

De ander is even belangrijk als jij
Volgens mij is dat altijd de beste weg. Je kunt de wereld niet verbeteren als je niet bij jezelf begint. En als je jezelf aan welwillendheid onderwerpt, verbeter je jouw relatie met je medemensen. Je verbindt je, als het ware, met de belangen, behoeftes en gevoelens van je medemensen en beschouwt die als even belangrijk als je eigen belangen, behoeftes en gevoelens.

Tenslotte
Daarom pleit ik niet voor het goede, maar voor welwillendheid.