Eén haartje
Yang Zhu zei: “Bocheng Zigao (Grootmeester Veranderen) had er nog niet één haartje voor over om andere wezens voordeel te bezorgen. Hij ging liever stiekem op het land werken dan zich met staatszaken te bemoeien. De grote Yu (de stichter van de Xia-dynastie) leefde niet voor zichzelf en wat voor hemzelf van voordeel was, maar putte zichzelf volledig uit.

De wereld hervormt zichzelf
In de oudheid boden de mensen geen voordeel aan de wereld aan, als hun dat ook maar één haartje zou kosten. Ze gaven nog niet één leven op, al konden ze er de wereld in zijn geheel mee redden. Als er niemand is die ook maar één haartje offert, en er niemand is die van voordeel wil zijn voor de wereld, dan hervormt die wereld zichzelf.”

Geen antwoord
Qinzi (Meester Vogel) vroeg aan Yang Zhu: “Zou u, meester, één haartje opofferen om de wereld te redden?” “De wereld is zeker niet te redden door het opofferen van één haar”, antwoordde Yang Zhu. Qinzi zei: “Maar stel eens dat dat wel zo zou zijn?” Yang Zhu antwoordde niet.

Een haar onbelangrijk?
Qinzi sprak hierover met Mengsun Yang (Kleinkind Zon). Mengsun Yang zei: “Omdat je meester weigert uit te drukken wat er in zijn hart omgaat, zal ik er iets over proberen te zeggen. Stel dat je, door het schenden van je spieren en huid, tienduizend goudstukken zou kunnen krijgen, zou je dat doen?” “Zeker”, was het antwoord. Mengsun Yang vervolgde: “Zou je ook maar één van je ledematen afrukken voor het veroveren van de staat, zou je dat doen?” Qinzi zweeg een hele tijd en toen vervolgde Mengsun Yang: “Eén haar lijkt maar heel nietig, vergeleken met spieren en huid. Spieren en huid zijn maar nietig, vergeleken met ledematen. Dat is duidelijk. Haren maken deel uit van spieren en huid, en spieren en huid maken deel uit van ledematen. Een haar is, dat staat vast, maar een klein, misschien tienduizendste, deel van een lichaam, maar het bestaat als een apart iets. Waarom zou je dat onbelangrijk achten?”

Wat zijn je ambities je waard?
De bovenstaande tekst stamt uit een Chinees boek dat zo’n tweeduizend jaar geleden is samengesteld onder de titel: ‘Liezi, een verhelderend boek over het stromen van leegte’. Waar deze tekst over gaat is de prijs die je wenst te betalen voor het vervullen van je ambities. Wat is je reputatie je waard? Wat is rijkdom je waard? Wat is macht je waard? En wat zou je er voor op willen geven?

In de Dao De Jing staat een tekst die daar ook over gaat:

Je reputatie of wie je bent, wat vind je belangrijker?
Wie je bent of wat je bezit, wat is je meer waard?
Verkrijgen of verliezen, wat is schadelijker?
Wie een groot verlangen koestert, betaalt daar een hoge prijs voor.
Wie veel verzamelt, zal zeker veel verliezen.
Door te weten wanneer je genoeg hebt, maak je jezelf niet te schande.
Als je weet wanneer je moet stoppen, dan is er geen gevaar.
Dat is altijd zo.

Sport
Het schijnt zo te zijn dat er veel topsporters zijn die er voor zouden kiezen om, als ze zeker weten dat een bepaalde vorm van doping niet traceerbaar is, die te gebruiken als dat hen van de hoogste plaats in het klassement van hun sport zou verzekeren, zelfs als dat ten nadele van hun gezondheid zou zijn en hun leven drastisch zou verkorten. De reputatie die ze op die wijze zouden verkrijgen is, voor hen, meer waard dan wie ze zijn.

Wat stelt reputatie door?
Ik zelf zou nog geen haartje opofferen voor zo’n reputatie, laat staan dat ik er mijn huid en spieren voor zou schenden of een ledemaat voor zou opofferen. Waarom zou ik? Want wat stelt reputatie voor? Het betekent dat anderen op een bepaalde manier naar je kijken en je waarderen om een klein deel van wie je bent. Dat deel wordt dan zichtbaar en uitvergroot, maar de rest van wie je bent wordt feitelijk onzichtbaar. En waar verkrijg je reputatie door? Door roem, macht of rijkdom. Waarom zou je daar de rest van wie je bent voor opgeven? Is die rest niet veel waardevoller?

Wanneer ben je belangrijk?
De vraag is of je werkelijk belangrijk bent als mensen je als belangrijk beschouwen. Ik geloof niet dat ik belangrijker ben dan andere mensen. Ik geloof ook niet dat ik minder belangrijk ben dan andere mensen. Uiteindelijk is helemaal niet objectief vast te stellen wie meer of minder belangrijk is voor het bestaan van de mensheid. Hoeveel aandacht je ook op jezelf weet te vestigen, dat verandert niets aan het belang dat je hebt. Bescheiden mensen zijn niet onbelangrijk, ze zijn alleen niet zo dominant aanwezig. ze vragen niet zo dominant om aandacht.

Gezien worden
Toch wil ik wel gezien worden. Dat wil zeggen dat ik het prettig vind als mensen mij opmerken en aandacht voor me hebben. Tegelijkertijd wil ik die mensen ook zelf opmerken en aandacht geven. Als we kiezen voor die wederkerigheid zijn we niet bezig onszelf belangrijker te doen lijken ten koste van de ander, maar zien we elkaar als gelijkwaardig. En die gelijkwaardigheid, ik kan er niet vaak genoeg op terugkomen, is voor mij essentieel. De rijkste man van de wereld is niet belangrijker dan ik ben. Hij is alleen maar meer in het collectief bewustzijn aanwezig. Datzelfde geldt voor de beroemdste musicus, kunstenaar of politicus.

Toeval
Nog geen haartje wil ik opofferen voor welke ambitie dan ook. Niet voor mijn eigen reputatie en niet voor het veranderen van de wereld. En net zo min als ik mijzelf wil opofferen, wil ik anderen opofferen. Het hele idee dat er zaken zouden zijn die belangrijker zijn dat het leven zelf, staat me tegen. Veel van die zaken zijn arbitrair. Dat ik Nederlander ben bijvoorbeeld. Dat is echt toevallig. Als de geschiedenis maar een heel klein beetje anders was geweest, dan zou mijn vader, net zoals een groot deel van zijn familie, Belg zijn geweest, dan zou heel Zuid-Limburg, de streek waar ik geboren ben, Belgisch zijn geweest. Als mijn ouders naar Australië waren verhuisd was ik nu Australiër geweest. Waarom zou ik me dan op moeten offeren voor mijn land? Ik ben belangrijker dan het land waarin ik leef. Ieder mens die in dit land leeft is belangrijker dan het land waarin hij of zij leeft. Een natie is maar een idee, niet meer dan dat.

Mensen of ideeën
Mensen zijn belangrijker dan ideeën en mogen nooit voor een idee opgeofferd worden; niet voor het idee van een natie, niet voor het idee van een ideologie, niet voor een politiek idee of een religieus idee. En mensen zouden zichzelf ook niet op moeten offeren voor rijkdom, macht of reputatie.

Het bestaan
Er is niets belangrijker dan het bestaan zelf. Dus waaraan zou je dat dan opofferen? En waarom?