
ruud's utopische droombeeld aflevering 50
Angst
Het verlangen naar Utopia komt voort uit angst. Angst kan omgezet worden in handelen of kan verlammen. ‘Normale angst motiveert ons om te werken aan ons individuele en collectieve welzijn; abnormale angst vergiftigt en vervormt onze innerlijke levens voortdurend,’ zegt Martin Luther King in een van zijn preken. Maar wat is normale angst en wanneer is angst abnormaal? Voor een deel hangt dat van de context af en voor een deel van degene die die angst ondergaat.
Terechte angst
Als je als slaaf moet leven en voor elk wissewasje gestraft kan worden, dan leef je voortdurend in angst; angst dat je bestaansrecht wordt aangetast. Terechte angst. Dan is het verlangen naar een Utopia in het hiernamaals, een hemel waar rechtvaardigheid heerst en je bestaansrecht niet meer wordt aangetast, een aantrekkelijk denkbeeld. Hier en nu is het bestaan weliswaar niet te harden, maar in de toekomst, na mijn dood zal ik voor mijn lijden beloond worden met een eeuwig vreedzaam bestaan. Dat zorgt ervoor dat ik de onmogelijke situatie waarin ik me nu bevind, kan verdragen en dat ik niet totaal verlamd wordt door angst.
Bezweren van angst
Ook al is het bezweren van angst door het geloven in een utopisch hiernamaals wellicht gebaseerd op niet meer dan een dwaalidee, het helpt wel in het kunnen hanteren van een angstwekkende situatie. Een utopie kan de angst helpen bezweren. Ook als die utopie nooit verwezenlijkt wordt. Ook als die utopie alleen maar een droombeeld is.
Geloof
Ik geloof niet in god en in een hiernamaals. Maar dat betekent niet dat ik geen gebruik maak van een utopie om mijn angsten te bezweren. Heel lang heb ik gedacht dat we, als mensheid, door de eeuwen heen vooruitgang boeken; dat we op weg zijn naar een betere toekomst; dat het paradijs op aarde er ooit zal komen. Nog steeds zou ik graag geloven dat de mensheid op weg is naar een betere, rechtvaardigere wereld, waarin het bestaansrecht van ieder individu gewaarborgd is. Theoretisch zijn we daar ook zeker toe in staat. En toch geloof ik daar niet meer in.
Geschiedenis
Dat is niet omdat ik een gruwelijke pessimist ben, maar omdat ik de geschiedenis van de mensheid steeds beter heb leren kennen. De rationaliteit die ervoor zou kunnen zorgen dat we een samenleving creëren die rechtvaardig en eerlijk is en waarin er voor ieder individu een bestaansplek is, wordt tenietgedaan door ons kortetermijndenken en onze verslaving aan het onderwerpen van anderen en onze acceptatie van het door anderen onderworpen worden.
Kwetsbaarheid
Dat iedere mens kwetsbaar is, staat vast. Maar sommige mensen zijn kwetsbaarder dan anderen. Bij mensen die graag de illusie koesteren dat ze zelf niet kwetsbaar zijn, wekt de kwetsbaarheid van anderen agressie op. Daarom kijken mensen op andere mensen neer. Vanwege de illusie van onkwetsbaarheid wordt de kwetsbaarheid van anderen gebruikt om hen te onderwerpen en daardoor te straffen voor hun kwetsbaarheid. Dat is mijn verklaring waarom er, door mensen die zichzelf geslaagd achten in het leven, zo neergekeken wordt op mensen aan de onderkant van de samenleving. Dat is mijn verklaring waarom er neergekeken wordt op mensen die niet tot de eigen groep behoren, vooral als ze tot een groep behoren die kwetsbaarder is
Onbegrip
Ik heb het zelf ervaren toen ik geveld werd door het chronisch vermoeidheidssyndroom. Het gecultiveerde onbegrip van politici, keuringsartsen, arbeidsdeskundigen en hoogleraren heb ik als ronduit stuitend ervaren. Alsof mijn kwetsbaarheid hen het recht gaf om mijn betrouwbaarheid in twijfel te trekken. Alsof mij het leven met genoegen nog zwaarder werd gemaakt omdat ik het gewaagd had zwak en weerloos te zijn. Alsof ik voor mijn kwetsbaarheid gestraft moest worden.
Gelijkwaardigheid
Ik heb geleerd mij dat gedrag niet persoonlijk aan te trekken. Het is ook niet persoonlijk. Dat is misschien wel het ergste. Als je kwetsbaar bent wordt je, door veel mensen, niet meer als een gelijkwaardig persoon gezien. Dan mag er op je neergekeken worden, alsof je mislukt zou zijn. Maar zolang een mens een mens is, is hij of zij nooit mislukt. Een mens kan niet meer of minder mens worden.
Een gevaarlijke illusie
Dat bevoorrechte mensen de illusie koesteren dat ze die positie aan zichzelf te danken hebben en dat ze daarom beter zijn dan personen die minder bevoorrecht zijn, is altijd zo geweest. Als je een ander aan je weet te onderwerpen, lijk je zelf groter. Dat is natuurlijk niet echt zo. Ik ben geen centimeter groter door een ander op de knieën te dwingen. Die ander wordt daarmee ook geen centimeter kleiner. Dat de ene mens belangrijker is dan de ander, is gewoon een illusie. Maar als je naar de geschiedenis van de mensheid kijkt, is het wel een verslavende illusie. Het is een illusie die koningen en onderdanen geschapen heeft. Het is en blijft een illusie; een koning is niet meer mens dan zijn onderdanen.
Vernedering
De gevolgen van die illusie jagen mij mijn hele leven al angst aan. Hoewel ik weet dat het werkt zoals het werkt, begrijp ik het niet. Ik begrijp niet waarom de ene mens de ander vernedert. Ik begrijp niet dat dat blijkbaar goed voelt. Het genot dat mensen beleven aan het pijnigen en vernederen van anderen, deel ik niet. Niet dat ik nooit iemand heb vernederd, maar dat was nooit mijn intentie. Ik heb er nooit van genoten. Integendeel.
Gedram
Ooit zat ik in een groep mensen die samen een oplossing voor een probleem moesten zoeken. Ik vond dat iedereen zijn of haar zegje moest doen, maar er was een jonge vrouw die niets zei, ook niet als haar mening gevraagd werd. Daar nam ik geen genoegen mee en ik bleef doorvragen, ook al voelde zij zich daar duidelijk steeds ongemakkelijker bij. Op een gegeven moment gaf haar vriendin mij luid en duidelijk te verstaan dat ik op moest houden met dat gedram en dat ik haar vriendin in haar waarde moest laten. Pas toen realiseerde ik me dat mijn gedram voor die jonge vrouw vernederend moest zijn. Dat gebeurde zo’n zesenveertig jaar geleden en nog steeds word ik, iedere keer als ik er aan denk, door schaamte overmand.
Plezier
Ik weet dat sommige mensen extreem veel plezier hebben in het vernederen van hun medemensen en dat de meeste mensen het soms hebben. Blijkbaar behoor ik tot de groep die zeldzaam tot nooit plezier in vernederen heeft. Dat is geen verdienste, dat is gewoon zo.
Het principe intact
Er zal nooit een mensheid zijn zonder vernedering. Dat ik de lol van vernederen niet begrijp doet daar niets aan af. Soms denken mensen dat ze zich kunnen bevrijden van de vernederingen die hen worden aangedaan, en die, dat kan haast niet anders, hen ook angst aanjagen. Dan wordt er een utopie nagestreefd waarin degenen die hen vernederen hun macht tot vernederen wordt ontnomen. Meestal worden dan alleen de rollen maar omgedraaid en blijft het principe van vernederen intact. Dat is waarom we als mensheid nauwelijks vooruitgang maken in ons streven naar een vreedzame, rechtvaardige wereld.
Bestaansrecht
Alleen een wereld waarin ieder individu zich realiseert dat ieder ander individu evenveel bestaansrecht heeft, kan vreedzaam en rechtvaardig zijn. Ik geloof niet dat ieder individu dat kan. Ik geloof dat ik daarom niet moet wachten totdat anderen het kunnen, maar moet kijken in hoeverre ik er zelf toe in staat ben.
Utopie van het hart
Op die manier probeer ik een utopie van het hart te creëren. Niet door de wereld te veranderen, maar door mezelf te veranderen. Dat de wereld mij soms angst aanjaagt, zal ik moeten accepteren als een gegeven. Het is normaal om angst te koesteren voor het onrecht en het gewelddadige karakter van vernedering. Ik moet me door die angst niet laten verlammen, maar me er door laten motiveren om te werken aan het individuele en collectieve welzijn.
Door lief te hebben overwin ik mijn angst.
Ik heb geen Utopia meer nodig.
Ruud Moors, oktober 2018
Dit was de laatste van mijn vijftig essays onder de titel; Ruud’s Utopische Droombeeld. Volgende week start ik met een nieuwe serie onder de titel; Aannames.
Ruud Moors’ eerdere afleveringen van zijn Utopische Droombeeld-serie en zijn eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: