Beeldvorming
Door verhalen vormen we ons een beeld van de wereld waarin we leven en van de geschiedenis van die wereld. Veel van de verhalen waarop we ons wereldbeeld baseren blijken, bij nadere bestudering, helemaal niet waar te zijn. Dat betekent dat de conclusies die we uit die verhalen trekken ook niet waar kunnen zijn. Dat betekent dus ook dat we die conclusies moeten herzien op het moment dat we er achter komen dat zo’n verhaal niet klopt.

De ronde aarde
‘Ook in de Middeleeuwen was de aarde rond,’ zo stelt Hieke Huistra in een artikel in Trouw (op zaterdag 9 november 2019). Als je nagenoeg alle middeleeuwse afbeeldingen van het heelal bekijkt blijkt de aarde altijd afgebeeld te worden als een bol. Ook in middeleeuwse teksten, zoals Dante’s ‘Goddelijke Komedie’ is de aarde een bol, en in The Canterbury Tales schrijft Chaucer over ‘This wyde world, which that men seye is round’.

De platte aarde
Waar komt het idee dan vandaan dat men in de Middeleeuwen dacht dat de aarde plat was? Dat verhaal stamt uit de negentiende eeuw. De auteurs die dat misverstand de wereld in hielpen hadden persoonlijke of politieke redenen om geloof en wetenschap tegenover elkaar te plaatsen. Het idee dat middeleeuwers dachten dat de aarde plat was, en dat dat kwam omdat de kerk die middeleeuwers dom wilde houden, zorgde voor het idee van een onredelijk geloof versus redelijke wetenschap.

Kerken en universiteiten
In de Middeleeuwen ontstonden de eerste universiteiten. Zeker een derde van de lestijd werd besteed aan natuurwetenschappen zoals astronomie. Die universiteiten werden opgericht en bekostigd door de katholieke kerk. Als die kerk de wetenschap de kop had willen indrukken dan was het oprichten en bekostigen van universiteiten aardig contraproductief. Zeker omdat de kerk de grootste wetenschapsfinancier in de Middeleeuwen was.

Domhoud-instituut
Dat hadden de auteurs, die de mythe van het middeleeuwse geloof in de platte aarde de wereld in geholpen hebben, kunnen weten. Er is geen enkel bewijs dat middeleeuwers de wereld als plat zagen. Alle afbeeldingen en verhalen uit die tijd beschrijven de aarde wel degelijk als rond. Maar door te doen alsof de middeleeuwers door de katholieke kerk gedwongen werden in een platte aarde te geloven, terwijl de Grieken en Romeinen de aarde wel al als rond zagen, werd de kerk afgeschilderd als een instituut dat alle reeds bestaande kennis onder tafel had geveegd met de bedoeling om mensen dom te houden.

Aarde als centrum van het universum
Dat die framing gewerkt heeft, staat vast. Ook ik geloofde dat middeleeuwers, door de kerk, dom werden gehouden en gedwongen werden om in een platte aarde te geloven. Wat me vooral overtuigde was het verhaal dat de kerk zich strikt aan de bijbel hield, waar immers in staat dat de zon in het Oosten opkomt en in het Westen ondergaat en dat een ronde aarde die om de zon heen draait dat beeld verstoord zou hebben. Misschien dacht de kerk wel degelijk dat de aarde het centrum van het universum was en dat alles om de aarde heen draaide, maar dat de aarde plat was heeft de kerk nooit beweerd.

Wetenschap en waarheid
Ik ben geen grote fan van de katholieke kerk. Integendeel. Maar tegelijkertijd vind ik het ook niet juist om die kerk op grond van leugens te beoordelen. Als wetenschappers verhalen, die aantoonbaar niet kloppen, de wereld in helpen, vanuit opportunistische motieven, dan stoort me dat enorm, omdat die wetenschappers dan het eerste gebod van de wetenschap overtreden. De wetenschap moet immers altijd aan waarheidsvinding doen. Als dat niet zo is dan houdt wetenschap op wetenschap te zijn.

Wetenschap en middeleeuwen
Volgens Hieke Huistra kunnen we alleen een zinvolle discussie over wetenschap en geloof hebben, als we de fabel dat de wetenschap in de Middeleeuwen stilstond omdat de kerk wetenschappers onderdrukte de wereld uit helpen. ‘Daarom,’ zo zegt ze, ‘bazuin het rond, ook middeleeuwers leefden op een bol.’

Een plat verzinsel
Degenen die in een platte aarde geloven, baseren zich dus op een verzinsel uit de negentiende eeuw. Die geloven dus in iets waar zelfs middeleeuwers niet in geloofden. Hoe wrang kan het zijn. Dan verzin  je, als wetenschapper, een verhaal om duidelijk te maken hoe de kerk domheid propageert door te doen alsof die kerk het geloof in een platte aarde propageerde, en dan gaan mensen in de eenentwintigste eeuw geloven in die platte aarde. Die denken dan vast dat die middeleeuwers het beter wisten dan wij nu.

Wat is waarheid?
Tot het moment dat ik het artikel van Hieke Huistra las, geloofde ik in het verhaal dat middeleeuwers, door de kerk dom gehouden, geloofden in een platte aarde. Dat verhaal is dus heel succesvol geweest, ondanks dat het niet klopte. Je gaat je dan wel afvragen welke verhalen je wel kunt geloven. Dat wetenschappers iets beweren is geen garantie voor de waarheid van die bewering. Dat een verhaal plausibel lijkt ook niet.

Vooroordelen en verhalen
Wetenschappers zijn net mensen. Ze baseren zich net zo gemakkelijk op vooroordelen als de rest van de mensheid. En daar zit dan ook de valkuil. Het enige dat je met zekerheid kan weten is dat je niets met volledige zekerheid vast kunt stellen. Dat betekent dat je er rekening mee moet houden dat verhalen, ook als die door wetenschappers worden verteld, niets meer en minder zijn dan verhalen. En ook al worden ze steeds weer opnieuw verteld, dat betekent niet dat ze ook waar zijn.

De scalpenfabel
Dat de oorspronkelijke bevolking van Noord-Amerika hun vijanden scalpeerden om die scalpen als trofeeën in hun tipi’s op te hangen, is een verhaal dat ik als kind voor waar aannam, totdat ik er, door het boek ‘Tecumseh’ van Fritz Steuben achter kwam dat het juist de blanken waren die het scalperen introduceerden om met die scalpen aan te kunnen tonen hoeveel ‘indianen’ ze vermoord hadden. Voor elke vermoorde ‘indiaan’ kregen ze immers een premie.

Zoeken naar bevestiging
Dat betekent dat je met verhalen altijd op moet passen. Zelfs een verhaal dat je al je hele leven lang voor waar hebt aangenomen, hoeft helemaal niet waar te zijn en kan, bij nadere bestudering, een totaal andere inhoud krijgen. In zijn voortreffelijke boek ‘De meeste mensen deugen’ fileert Rutger Bregman menig algemeen bekend verhaal en maakt duidelijk wat en waarom dat verhaal niet waar is. Verhalen worden vaak verteld om een vooroordeel te bevestigen. Als je bijvoorbeeld gelooft dat de mens inherent slecht is, dan zul je vaak naar verhalen zoeken die je daarin bevestigen. Dan wordt je geloof in die inherente slechtheid door die verhalen bevestigt, waarna je op zoek gaat naar nog meer verhalen die dat geloof bevestigen.

Een objectieve visie
Dan is het verstandig om te kijken wat er gebeurt als je het omgekeerde aanneemt. Wat gebeurt er als je uit gaat van de inherente goedheid van de mens? Kun je verhalen vinden die die inherente goedheid bevestigen? En kun je zo je geloof in de inherente goedheid van mensen bevestigen? Als je zowel in staat bent om verhalen te zoeken die de inherente slechtheid van mensen bevestigen en verhalen te zoeken die de inherente goedheid van mensen bevestigen, pas dan kun je je een enigszins objectieve visie op de mens eigen maken.

Geloven
Het doet er toe wat je gelooft. Daarom vind ik het altijd prettig als ik er door iemand op gewezen wordt dat wat ik geloof niet klopt. Dat het verhaal waarvan ik uitga niet het juiste verhaal is. Daardoor moet ik mezelf dwingen een ander standpunt in te nemen om van daaruit het verhaal voor mezelf te herschrijven.

De nuance
Stiekem vond ik het wel fijn om het katholieke geloof als irrationeel en onwetenschappelijk te zien. Dat maakte het gemakkelijk om er afstand van te nemen. Maar ik ben uitermate blij met het artikel dat Hieke Huistra in Trouw schreef, juist omdat het me op mijn vooroordelen wijst. Als ik de katholieke kerk afwijs wil ik dat niet op valse gronden doen. En ook de positieve kanten van die kerk wil ik niet verdoezelen. De wereld is niet zwart wit. De wereld is veelkleurig.