Een parabel
In een lesboek over het vertalen van klassiek Chinese teksten kwam ik een verhaal tegen dat, nadat ik het had vertaald, mijn denken over mijn eigen geschiedenis totaal veranderde. Het gaat om een beroemde parabel uit het boek Huai Nan Tzu. Dat verhaal gaat als volgt:

Je weet nooit…
In het oude China leefde, aan de rand van de grens van China, een oude man op een heuvel die slechts één paard bezat. Hij woonde daar samen met zijn enige zoon. Aan de andere kant van de grens woonden de barbaren. Geen Chinees kon die grens oversteken zonder het risico te lopen dat hij daardoor in problemen kon komen met de bewoners aan de andere kant van de grens, en andersom was dat natuurlijk ook zo. Dus toen zijn enige paard wegliep en de grens overstak, was de logische conclusie van de dorpsgenoten dat dat paard verloren was. ‘Ach, wat erg,’ zeiden ze, ‘dat je je enige paard kwijt bent.’ ‘Nou,’ zei de oude man terwijl hij zijn schouders ophaalde, ‘je weet nooit hoe uit iets negatiefs iets positiefs kan ontstaan.’ Een paar weken later keerde het paard terug uit het land der barbaren, met in zijn kielzog een kudde van twintig paarden. Zijn dorpsgenoten kwamen hem feliciteren met dit grote geluk. Ook nu haalde de oude man zijn schouders op en zei: ‘Och, je weet nooit hoe uit iets positiefs iets negatiefs kan ontstaan.’ Zijn zoon, die dol was op paarden, probeerde het wildste exemplaar te temmen, maar hij werd door dat paard afgegooid en kwam ongelukkig terecht waardoor zijn heup brak. Dat betekende dat hij de rest van zijn leven kreupel zou zijn. De mensen uit het dorp hadden het te doen met die oude man. ‘Wat erg voor je dat je enige zoon nu voorgoed mank zal zijn,’ zeiden ze bedroefd. Ook nu haalde de oude man zijn schouders op en zei: ‘Tja, je weet nooit hoe uit iets negatiefs iets positiefs kan ontstaan.’ Een paar maanden later verklaarde het land van de barbaren de oorlog aan China. Dat betekende dat alle beschikbare mannen het leger in moesten om te gaan vechten. Het was een bloedige oorlog. Van de tien mannen die in het leger gingen, kwamen er negen niet terug zodat er in elk gezin minstens één, maar vaak ook meerdere doden te betreuren vielen. De oude man hoefde het leger niet in omdat hij te oud en zwak was, en ook zijn zoon bleef gespaard omdat hij het leger niet in hoefde omdat hij kreupel was.

Positief en negatief
Je weet nooit hoe uit iets positiefs iets negatiefs kan ontstaan en hoe uit dat negatieve weer iets positiefs kan ontstaan.

Negatieve ijkpunten
Nadat ik dat verhaal gelezen had, bedacht ik dat het principe dat er een afwisseling is van positief naar negatief en omgekeerd, ook voor mijn eigen leven geldt. Ik heb de neiging om mijn geschiedenis als een verhaal te zien, waarbij ik vaak, voor het gemak, weg laat wat voor het verhaal dat ik mezelf vertellen wil, niet belangrijk is. Er is een tijd geweest dat ik mezelf vooral die verhalen vertelde die me emotioneel erg hadden geraakt omdat ik me er rot door had gevoeld. Alsof ik vooral de negatieve ervaringen in het leven als ijkpunten gebruikte om mijn levensverhaal aan mezelf te vertellen.

Negatieve ervaringen levend houden
Mijn moeder deed dat ook, in extreme mate. Als ik haar wel eens duidelijk probeerde te maken dat ik me op school niet thuis voelde, dan was haar standaardreactie dat ‘er altijd overal wel iets is’, en dan kon ik er op wachten tot ze me een voorbeeld uit haar eigen leven gaf, waarin zij, naar haar gevoel, onrecht had moeten verdragen. Dan vertelde ze wat haar dertig jaar daarvoor was overkomen, hoe ze, als ze als winkelmeisje bijna iets verkocht waar ze een bonus voor zou kunnen krijgen, de hoofdverkoopster haar wegstuurde met een of andere smoes om die verkoop zelf af te kunnen sluiten en de bonus op te strijken. Hoe onrechtvaardig ze dat toen gevonden had en dat ze dat ook maar had te slikken, waarbij de emotie, waarmee ze dat vertelde, zo sterk was dat het leek alsof ze het over een onrecht had dat haar die dag zelf nog was aangedaan. Mijn moeder vergat haar negatieve ervaringen nooit en hield ze uitermate levend als ze er over vertelde.

Woede vasthouden
Onwillekeurig had ik die manier van het mezelf hervertellen van gebeurtenissen uit mijn leven overgenomen. Vooral de negatieve ervaringen hield ik levend. Daardoor hield ik ook de woede vast die ik tijdens die gebeurtenissen gevoeld had. Toen ik me realiseerde dat ik dat in vrij extreme mate deed en dat me dat zeker geen goed deed, omdat die gebeurtenissen elke keer weer in mijn hoofd in de herhaling gingen, inclusief de machteloze gevoelens die ik tijdens die gebeurtenissen  had gevoeld, bedacht ik dat het wellicht verstandiger was om in plaats van alleen de negatieve ook de positieve gebeurtenissen als ijkpunten te nemen.

Het grotere geheel
Daar werd ik inderdaad vrolijker van. Niet dat ik de negatieve gebeurtenissen niet meer in herinnering bracht, maar ik wisselde het af met positieve gebeurtenissen. Wel merkte ik dat ik of het ene deed of het andere. Dus werden mijn herinneringen negatief of positief. Totdat ik het verhaal over die oude man met zijn ene zoon en ene paard gelezen had. Toen drong tot me door dat het inderdaad zo is dat uit iets negatiefs iets positiefs kan komen en andersom, en dat negatief en positief geen verschillende, los van elkaar bestaande zaken zijn, maar een groter geheel vormen. En dat het om dat geheel gaat.

Een wurgpoging en de gevolgen
Ik woonde in een woongemeenschap in Den Bosch waar ik ruzie kreeg met een medebewoner die me stoorde bij het koken omdat hij steeds wilde proeven en zich daar niet van liet weerhouden, ook al maakte ik hem duidelijk dat ik zijn gedrag storend vond. Toen ik hem een tikje met een pollepel gaf, ontstak hij in woede, vloog me aan en wurgde me bijna. Ik vluchtte het huis uit en vroeg aan vrienden die in Utrecht woonden of ik een paar dagen bij hun mocht vertoeven. Dat mocht. Ze hadden nog iemand die ze opgevangen hadden in huis, die daar een paar weken woonde en met wie ik bevriend raakte. Een paar maanden later kraakte zij een etage in Utrecht en vroeg of ik er samen met haar wilde wonen. Zo kwam ik in Utrecht terecht. Vanuit Utrecht was het niet ver naar Amersfoort waar ik ging studeren. Tijdens die studie werd ik verliefd op een klasgenote. Zij was niet verliefd op mij maar we werden wel vrienden. Als ik haar liet merken verliefd te zijn nam ze afstand. Die afstand respecteerde ik. We kenden elkaar zo’n jaar of vijf toen ik haar een boek gaf dat ik speciaal voor haar gemaakt had. Haar reactie was eigenaardig. Om afstand tussen haar en mij te scheppen ging ze met mijn beste vriend naar bed. Dat ze dat deed om afstand tussen haar en mij te scheppen weet ik omdat ze me dat verteld heeft. Dat bekoelde mijn verliefdheid. Op iemand die op zo’n manier met gevoelens van medemensen omgaat, kon ik niet langer verliefd zijn. Een aantal maanden later organiseerde ik met twee vrienden, met wie ik samen in een popbandje zat, een oudejaarsfeest waar die vriendin ook kwam samen met haar beste vriendin. Daar raakte ik mee aan de praat en het klikte. En niet zo’n beetje. We zijn nu al weer ruim dertig jaar samen. Mijn grote liefde en ik.

Golfbewegingen
Als ik het verhaal van mijn geschiedenis zo vertel dan wordt het duidelijk dat ook in mijn leven uit iets negatiefs iets positiefs en uit dat positieve weer iets negatiefs en daaruit weer iets positiefs is ontstaan. Als die medebewoner in die woongemeenschap in Den Bosch mij niet naar de strot was gevlogen, dan was ik niet naar die vrienden in Utrecht gevlucht, had ik wellicht degene die daar tijdelijk opgevangen werd niet, of veel later ontmoet, waren we niet gaan samenwonen in dat kraakpand in Utrecht, was ik niet in Amersfoort gaan studeren, niet verliefd geworden op een klasgenote en door haar gekwetst, en was ik mijn grote liefde niet tegengekomen.

Onwaarschijnlijk?
Dat ik mijn grote liefde ben tegengekomen heb ik dus mede te danken aan het feit dat een medebewoner me ooit naar de strot is gevlogen en me bijna heeft gewurgd.

Je weet nooit…
Je weet nooit hoe uit iets negatiefs iets positiefs kan ontstaan, hoe uit dat positieve weer iets negatiefs kan ontstaan en uit dat negatieve weer iets positiefs.