Alles draait om Hannah
Hannah is boos omdat ik een verhaal geschreven heb waar zij niet in voorkomt. Dat had wel gemoeten, vindt ze. Want als ik verhalen schrijf waar zij niet in voorkomt dan doe ik haar tekort. Zij is immers het centrum van de wereld. Alles draait om Hannah.

De toorn van Hannah
Maar ook als ik een verhaal zou schrijven waarin zij de hoofdrol speelt, is de kans groot dat ze boos op me zal zijn. Dan moet ik oppassen met wat ik over haar schrijf. Want alleen als ik haar beschrijf als de liefste en aardigste vrouw van de hele wereld, humoristisch en met een zonnig humeur, ondanks alle ellende die ze heeft meegemaakt, terwijl ze desondanks enorm betrokken is bij de mensen in haar omgeving, zal ze misschien niet boos worden. Als ik haar niet verander in het personage dat ze, in de omgang met anderen, speelt, dan weet ik zeker dat ik haar toorn over mijzelf afroep. Als ik ook maar iets op zou schrijven waardoor zij niet de volmaakte heilige lijkt die ze anderen wil doen geloven te zijn, dan zal ze zich diep beledigd en nog dieper gekwetst voelen, zelfs al kan ze niet ontkennen dat het waar is wat ik schrijf.

Kwetsen
In haar eigen ogen maakt Hannah geen fouten. Als ik haar op een fout wijs, dan kan het niet anders dan dat ik fout ben. Als zij mij kwetst, en ik haar daarop aanspreek, wordt ze woedend. Wie denk ik wel niet dat ik ben dat ik mij het slachtoffer van haar handelen durf te wanen. Alleen dat gegeven al beschouwt ze als zo kwetsend dat het, volgens haar, niet anders kan dan dat het mijn bedoeling is om haar te kwetsen door te suggereren dat zij mij gekwetst zou hebben. Een Hannah kwetst niet, een Hannah wordt gekwetst.

Het slachtoffer
In Hannah’s belevingswereld is zij altijd het slachtoffer. En iemand die per definitie het slachtoffer is kan natuurlijk geen dader zijn. Alles wat een slachtoffer doet is vanzelf het handelen van een slachtoffer. Het is dan ook volstrekt ongepast dat iemand zich door het handelen van een slachtoffer gekwetst zou mogen voelen en daarmee suggereert dat het slachtoffer een dader zou kunnen zijn. Dan kan het niet anders dan dat het slachtoffer het slachtoffer van een onterecht verwijt is.

Spiegel
Ik ben de spiegel aan wie ze vraagt wie de schoonste, de edelste, de mooiste en meest deugdzame van het land is, en als ik niet zeg dat zij dat is, wordt ze boos en gooit ze me in diggelen.

De wereld moet veranderen
Of je Hannah nou van voren naar achteren of van achteren naar voren leest, het blijft Hannah. Daarom koos ik voor de naam Hannah toen ik deze beschrijving maakte. Het personage Hannah is immers ook onveranderlijk. Niets wat tegen Hannah gezegd wordt zal Hannah’s visie op zichzelf veranderen. Nooit. Van welke kant je het ook bekijkt. Hannah vind ook niet dat ze moet veranderen. Als je het centrum van de wereld bent, dan draait de wereld om jou. Dan ben je de as waar alles om draait, maar die zelf niet beweegt en dus ook niet verandert. Als er iets, in de ogen van Hannah, moet veranderen dan is het de wereld. Die moet zich aanpassen aan Hannah.

Het kritieke moment
Ik ken meerdere Hannah’s. Zowel van het vrouwelijk als van het mannelijk geslacht. Het zijn ingewikkelde personen om mee om te gaan. Ze doen zich altijd anders voor dan ze zijn en verdragen geen kritiek. Ik denk dat iedereen dat soort mensen wel kent, maar helaas niet altijd herkent. Ook ik niet. Dan trap ik in de schone schijn en geloof ik dat iemand ook daadwerkelijk is zoals hij of zij zich voordoet. Totdat er een moment komt dat een confrontatie onvermijdelijk is en die persoon zich in zijn of haar ware gedaante vertoont door woest te worden omdat iemand kritiek op hem of haar heeft, ook, en met name, wanneer die kritiek terecht is.

De kracht van sprookjes
Zoals vaak het geval is, is dit type mens vereeuwigd in veel verhalen die, soms al eeuwenlang, verteld worden. Dat is de kracht van sprookjes, bijvoorbeeld. Toen ik bovenstaand verhaal schreef, of liever gezegd bovenstaande beschrijving van Hannah, een fictief personage waarin ik elementen van echte personen die ik ken verwerkt heb, kwam als vanzelf de ijdele koningin uit het sprookje van sneeuwwitje bovendrijven. Die verwijzing was niet van tevoren bedacht. Die ontstond vanzelf. Personen uit het echte leven en personages uit verhalen lijken soms opvallend veel op elkaar. In die zin gaan sprookjes vaak over echte mensen en lijken echte mensen soms op sprookjesfiguren.

Geen geweten, geen liefde
Dat mensen in en in slecht kunnen zijn, volslagen zonder geweten, zonder dat dat iets te maken heeft met een jeugdtrauma of zoiets, kon ik me niet echt voorstellen, totdat ik East of Eden van John Steinbeck las. In dat boek beschrijft hij een personage dat hij Cathy gedoopt had. Een vrouw zonder geweten. Dat personage wordt door Steinbeck zo waarachtig beschreven dat ik, voor het eerst van mijn leven, het idee dat iemand met een slechte inborst geboren zou kunnen zijn als een mogelijkheid zag, dat ik me in kon denken dat iemand gewoon slecht kan zijn, zonder geweten geboren kan zijn, het vermogen tot liefde mist en dus ook het vermogen om zich met anderen te verbinden.

De werkelijkheid
Eigenlijk is het zo dat het onmogelijk is om een personage te verzinnen dat niet lijkt op een of andere echte persoon. Denk ik. Hoe je een personage ook uitvergroot, in de werkelijke wereld komt er minstens één persoon voor die op dat personage lijkt.

Absurd en ongeloofwaardig
Soms kom je een persoon tegen die zo eigenaardig is dat je hem of haar nooit als personage in een verhaal zou verwerken, omdat het gedrag van die persoon zo absurd is dat je die persoon als personage in een verhaal ongeloofwaardig zou vinden. Donald Trump is zo’n persoon. Geen enkele scenarioschrijver zou het gewaagd hebben een personage te verzinnen die zich gedraagt als Donald Trump en desondanks president van de Verenigde Staten van Amerika zou worden. De werkelijkheid is soms absurder en ongeloofwaardiger dan verzonnen verhalen. Gek genoeg hoeft de werkelijkheid helemaal niet waarachtig te zijn. Terwijl een verhaal alleen een goed verhaal is als het wel degelijk waarachtig is.

Zelfreflectie
Het personage Hannah is overduidelijk een narcist, net zoals Donald Trump dat, in mijn ogen, is. Of een narcist zo geworden is of als zodanig geboren is, weet ik niet zeker. Het zou kunnen dat een narcist niet zo geboren is, maar dat narcisme een aangeleerde stoornis is, een neurotische aandoening, anders dan psychopathie dat wel degelijk aangeboren is. In tegenstelling tot andere neuroses lijkt narcisme moeilijk te genezen omdat de essentie van die aandoening een gebrek aan zelfreflectie is, en om een neurose te kunnen overwinnen is een zekere mate van zelfreflectie onontbeerlijk.

Confrontaties met narcisten
Dat zorgt ervoor dat narcisten als personages in een verhaal, nauwelijks een ontwikkeling kunnen doormaken. Ik zit wel eens te denken om een aantal confrontaties die ik met narcisten heb gehad in één of meerdere verhalen te verwerken, maar vind dat ingewikkeld, juist omdat een narcist nauwelijks een ontwikkeling doormaakt. Eigenlijk zijn narcisten daardoor, als personage, saai. Hoewel een verhaal waarin een narcist een belangrijke rol speelt, wel degelijk spannend kan zijn.

De jager en zijn geweten
Het minst interessante personage in het sprookje van Sneeuwwitje is de koningin. Ook Sneeuwwitje zelf is niet echt boeiend. De jager die met zijn geweten worstelt en besluit Sneeuwwitje te laten leven, ook al loopt hij daardoor zelf risico, is wellicht het meest interessante personage in dat verhaal, ook al komt hij er maar even in voor.

Narcisten en de hoofdrol
Narcisten vinden zichzelf geweldig. Daarom veranderen ze ook niet. Daarom is een verhaal over een narcist volslagen oninteressant. Dat betekent niet dat het niet boeiend kan zijn om een narcist als personage in een verhaal te laten deelnemen, maar nooit als de hoofdrolspeler, hooguit als uitdaging voor de hoofdrolspeler. Hoewel narcisten denken dat de wereld om hen draait, spelen ze altijd hooguit een bijrol, zowel in verhalen als in de werkelijkheid.

De vraag
Hoewel, dat beweer ik wel, maar of het ook daadwerkelijk zo is, is maar de vraag.
Misschien is de wens hier de vader van de gedachte.
Met andere woorden; geloof nooit iemand op zijn blauwe ogen. Vooral niet als hij bruine ogen heeft.