De eicel waar ik uiteindelijk uit ontstaan ben zat al in mijn moeder voordat zij geboren was. De essentie van mij droeg ze toen al in zich. De zaadcel waar die eicel mee bevrucht moest worden om een begin met mij te maken, moest toen nog gevormd worden. In principe had elke zaadcel van elke man die eicel kunnen bevruchten, maar alleen de zaadcel van mijn vader kon ervoor zorgen dat die eicel het begin van mij zou zijn. Niet elke willekeurige zaadcel van mijn vader, maar alleen die ene, die unieke zaadcel die de eicel van moeder uiteindelijk bevrucht heeft.

Dat hing van veel toevalligheden af. De nacht dat ik verwekt werd, eind april, begin mei, hadden mijn vader en moeder niet een minuut vroeger of een minuut later seks moeten hebben. Dan had een andere zaadcel die eicel bevrucht en dan was ik er niet geweest. Dan was die eicel het begin van iemand anders geworden.

En wat voor mijn ontstaan geldt, geldt ook voor het ontstaan van mijn vader en mijn moeder. Ook hun ouders hebben hen alleen maar op één specifiek moment in de tijd kunnen verwekken. Secondewerk, wellicht zelfs korter. En wat voor mijn ouders gold, gold ook voor mijn grootouders en hun ouders en de ouders van die ouders, totdat we terug zijn bij de allereerste cel die zich wist te splitsen, waarop het leven begon.

De hele geschiedenis heeft zich, seconde voor seconde, precies zo af moeten spelen zoals die geschiedenis zich af heeft gespeeld, om mijn  bestaan mogelijk te maken. Als er ook maar iets in de geschiedenis anders was gelopen, hoe onbetekenend klein dan ook, dan zou ik niet zijn ontstaan. Dan zou de hele wereld er totaal anders uitgezien hebben.

Het hele bestaan hangt van toevalligheden aan elkaar. Dat dit universum ontstaan is, is puur toeval. Dat het is blijven bestaan is puur toeval. Dat het niet een grote lege ruimte is, waar niets ooit veranderd, toeval. Dat er sterren zijn ontstaan die zich in melkwegen hebben samengevoegd, toeval. Dat die sterren cycli doormaken waarbij ze soms in een supernova uit elkaar spatten en daardoor een chemische reactie ontstaat waaruit chemische verbindingen ontstaan waardoor het leven mogelijk wordt, toeval.

Dat onze zon zo’n viereneenhalf miljard jaar geleden in zo’n supernova uit elkaar is gespat, dat het stof zich heeft samengevoegd tot een nieuwe zon met planeten eromheen, en dat op één van die planeten leven is ontstaan, mede omdat bij die supernova koolstof is ontstaan, maar ook doordat de aarde water vasthield, daar waar andere planeten dat niet deden, allemaal toeval. Dat dat leven, dat eerst uit prokaryoten bestond, eukaryoten heeft voortgebracht waardoor meercellig leven kon ontstaan, toeval.

Dat een onbeduidende diersoort, het zoogdier, succesvol kon worden nadat vrijwel alle dinosauriërs, op de vogels na, door een inslag van een meteoriet zijn uitgestorven, ook al toeval. Als die meteoriet in zee terecht was gekomen, in plaats van op land, was die impact niet zo groot geweest. En omdat er meer zee dan land is, had dat ook goed gekund.

Dat zich primaten ontwikkelden uit die zoogdieren is toeval. Dat zich uit die primaten verschillende mensensoorten ontwikkelden, toeval. Dat de mensensoort waar ik toe behoor de enige is die is overgebleven is ook al toeval.

Dat er gras is ontstaan is ook toeval. Een toevallige mutatie zorgde voor het ontstaan van gras, nog niet eens zo heel erg lang geleden. Voordat er gras was bestond het paard al. Het was een dier ter grootte van een hond die in de bossen leefde en er plantaardig voedsel at, maar geen gras, want dat was er nog niet. Zonder gras geen tarwe, gerst, maïs, haver, rogge, spelt, rijst, bamboe en riet. Zonder gras zouden paarden en runderen zich nooit ontwikkeld hebben tot de boerderijdieren die het nu zijn. Zonder gras was de hele beschaving niet mogelijk geweest. Die beschaving was afhankelijk van een toevallige mutatie van een obscure plant.

En al die toevalligheden die samen het heden hebben gevormd waar ik nu in besta, hebben het mogelijk gemaakt dat ik besta. Dank je wel toevalligheden.

Als ik al die toevalligheden optel die ervoor gezorgd hebben dat ik heb kunnen ontstaan, realiseer ik me pas goed hoe bijzonder het is dat ik besta. De kans om de hoofdprijs te winnen in een loterij is groter. De kans om tweemaal achter elkaar de hoofdprijs te winnen, of zelfs drie of vier keer, is groter dan de kans dat alle toevalligheden achter en naast elkaar hebben plaatsgevonden zodat dat tot mijn bestaan heeft geleid. En toch is dat wel het geval. Wat een gelukkig toeval!

Overigens ben ik helemaal niet in staat om al die toevalligheden op te tellen, daar zijn het er simpelweg teveel voor. Een kleine variatie en het universum was een ander universum geweest, een klein verschil en de aarde was te warm, te koud, te nat of te droog geweest om leven voort te brengen. Dan was er wellicht leven ontstaan op Venus of Mars en had een Marsbewoner zich afgevraagd of er leven op aarde mogelijk zou zijn, om er vervolgens van te dromen om daar een kolonie te stichten.

Maar waarschijnlijker was er nooit een diersoort als de mens ontstaan op Mars of Venus. En als er al een soort zou zijn ontstaan die de eigenschappen van de mensheid had, was het maar de vraag geweest of er een plant was ontstaan met de eigenschappen van gras. Dan had die mensachtige soort nooit landbouw en veeteelt kunnen ontwikkelen, zoals hier op aarde.

En zelfs als er leven op aarde was ontstaan, maar we geen maan hadden gehad, of juist twee of drie, dan was de geschiedenis van het leven totaal anders gelopen. Als die klont materie die de maan is geworden niet tegen de aarde was gebotst en in een gravitatielus rond de aarde gevangen was geraakt, hadden we geen getijden gehad. Dan hadden alle oceanen er kalm bijgelegen. Dan waren er geen duinen geweest. Dan had het leven in die oceanen zich totaal anders ontwikkeld. Alles hangt van toeval aan elkaar.

Toen ik jong was, was er een programma op televisie met de naam ‘Zo is het toevallig ook nog eens een keer’. Wat een prachtige titel. Want zo is het. Alles is toevallig zoals het is.

En ook ik ben toevallig. Het is puur toeval dat ik ben, wie ik ben en hoe ik ben.

Maar hoe dan ook: ik ben!