ruud moors voorouders aflevering 3
De scheuren in haar kleren repareerde ze zo goed en zo kwaad als het kon. Haar tranen waren zo goed als opgedroogd. Ze stond op, wankelde even, vermande zich en trok haar kleren weer aan en liep naar buiten. Haar kippenren was vernietigd, haar varken en geit verdwenen en haar hond lag dood in een enorme plas bloed. In haar voorraadschuur lag een achtergelaten gescheurde zak. Het graan lag verspreid over de vloer. Muizen renden alle kanten op toen ze de schuur binnentrad. Ze nam een mand en verzamelde, zo goed en kwaad als het kon, het graan dat achtergelaten was.
Ze liep naar buiten en maakte klokkende geluiden in de hoop dat een aantal van haar kippen ontsnapt was aan de rooftocht die net had plaatsgevonden. Ze liep naar de boomgaard en keek omhoog waar de vruchten nog onrijp aan de bomen hingen. Ze zuchtte. Alle groenten in haar tuin waren met rust gelaten. Niet de moeite waard nog om mee te nemen. Nog niet eetbaar. Ze maakte nog steeds klokkende geluiden. Zo lokte ze de twee kippen die in de chaos aan de roofbende waren ontsnapt.
Ze gaf de kippen een handvol graan. Even later nam ze een schop om voor haar hond een graf te graven. Ze prees zich gelukkig dat haar ingekuilde aardappels er nog waren. Uitgeput legde ze zich neer. Urenlang lag ze wakker, te luisteren naar elk geluid dat op gevaar wijzen kon. Soms viel ze even in slaap om dan weer met kloppend hart wakker te schrikken. Waar haar broer en vader waren wist ze niet. Ze vroeg zich af of ze ze ooit terug zou zien.
Geen haan kraaide in de ochtend. Toch werd ze bij het ochtendgloren wakker. Ze voelde hoe haar hele lichaam pijn deed. Hoe alles in haar schrijnde. Hoeveel mannen er bij haar naar binnen waren gegaan wist ze niet meer. Ze was opgehouden iets te voelen op het moment dat ze met geweld door de tweede of derde persoon was verkracht. Ze was door blijven ademen, terwijl ze zichzelf had uitgezet, haar gevoelens had uitgeschakeld, zoals wel vaker als mannen haar hadden genomen.
Niemand zal ooit weten wie de vader was van het kind dat negen maanden later werd geboren. Hoewel ze het zaad vervloekte waaruit haar kind werd geboren, nam ze het kind liefdevol in haar armen en voedde het aan haar borsten. Ze gaf het alle liefde die ze nog voelen kon. Ze vervloekte de verwekker, niet zijn kind. Het was haar dochter die ze liefhad. Ze beschouwde dat meisje niet als zijn kind. Het was haar kind en haar kind alleen.
Haar dochter trouwde en kreeg kinderen die ook weer kinderen kregen. En ook die kinderen kregen weer kinderen. Veel kinderen stierven voordat ze zelf kinderen kregen, maar toch was haar nageslacht na een aantal generaties uitgegroeid tot een ontelbare hoeveelheid. Na twintig generaties waren het honderden miljoenen. Ook ik behoor tot haar nageslacht. Ik behoor ook tot het nageslacht van de klootzak die mijn voormoeder verkrachtte. Het bloed van zowel de dader als het slachtoffer stroomt in mij.
Als die verkrachting niet had plaatsgevonden was ik nooit ontstaan. Ik heb mijn bestaan te danken aan die gebeurtenis. Het was niet de enige verkrachting die vooraf ging aan mijn bestaan. Er ging menige verkrachting aan vooraf en er zouden er ook nog velen volgen. Niet al mijn voorouders zijn uit liefde geboren. Niet al mijn voorouders hebben uit liefde kinderen verwekt.
Als er nooit onrecht in de wereld was geweest, zou ik er ook nooit zijn geweest. Ik ben ontstaan door liefde en haat, door wreedheid en zachtaardigheid, door welwillendheid en onwelwillendheid, door rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid, door betrouwbaarheid en onbetrouwbaarheid. Alles dat in het verleden heeft plaatsgevonden, heeft het heden zoals het nu is veroorzaakt. En alleen dankzij de geschiedenis zoals die heeft plaatsgevonden is mijn bestaan mogelijk geworden.
Stel dat ik terug zou kunnen gaan in de tijd om mijn verre voormoeder te beschermen tegen die roofbende die haar thuis overviel en verkrachtte, en stel dat ik haar voor die ervaring had kunnen behoeden, dan zou het moment waarop ik ontstond nooit hebben plaatsgehad. Dan was mijn vader er niet geweest. Dan was mijn moeder er niet geweest, dan waren mijn grootouders er niet geweest, en ook hun ouders en grootouders niet.
Dan was de geschiedenis vanaf dat moment totaal anders verlopen. Dan had het heden er totaal anders uit gezien. Niet dat de geschiedenis dan minder wreed en onrechtvaardig was geweest. Twintig generaties later zou de wereld dan nog steeds gebukt gaan onder oorlogen en ellende. Maar er zou ook nog steeds liefde bestaan. Maar wie weet waren stoommachines nog niet uitgevonden en leefden de meeste mensen nog buiten de stad. Of misschien was de industrialisatie wel eerder op gang gekomen. Elke gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid is van essentieel belang geweest voor het verloop van die geschiedenis. Hoe futiel zo’n gebeurtenis ook geleken kan hebben op het moment dat hij plaatsvond.
Elke keuze, hoe arbitrair ook, gemaakt door ieder willekeurig mens, hoe onbelangrijk diegene ook leek, heeft de geschiedenis mede bepaald. De geschiedenis zoals die ons wordt verteld is maar een piepklein deel van het totaal van alles dat ooit gebeurd is en het is wellicht nog niet eens het belangrijkste deel. Was Napoleon belangrijker dan zijn verre voorouder die in een plaggenhut woonde? Zonder die verre voorouder was Napoleon er niet geweest.
Stel dat er geen onrecht was geweest in het verleden, dan waren wij er, in het heden, ook niet geweest. Andersom is ook waar. Stel dat er geen liefde en rechtvaardigheid was geweest in het verleden, dan waren wij er, in het heden, ook niet geweest. Dat betekent niet dat onrecht daarmee goed te praten is. Niemand kan het feit dat, mede door alle onrecht, de geschiedenis gelopen is zoals die gelopen is, als excuus gebruiken om onrecht te mogen doen.
Als ik de geschiedenis beïnvloed, laat dat dan zijn door recht te doen, door welwillendheid en betrouwbaarheid als maatstaf te nemen. Er is al genoeg onrecht, onbetrouwbaarheid en onwelwillendheid die de geschiedenis beïnvloedt en beïnvloed heeft, daar hoef ik de mijne niet aan toe te voegen.
Liever dan me te voegen naar de aard van die voorvader die door een verkrachting bij mijn voormoeder een kind verwekte, voeg ik me naar de aard van die voormoeder die desondanks haar kind in liefde opvoedde en haar daarmee bevrijdde van de zonde van haar vader.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: