De stad waar ik geboren ben is van oudsher een vestingstad. Al meer dan tweeduizend jaar is het een strategisch punt in menige oorlog geweest. Romeinen, Spanjaarden, Duitsers, Fransen, Engelsen, Amerikanen en Canadezen hebben er de botten, het zaad en zelfs de namen van hun soldaten achtergelaten. Ook de taal die er gesproken wordt is een mengelmoes van verschillende talen. Uit die mengelmoes is een eigen unieke taal ontstaan, een taal met veel leenwoorden en een unieke grammatica.

Voor het jaar 1300 moet de eerste Moors zich al in de buurt van deze stad gevestigd hebben. Of ik ook daadwerkelijk van hem afstam is niet zeker, maar wat wel zeker is, is dat ik zijn naam geërfd heb. Mijn moeder heette Beckers en stamde af van een Beckers en een Ghijsen. Mijn vader heette Moors en stamde af van een Moors en een Schuffeleers. Daardoor weet ik dat ik in ieder geval afstam van een Moors, een Beckers, een Ghijsen en een Schuffeleers.

Mijn vader had een Zuid-Europees uiterlijk. Hij had gemakkelijk voor een Italiaan, Spanjaard of Portugees door kunnen gaan. Daarom heb ik lang gedacht dat de naam Moors naar Spanje verwees. Ik stelde me voor dat er een Spaanse Moor naar het Noorden was gekomen en zich ergens in de buurt van Maastricht had gevestigd. De naam Moors zou dan een verwijzing naar die allereerste Moor geweest kunnen zijn.

Zo’n honderd kilometer ten noord-oosten van Maastricht, de stad waar ik geboren ben, ligt, in wat nu Duitsland is, het plaatsje Moers. Dat ligt in een nogal moerassig gebied en heeft daar waarschijnlijk zijn naam aan te danken. De Moorsen die op zoek zijn gegaan naar hun oorsprong, of liever gezegd de oorsprong van hun naam, kwamen er achter dat hun oorspronkelijke naamgever uit dat plaatsje kwam.

Dat je moeder je echte moeder is, is nog wel met redelijke zekerheid vast te stellen. Maar dat de man die je vader heet te zijn ook degene is die je verwekt heeft, is veel minder zeker. Ik heb ooit gelezen dat vier op de tien kinderen niet door degene die hun vader denkt te zijn verwekt is. Dat lijkt me nogal veel. Maar ook als het maar om één op de tien gaat, betekent dat dat elke tien generaties een kind geboren wordt dat door een andere man dan de vermeende vader verwekt is. Dat betekent dat in de dertig generaties die het duurde om van de eerste Moors die als bekende voorouder gezien wordt, tot mij te komen, er minstens drie voorouders niet door hun vermeende vader verwekt zijn.

Toch kregen ze wel de naam van die vermeende voorouder mee. Dat betekent dat de kans dat je genetisch direct afstamt van een verre voorvader niet zo groot is. Toch heb je diens naam wel gekregen. Ik ben een Moors omdat ik die naam geërfd heb, niet perse omdat ik genetisch verwant ben met de oorspronkelijke naamgever. Zo kan het zijn dat ik de naam heb geërfd van de persoon die uit het plaatsje Moers naar de streken rondom Maastricht verhuisde, maar genetisch wel degelijk afstam van een Spaanse Moor die door omzwervingen in dezelfde streek terecht kwam.

Wat in ieder geval vaststaat is dat iedere Maastrichtenaar genetisch verwant is met Romeinen, Spanjaarden, Duitsers, Fransen, Belgen, Luxemburgers en Hollanders. Vooral die laatste groep zal menig Maastrichtenaar een gruwel zijn. Van al die vreemdelingen wordt de Hollander nog het meest gehaat. Die Hollander wordt als een bezetter ervaren. Limburgers zijn geen Hollanders. Dat ze Nederlander zijn kunnen ze nog wel accepteren, maar dat ze Hollander zouden zijn, nee. Overigens is, voor een Limburger, iedereen van boven de rivieren een ‘Hollander’.

Zonder de geschiedenis van Maastricht zou ik nooit geboren zijn. Zonder de Romeinen die Mosa Trajectum stichtten, zonder de Spanjaarden, Duitsers, Fransen, Belgen en alle huursoldaten die in hun kielzog meekwamen, zou de genenpool waar ik uiteindelijk uit ontstaan ben, nooit zijn ontstaan.

Al die keren dat er uit liefde of lust met elkaar geneukt werd, met beider instemming of door brute verkrachting, al dan niet resulterend in zwangerschappen, werd er iets bijgedragen aan mijn ontstaansgeschiedenis. Al die keren dat er niet met elkaar geneukt werd ook.

Elke gebeurtenis, elke handeling, elke keuze om niet te handelen, heeft uiteindelijk de geschiedenis bepaald zoals die heeft plaatsgevonden. Een wandeling in het park, een schuilplaats zoeken voor de regen, het stelen van een appel, het flirten met de freule, het inbreken in een villa, het met geweld overvallen van een koets, een kaarsje aansteken en bidden in de kerk, een dansje bij het draaiorgel, het fluiten van een lied, een boer laten na de maaltijd, een tik op de vingers met een liniaal, het onthoofden van een misdadiger, het afrossen van een man die op mannen valt, het op een brandstapel zetten van een ketter, een scheet laten tijdens de mis, een pan soep brengen naar een zieke, een aalmoes geven aan een bedelaar, een kind dat gevallen is troosten, een kind dat gevallen is uitlachen, je levenspartner uitschelden, je levenspartner elke dag weer de liefde verklaren, andersdenkenden tolereren, iedereen die anders is afwijzen. Elke handeling en elke keuze om niet te handelen, bepaalt uiteindelijk hoe de geschiedenis zich ontwikkeld.

Er is geen enkele handeling die een mens kan plegen die niet van invloed is op hoe de geschiedenis zich verder zal ontwikkelen. En het nalaten van een handeling is net zo bepalend.

Als je ziet dat iemand zomaar, zonder aanleiding, door een groepje jongemannen in elkaar wordt geslagen en je doet niks, dan bepaal je daardoor de geschiedenis. Als je wel iets doet ook. Of handelen of niet handelen het verstandigst is, is niet goed vast te stellen. Dat het bepalend is wel. Als je niets doet, maar wel blijft kijken, is dat bepalend. Als je blijft kijken en die jongemannen, om wat voor een reden dan ook, aanmoedigt, is dat bepalend. Als je tussenbeide probeert te komen, is dat bepalend. Wat er precies bepaald wordt is niet te zeggen, maar dat er door jouw handelen of niet handelen iets bepaald wordt, staat vast.

Dat die jongemannen de geschiedenis bepalen staat vast. Maar niet hoe. Stel dat ze hun slachtoffer een fikse aframmeling hebben gegeven en hem vervolgens kreunend van de pijn op straat laten liggen en dat een jonge vrouw die het gezien heeft, maar zich verborgen hield uit angst voor dat geweld, naar hem toegaat en hem haar huis binnenloodst, waar ze zijn wonden wast en verbindt en waar hij op krachten kan komen totdat hij weer sterk genoeg is om naar huis te gaan. Dan zou het kunnen dat er tussen die jonge vrouw en die jonge man een liefde ontstaat die anders nooit ontstaan was.

En als die jonge man en die jonge vrouw uiteindelijk kinderen krijgen dan zijn dat kinderen die anders nooit ontstaan zouden zijn. En het is heel goed mogelijk dat die kinderen uiteindelijk essentieel blijken te zijn voor mijn ontstaan omdat die jonge man en die jonge vrouw tot mijn vele voorouders behoren.

Als die jongemannen mijn voorvader niet in elkaar hadden geslagen, was ik dan nooit geboren. Als mijn voormoeder zich niets van die gebeurtenis aangetrokken zou hebben, was ik ook nooit ontstaan.

Elke handeling, hoe onbelangrijk die ook lijkt, bepaalt uiteindelijk de loop van de geschiedenis.

Ook de handeling van het niet handelen.