Vrijheid
In mijn woordenboek wordt vrijheid gedefinieerd als ‘het vrij zijn’. Op zichzelf is dat natuurlijk een grappige definitie, maar veel wijzer word je er niet van. Om te weten wat ‘vrij zijn’ betekent zoek ik in dat woordenboek ‘vrij’ op en vind er de definitie ‘Over zichzelf naar goeddunken kunnende beschikken, niet gevangen, onderworpen of bezet’, maar ook ‘door niets beperkt, gebonden of belemmerd’. Dat zijn twee verschillende definities van ‘het vrij zijn’.

Definitie
Vrijheid ontstaat, volgens de eerste definitie, als iemand ‘over zichzelf naar goeddunken kan beschikken en niet gevangen, onderworpen en bezet is’. De definitie is niet helemaal secuur, vind ik, omdat er niet gedefinieerd wordt naar wiens goeddunken men over zichzelf kan beschikken. Ik zou die definitie dus willen verfijnen door dat toe te voegen.

Vrijheid betekent dat iemand naar eigen goeddunken over zichzelf kan beschikken.

Haken en ogen
Volgens de tweede definitie ontstaat vrijheid als iemand ‘door niets beperkt, gebonden of belemmerd is’. Dat is een definitie waar nogal wat haken en ogen aan zitten, vind ik. Strikt genomen bestaat dat soort vrijheid niet. Alles wat bestaat kent beperkingen, belemmeringen en gebondenheid. Dus als deze definitie van vrijheid wordt gehanteerd, dan bestaat vrijheid helemaal niet. De zwaartekracht belemmert ons om naar believen te kunnen zweven. Maar als er geen zwaartekracht zou zijn dan zou ons dat belemmeren om stevig op aarde te staan.

Negatieve blik
Toch denken veel mensen vaak dat vrijheid betekent dat men ‘door niets beperkt, gebonden of belemmerd is’. Eigenlijk is dat een negatieve kijk op vrijheid. Het zegt vooral wat vrijheid, volgens die definitie, niet is. Maar als je een definitie van iets wilt geven, dan ben je er niet door te zeggen wat het niet is. Als je een mens wilt definiëren dan kun je wel zeggen dat het geen koe is, geen eik en geen rots, maar dan weet je nog steeds niet wat een mens wel is.

Regels
Deze definitie, die veel populairder is dan de eerste definitie, is dus feitelijk helemaal geen definitie. Waarom is die definitie dan veel populairder dan de eerste definitie? Ik denk dat dat komt omdat beperkingen als beknottingen worden gezien. En omdat regels vaak bedoeld zijn om gedrag te beperken, worden regels ook vaak als beknottingen gezien. Maar klopt dat wel?.

Beperkingen
Het feit dat auto’s in de bebouwde kom geen honderd kilometer per uur mogen rijden, is wel degelijk een beperking. Die beperking wordt de automobilist opgelegd, niet om haar in haar vrijheid te beknotten, maar om er voor te zorgen dat de andere verkeersdeelnemers niet in hun veiligheid beknot worden. Hoewel iemand naar eigen goeddunken over zichzelf kan beschikken, kan en mag diegene dat niet over anderen doen.

Zonder regels geen vrijheid
En dat is precies waarom regels essentieel zijn. Zonder regels is er geen vrijheid mogelijk. Zeker niet bij een sociaal wezen als de mens. Als er geen regels zouden zijn dan zouden we helemaal niet samen kunnen leven. Dat wil niet zeggen dat alle regels ook de vrijheid dienen. Integendeel. Maar dat ligt aan de aard van de regels, niet aan het bestaan van de regels.

Immuniteit
In een vrije samenleving zijn alle regels voor iedereen gelijk. Daar dient iedereen zich aan die regels te houden en op dezelfde wijze gecorrigeerd te worden als hij of zij die regel overtreedt. Helaas is er geen enkele samenleving waar dat werkelijk zo is. Diplomaten hebben bijvoorbeeld ‘immuniteit’. Dat betekent dat zij zich kunnen veroorloven om ongestraft met 100 kilometer per uur door de binnenstad te racen of om gewoon ergens te parkeren waar dat niet mag. Ook kunnen ze ongestraft iemand een klap geven, of een diefstal plegen. Ze genieten immers ‘immuniteit’. Dat wil zeggen dat de beperkingen die wij aan onszelf opleggen, voor hen niet gelden. Eenzelfde ‘immuniteit’ geldt vaak voor Amerikaanse agenten. Als zij iemand doden worden ze daar zelden op dezelfde manier voor berecht als gewone burgers.

Meer rechten
Een samenleving waarin sommige mensen meer rechten hebben dan anderen, en zich niet aan dezelfde regels hoeven te houden, is geen vrije samenleving, omdat die samenleving toestaat dat sommige mensen naar eigen goeddunken over zichzelf en over anderen kunnen beschikken. Dat tast de vrijheid van die ‘anderen’ aan. En het corrumpeert het vrijheidsprincipe bij degenen die meer rechten krijgen toegekend dan anderen.

Zelfbeschikking
Pas als ieder individu naar eigen goeddunken over zichzelf kan beschikken, kunnen we spreken van een vrije samenleving. In een vrije samenleving wordt geen enkel individu het recht om naar eigen goeddunken over zichzelf te beschikken ontnomen. Dat wil overigens niet zeggen dat individuen los staan van de samenleving. Dat wil wel zeggen dat een samenleving pas vrij is wanneer ieder individu het recht heeft, naar eigen goeddunken, over zichzelf te beschikken.

Dienstplicht
Mijn broer en ik besloten al jong dat we geen militaire dienstplicht wilden vervullen. Daardoor gingen we nadenken over het gegeven dat er militaire dienstplicht was. We kwamen er vrij snel achter dat je die vorm van dienstplicht, op grond van gewetensbezwaren, kon weigeren, maar dat je dan vervangende dienstplicht moest doen. In eerste instantie leek me dat wel redelijk. Als iedereen (nou ja, in ieder geval alle mannen) militaire dienstplicht moest vervullen en ik dat, om principiële redenen niet wilde doen, dan leek het, op zich, logisch dat ik er iets anders tegenover zou stellen.

Vervangende dienstplicht
Maar hoe langer ik er over nadacht, hoe onlogischer die hele dienstplicht me leek. Vooral van het argument dat ik het aan mijn land verplicht zou zijn om onze ‘vrijheid’ te verdedigen kreeg ik de kriebels. Dus ik moest mijn vrijheid om naar eigen goeddunken over mezelf te mogen beschikken opgeven om de vrijheid van ‘mijn land’ te verdedigen? En als ik dat weigerde betekende dat nog steeds dat ik mijn vrijheid moest opgeven door vervangende dienstplicht te doen waardoor ik nog steeds niet naar eigen goeddunken over mezelf mocht beschikken.

Maatschappelijke bijdrage
Het hele idee van ‘dienstplicht’ begon me daardoor steeds meer tegen te staan. Ook het argument dat ik, omdat ik niet aan militaire dienstplicht wilde voldoen, in plaats daarvan vervangende dienstplicht zou moeten doen, als compensatie, vond ik steeds belachelijker. Een vriend van me deed, nadat hij erkend gewetensbezwaarde was geworden, zijn vervangende dienstplicht door in een psychiatrische inrichting als hulpverpleger te gaan werken. Toen ik in dienst moest had ik al, ruim twee jaar, als leerling-verpleegkundige in een psychiatrische inrichting gewerkt. Had ik dan niet, zo redeneerde ik, mijn maatschappelijke bijdrage al geleverd?

Plicht
Maar daar ging het niet om, besefte ik. Waar het om ging was dat ik mij tot een dienst liet verplichten, dat ik erkende dat ik een plicht tot dienen had. Maar wat betekent dat? Dat betekent dat de staat, dat wil zeggen de overheid die die staat bestuurt, er van uit gaat dat burgers aan die overheid ondergeschikt gemaakt mogen worden, en zelfs, tijdelijk, door die overheid in bezit genomen mogen worden. Want dat is wat je doet als je mensen aan dienstplicht onderwerpt. Je geeft jezelf het recht om naar eigen goeddunken over anderen te beschikken.

Plicht en slavernij
Als je een ander tot een dienst verplicht, en daardoor naar eigen goeddunken over die ander beschikt, dan ontneem je die ander de vrijheid om naar eigen goeddunken over zichzelf te beschikken. Als ik zeg dat je dan een ander tot slaaf maakt, vinden veel mensen dat overdreven. We zijn zo gewend aan het gegeven dat een overheid dienstplicht op kan leggen, dat we het als normaal en legitiem zijn gaan beschouwen. En omdat we dat van slavernij niet meer vinden, denken we dat dienstplicht en slavernij toch echt verschillende dingen zijn. Ik ben tot de conclusie gekomen dat het in principe hetzelfde is.

Native Americans
Toen er in het zuiden van de Verenigde Staten van Amerika plantages ontstonden, ontstond er ook een grote behoefte aan arbeiders om op die plantages te werken. De oorspronkelijke bewoners van Amerika bleken daar niet voor geschikt. Het idee dat je in bezit genomen kon worden was hen zo vreemd dat ze zich er simpelweg niet aan aan konden passen. Het idee dat de ene mens over de andere mens kan beschikken, was zo volslagen vreemd aan hun cultuur, aan hun manier van zijn, dat ze, tot slavernij gedwongen, vanzelf wegkwijnden. Een leven als slaaf was voor hen letterlijk erger dan de dood.

Dwangarbeid
De eerste dwangarbeiders die wel voldeden, waren veroordeelde ‘misdadigers’ uit het moederland. Je was, in het Engeland van die tijd, al snel een ‘misdadiger’. Als je honger had en een brood stal, kon je daarvoor gestraft worden met zeven jaar dwangarbeid op de plantages aan de andere kant van de oceaan. In die tijd was Amerika nog een kolonie van Engeland. Die zeven jaar dwangarbeid waren in feite zeven jaar slavernij. Het enige nadeel voor degenen die van die dwangarbeiders gebruikt maakten, was dat een blanke dwangarbeider, als hij wist te ontsnappen, zich gemakkelijk schuil kon houden tussen vrije blanken. Het verschil tussen een blanke dwangarbeider en een blanke die vrij was, was immers niet te zien. Omdat de dwangarbeid die opgelegd werd tijdelijk was, kon men zo’n dwangarbeider ook niet van een merk voorzien, door een tatoeage of brandmerk. Uiteindelijk vond men de ‘ideale’ oplossing door dwangarbeiders te importeren die, door hun huidskleur, altijd als ‘slaaf’ te herkennen waren. Aan de slavernij van zwarten, ging eerst de tijdelijke slavernij van arme blanken vooraf. Het een kwam uit het ander voort. Ook dwangarbeid is een vorm van slavernij.

Slavernij
Dat betekent dat je altijd van slavernij moet spreken als mensen, gedurende een bepaalde tijd, niet meer naar eigen goeddunken over zichzelf mogen beschikken en gedwongen worden diensten voor anderen te verrichten. Het maakt, in mijn optiek, geen enkel verschil of die dienstplicht door mensen of instituten wordt opgelegd. Ook als het in de naam van een natie, een staat of een overheid gebeurt; als je een mens het recht ontneemt om naar eigen goeddunken over zichzelf te beschikken, dan maak je die persoon tot slaaf.

Overheid dient burgers
Iedere keer dat ik iemand hoor beweren dat er nodig eens sociale dienstplicht moet worden  ingevoerd, beschouw ik dat als een oproep om de slavernij (opnieuw) in te voeren. Het oproepen tot het invoeren van sociale dienstplicht is namelijk niets anders dan het oproepen van de staat om zijn burgers als bezit te beschouwen. Een burger is niet het bezit van de staat. Een burger is niet het bezit van de overheid. Er is geen enkele reden waarom een burger de staat of de overheid zou moeten dienen. De overheid hoort zijn burgers te dienen. Die burgers betalen de overheid, door middel van belastingen, dus is de overheid het bezit van de burgers, niet andersom. Elke staat is het collectieve bezit van alle burgers die deel uitmaken van de staat.

Macht
Een staat die zijn burgers het recht ontneemt om naar eigen goeddunken over zichzelf te beschikken, onderwerpt zijn burgers. Maar aan wie wordt je dan, als burger, onderworpen? Wie bepaalt de staat? Wie bepaalt wat de overheid doet? Wie heeft de macht in een staat?

Land verdedigen
Toen ik dienst wilde weigeren, zei iemand: ‘Ja, maar je moet je land verdedigen. Dat ben je verplicht.’ Maar ik bezit geen land. Er is nog geen vierkante meter land dat ik mijn eigendom kan noemen. Nou ja, hooguit wat potgrond, maar geen grondgebied. Dus wiens land zou ik dan verdedigen, als ik in militaire dienst zou gaan? Een groot deel van Nederland is het bezit van grondbezitters. Daar hoor ik niet bij. Waarom zou ik dan voor hun bezit moeten vechten. Laat ze dat zelf maar doen. Dat individuen grond kunnen bezitten is sowieso belachelijk. Hoe kun je de aarde bezitten? En dan zou ik moeten vechten om de grond die anderen voor zichzelf opgeëist hebben te verdedigen? Kom nou toch!

Verzet
Het is iets anders om me te vragen om op te komen voor onze gemeenschap, voor de samenleving waar ik deel van uit maak. Ik geloof niet dat ik dat als soldaat goed zou kunnen. Het staat me teveel tegen om een medemens te doden die ik niet ken, en waarvan ik weet dat hij net als ikzelf, alleen maar gestuurd is. Laat diegenen die zo nodig een oorlog willen initiëren die oorlog zelf maar uitvoeren. Wat ik, hoogstwaarschijnlijk, wel zal doen, mocht ons land nog ooit bezet raken door een vreemde mogendheid, is in het verzet gaan, op wat voor een manier dan ook. Met andere woorden; ik ben best bereid om voor onze samenleving op te komen, zolang ik dat kan doen door naar eigen goeddunken over mijzelf te beschikken.

Verantwoordelijkheid
Want dat is wat vrijheid feitelijk is, de verantwoordelijkheid nemen voor al je handelen. En die verantwoordelijkheid kan ik alleen maar nemen als ik naar eigen goeddunken over mijzelf mag beschikken.