Angst maakt onvrij.

De macht die mensen over mij hebben is nooit groter dan de macht die ik ze geef.
Als ik kan missen wat een ander dreigt weg te nemen, geef ik dat in gedachten op.
Dan heeft die ander niets meer om mee te dreigen.
Dan kan die ander mij geen angst inboezemen.
Zonder angst heeft die ander geen macht over mij.

Bovenstaande schreef ik in een boekje dat ik ooit maakte ter gelegenheid van de verjaardag van een vriendin, die dat boekje, met mijn toestemming, uitgaf in een oplage van vijftig stuks.

Dood
Als een mens bang is zijn plaats te verliezen, dan kan hij niet zonder angst zijn.
Onzekerheid! Er komt geen einde aan!
Als de mensen niet bang zijn voor de dood, hoe kun je ze dan nog angst aanjagen?
Als je de mensen dwingt onveranderlijk bang te zijn voor de dood, dan is het eigenaardig als je denkt ze te kunnen overheersen door te dreigen met de dood.

Dat staat in de Dao De Jing, een boek dat ruim 2500 jaar geleden geschreven werd door Laozi.

Verpleegstersflat
Ik werkte als leerling-verpleegkundige op Kempenhaeghe, en woonde er, samen met een aantal mannelijke collega’s, op de derde verdieping van de verpleegstersflat. De andere verdiepingen werden bewoond door onze vrouwelijke collega’s. Die verdiepingen waren voor ons taboe. Daar mochten we niet komen. Onze vrouwelijke collega’s mochten, op hun beurt, niet op onze etage komen. We waren maar met weinig mannen, zodat slechts één kant van de etage bewoond was en de andere kant leeg stond.

Broederhuis
De directeur van Kempenhaeghe was streng tegen seks voor het huwelijk. Dus toen er, in een lege kamer op onze etage gebruikte condooms werden gevonden was hij daar zeer verontwaardigd over. Hij besloot dat alle mannen op onze etage weg moesten en moesten verhuizen naar een ‘broederhuis’ een paar kilometer verderop. En wel meteen!

Slaapdienst
Ik had al ontslag genomen omdat ik er achter kwam dat werken in deze hiërarchie niets voor mij was, en had nog maar een week te gaan. Om voor die week te verhuizen voor iets waar ik part noch deel aan had gehad, daar had ik geen zin in. Maar ik had ook geen zin in gedoe en besloot om een oplossing te zoeken die ervoor zorgde dat ik niet hoefde te verhuizen en die laatste week ook niet in de verpleegstersflat hoefde te verblijven. Die oplossing was eigenlijk heel simpel. Op de afdeling waar ik werkte moesten mensen slaapdiensten draaien. Dan sliep je op de afdeling zodat degene die nachtdienst had je eventueel wakker kon maken als dat nodig was (omdat bijvoorbeeld meerdere mensen tegelijkertijd een epileptische toeval kregen).

Niet gewild
Voor het draaien van een slaapwacht werd een vergoeding uitbetaald van twee gulden en vijftig cent per nacht. Dat maakte het draaien van een slaapwacht tot een niet erg gewilde dienst. Vooral omdat het een extra dienst was. Dus toen ik voorstelde om die laatste week dat ik nog zou werken alle slaapdiensten te draaien, was niemand daar rouwig om, integendeel.

Uitzonderingen
Nou ja, niemand? De directeur was, toen hij hiervan hoorde, niet erg te spreken over mijn oplossing. Dus werd ik door hem op het matje geroepen. Waar hij vooral boos over was, was dat ik door mijn actie zijn opdracht geweigerd had uit te voeren. Dat ik wel degelijk in zijn geest had gehandeld, deed er niet toe. Hij had een opdracht gegeven en die had ik maar gewoon uit te voeren. Van mijn tegenargument dat het belachelijk was dat ik, de laatste week dat ik werkte nog moest verhuizen, was hij niet onder de indruk. Iedereen moest verhuizen en dus ik ook. Uitzonderingen kon hij niet maken. Ik wees hem erop dat dat niet waar was, omdat een oudere verpleegkundige man, die ook in de verpleegstersflat woonde, er wel gewoon kon blijven wonen.
Dat ging mij niet aan, vond hij.

Laatste werkdag
Misschien was ik, in een normale situatie, wel bang geworden voor dit autoritaire baasje. Hij dreigde mij immers acuut te ontslaan als ik zijn oekaze niet uitvoerde. Maar ik had zelf mijn ontslag al genomen, dus wat hij mij dreigde af te pakken had ik zelf al opgegeven. Ik had geen enkele reden om bang voor hem te zijn. Maar als ik acuut mijn  ontslag kreeg dan moest ik ook diezelfde dag weg, en ik wist niet of ik dat kon regelen. Dus verliet ik de directiekamer met de mededeling dat ik nog even na moest denken of ik me aan zijn oekaze zou onderwerpen of acuut ontslag zou accepteren. Mijn afdelingshoofd was duidelijk. Als je er voor kiest om de directeur niet te gehoorzamen, verhuis ik je wel naar je nieuwe woonplaats (waar ik zou gaan samenwonen). Dus belde ik de directeur om hem te melden dat dit mijn laatste werkdag zou zijn.

De directeur
Dat accepteerde hij en hij zei vervolgens: ‘Het gaat u goed meneer Moors…’ en verder kwam hij niet want ik gooide kwaad de hoorn op de haak, kwaad omdat ik me tot op het bot vernederd voelde en zo’n hypocriete afscheidswens me gestolen kon worden. Even later kwam het Unit-hoofd mij melden dat de directeur hem had gebeld met de mededeling dat ik geen minuut langer meer op Kempenhaeghe mocht blijven. Ook dat raakte me niet echt. Sterker nog, het gaf aan dat ik die directeur diep geraakt had, en dat gaf een zekere voldoening.

De confrontatie
Al snel ging het verhaal van mijn confrontatie heel Kempenhaeghe over. Het werd met genoegen door alle leerling-verpleegkundigen en verpleegkundigen gedeeld. Eindelijk eens iemand die tegen die kleine dictator in had durven gaan. Ik kon het me ook veroorloven. Ik had niks te verliezen. Dat wat hij mij af kon pakken had ik zelf immers al opgegeven.

De macht
Voor mij was dat een omslagpunt. Tot die tijd was ik bang voor de macht die autoritaire figuren over me konden hebben. Maar dankzij deze confrontatie besefte ik dat autoritaire mensen alleen maar macht hebben omdat hen die macht gegeven wordt. En de macht die ze hebben is de macht om iemand iets af te pakken wat die persoon graag wil behouden of om iemand iets niet te geven wat die persoon perse wil hebben.

Eigenwaarde
Ik heb me daarna nooit meer door een autoriteit bang laten maken. Zodra een autoriteit dreigde om me iets af te pakken, gaf ik het in gedachten al op. En vanuit dat standpunt ging ik vervolgens de confrontatie met die autoriteit aan. En er is niets dat ik zoveel waarde toeken dat ik me moedwillig laat vernederen om het te krijgen. Mijn eigenwaarde is mij meer waard dan wat dan ook.

Toestaan
Autoritaire leiders kunnen alleen maar bestaan omdat degenen over wie ze heersen hen toestaan autoritair te zijn. En mensen staan autoritaire leiders toe autoritair te zijn omdat ze bang zijn dat die autoritaire leiders hen anders iets afpakken waar ze aan hechten of hen iets niet zullen gunnen wat ze graag zouden willen hebben.

Verdeel en heers
Daardoor is het mogelijk dat één man een heel volk kan overheersen. Door eerst degenen die iets willen hebben de kans te geven dat te krijgen door hem te dienen, en vervolgens de rest van de bevolking te dreigen dat ze iets kwijt zullen raken wat ze graag willen, zijn ze in staat door middel van verdeel-en-heers tactieken alle macht naar zich toe te trekken. In allebei de gevallen wordt angst als middel gebruikt.

Angst
Maar op het moment dat het volk het gevoel heeft niets meer te verliezen te hebben, houdt de macht van zo’n dictator over zijn volk op. Het enige dat dan nog rest is, dat die dictator met degenen die hij door middel van voorrechten gekocht heeft, een oorlog tegen zijn eigen volk begint. En ook dan probeert die dictator door middel van angst iedereen aan zich te onderwerpen. Het risico dat zelfs dat niet lukt, is uiteraard ook heel groot.

De meest essentiële vrijheid
Daarom denk ik dat het belangrijk is dat we onszelf en onze kinderen leren te bevrijden van angst. En de eerste angst waarvan we ons dienen te bevrijden is de angst om niet te krijgen wat we willen. Als we wat we willen niet nodig hebben, kunnen we het beste afscheid nemen van die wens. De prijs die je moet betalen als je dat niet doet, is het opgeven van het naar eer en geweten over jezelf kunnen en mogen beschikken. En daarmee geef je je meest essentiële vrijheid op. Dat is wat degenen doen die een autoritair leider ondersteunen omdat ze daar voordeel van denken te hebben.

Het verkopen van je ziel
Je zou ook kunnen zeggen dat het het verkopen van je ziel is. De prijs die je voor je ziel betaald krijgt is nooit hoog genoeg. Je moet jezelf onderwerpen om anderen te kunnen onderwerpen, maar daarmee plaats je jezelf net zo laag als je anderen plaatst. Hoe groot de beloning ook is die je daarvoor krijgt. Waarom zou je meer willen hebben dan nodig is om te bestaan?


Wie verteerd wordt door verlangen, staat niet stevig.
Wie altijd op weg is, gaat nergens heen.
Wie alleen maar zijn eigen belang ziet, is niet goed wijs.

Handelen vanuit de begeerte de wereld te bezitten,
beschouw ik als het niet kunnen stoppen met graaien.
De geest van de wereld kan niet worden gebruikt.
In gebruik raakt men het kwijt, als men er naar grijpt, grijpt men mis.

Blijven graaien, ook al heb je meer dan genoeg, is het niet beter om op tijd te stoppen?
Trots zijn op overvloedig bezit is het jezelf verliezen in fout gedrag.


Ook deze drie wijsheden komen uit de Dao De Jing.

Vrijheid als taak
Vrijheid verkrijg je niet door het je toe te eigenen alsof je het zou kunnen bezitten. Vrijheid ontstaat niet doordat je ongelimiteerd rijkdom kunt verzamelen. Door afstand te doen van rijkdom, kun je jezelf bevrijden. Alleen als je vrijheid ziet als een taak die je jezelf oplegt, ben je in staat vrij te zijn.

Matig
Betekent dat dat je alle bezit op moet geven om vrij te kunnen zijn? Natuurlijk niet. Als je genoeg hebt aan genoeg, bevrijd je jezelf al. Je hoeft je huis niet op te geven. Je hoeft geen honger en dorst te lijden. Je hoeft niet in een juten zak rond te lopen. Zoals het beter is om matig te zijn in rijkdom dan ongelimiteerd rijkdom na te streven, is het ook beter om matig te zijn in armoede en soberheid.

Bevrijden van angst
Je kunt jezelf niet altijd bevrijden van de angst. Ik kan dat in ieder geval niet. Maar iedere keer dat ik door angst overvallen wordt, beheerst die angst mijn handelen, maakt die angst mij onvrij. Pas achteraf kan ik reflecteren op wat me nu weer overkomen is. Waarom niet ik mijn handelen bepaalde maar degene die of datgene dat me angst aanjoeg. Dan pas ben ik in staat om me af te vragen of die angst wel terecht was en of ik me had kunnen bevrijden van die angst, en hoe ik dat had moeten doen.

Leerproces
Vrijheid is een leerproces. En dat leerproces begint met de wens om je van angst te bevrijden. Als ik naar mezelf kijk, denk ik dat dat leerproces nooit stopt. Als ik denk dat ik me bevrijd heb van angst, gebeurt er altijd weer iets dat me tot in het diepst van mijn wezen schokt. En ik weet nooit van te voren wat dat precies zal zijn. Het is mijn taak om die angst te overwinnen. Ik wil niet dat de angst mij overheerst. Ik wil over mijn angsten heersen.

Angst maakt immers onvrij.