
ruud moors vrijheid aflevering 14
Toe-eigening
De essentie van slavernij is het idee dat de ene mens het recht zou kunnen hebben om zich de vruchten van de arbeid van een ander mens toe te eigenen. Dat betekent dat de ene mens aan zijn eigen belangen meer waarde toekent dan aan de belangen van anderen. Het in bezit nemen van een medemens is daar alleen maar een aspect van, niet de essentie. Het toe-eigenen van de vruchten van de arbeid van een medemens is de essentie.
Slavenmaatschappij
Vanuit die optiek gezien leven we nog steeds in een slavenmaatschappij. Een maatschappij waarin het normaal wordt gevonden dat de ene mens zich de vruchten van de arbeid van andere mensen toe-eigent. Dat betekent dat we het ook normaal vinden dat de ene mens zijn eigen belang najaagt ten koste van het belang van anderen.
Rantsoenen
Om zoveel mogelijk profijt uit slaven te halen werden slaven in de zuidelijke staten van de Amerika van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan het werk gezet. Ze kregen vaak nauwelijks genoeg te eten. Het was normaal om een slaaf ongeveer een kilo maïs per week te geven, waar dan zelf graan van gemalen diende te worden. Met een beetje geluk kon er dan per dag nog één zoute haring van af. Dat was het rantsoen waarop die slaaf de week diende door te komen. Als kleding kreeg een mannelijke slaaf elk jaar één werkbroek en twee hemden en hooguit nog een oude jas en dat was het dan. In de winter was dat nauwelijks genoeg om niet te bevriezen.
De zweep
De vruchten van zijn arbeid werden niet door de slaaf zelf geplukt, maar door zijn ‘meester’. Die kwam vaak niets tekort. Integendeel. Mocht de slaaf niet genoeg produceren dan was er altijd nog de zweep om hem of haar tot harder werken aan te zetten.
De mentaliteit
De mentaliteit die dat mogelijk maakte is niet verdwenen. Het idee dat het acceptabel is om de vruchten van de arbeid van anderen te plukken is de kurk waar onze economie op drijft.
Winstmaximalisatie
Bedrijven zijn continu bezig met winstmaximalisatie. Zelfs als een bedrijf winst maakt dankzij de arbeid van zijn werknemers, is het niet ongewoon dat dat bedrijf wordt gesloten om elders in de wereld weer te worden geopend. Op die plek mogen werknemers minder worden betaald, zodat het aandeel van de vruchten van hun arbeid die het bedrijf zich kan toe-eigenen groter is.
Rendement en kosten
Het liefst werken bedrijven met zo min mogelijk werknemers die zo min mogelijk worden betaald terwijl hun arbeidsproductiviteit zo hoog mogelijk moet zijn. De bezitters van die bedrijven maken dan het best mogelijke rendement. Dat dat voor de werknemers van zo’n bedrijf veel minder gunstig is, maakt de bezitters blijkbaar niet uit. Waar het om gaat is dat je zoveel mogelijk rendement uit je werknemers haalt, tegen zo’n laag mogelijke uitgaven. Loon en andere voorzieningen voor werknemers worden als ‘kosten’ gezien. Dat is vreemd want als een bedrijf winst maakt ‘kosten’ werknemers immers niets. Ze leveren, door de vruchten van hun arbeid, juist winst op. Het zou niet meer dan logisch moeten zijn dat daar een beloning tegenover staat.
Productie-eenheden
Of werknemers een redelijk bestaan kunnen opbouwen van het aandeel van de vruchten van hun eigen arbeid dat ze door de bezitters van de bedrijven wordt gegund, is voor die bezitters niet van wezenlijk belang. Hun eigen belang is voor henzelf veel en veel belangrijker dan het belang van hun werknemers. Die worden niet als medemensen gezien maar als productie-eenheden.
Hoe kan dat?
Verslaving aan succes
Van succes wordt een mens arrogant. Feitelijk is er geen verslaving zo algemeen als de verslaving aan succes. En succes wordt vaak afgemeten aan de verschillen in macht tussen de ene mens en de andere. Daarbij wordt degene met de meeste macht ook als het meest succesvol gezien. De verslaving aan succes is een verslaving aan macht, aan overheersing. Dat verklaart waarom mensen alles geven om de beste in een sport te worden. Dat verklaart ook het succes van sport. Sport is feitelijk een zinloze bezigheid. Het levert geen echt voordeel op. De mensheid zou niets verliezen als er geen sport meer bedreven zou worden.
Sport is niet gezond
Als ik dat beweer, voel ik, bij wijze van spreken, mensen al in opstand komen. Sporten heet namelijk gezond te zijn. Dat is onzin. Bewegen is gezond. Sporten levert vaak sportblessures op. Dat is verre van gezond. Fanatieke sporters zijn alleen nog maar met sport bezig. Dat is ook geestelijk niet gezond. Sport zou, als het alleen om de lichaamsbeweging ging, en niet om het winnen, wellicht nog wel gezond kunnen zijn, maar door de focus op winnen is sport vooral een verslaving.
Verslaafd aan sport
Een collectieve verslaving. Zelfs mensen die er niet zelf aan doen, zijn er vaak verslaafd aan. Die identificeren zich dan met een sporter of met een team. En willen dan dat ‘hun’ sporter of team wint, zodat ze de illusie kunnen koesteren dat ze zelf gewonnen hebben en zich daardoor superieur kunnen wanen aan de aanhangers van een ander team of andere sporter.
En die superioriteitswaan is precies het probleem.
Winnen en arrogantie
Er is ooit onderzocht wat het met mensen doet als ze zodanig bevoorrecht worden in een bepaalde situatie dat ze niet anders kunnen dan winnen. Je zou dan verwachten dat mensen zich realiseren dat ze dat winnen te danken hebben aan hun bevoorrechte situatie, maar dat blijkt niet het geval. Ook in het geval dat mensen overduidelijk winnen doordat de situatie voor hen zo gunstig was dat ze niet konden verliezen, gedragen ze zich uitermate arrogant ten opzichte van de verliezer.
Voorrechten
Twee mensen werden tegenover elkaar geplaatst om een spelletje monopoly te spelen. Door middel van een dobbelsteen werd bepaald wie bevoorrecht zou worden en wie niet. De bevoorrechte speler kreeg, om te beginnen, twee keer zoveel geld als zijn tegenspeler. Ook mocht diegene twee keer achter elkaar gooien. En als kers op de taart kreeg die persoon twee keer zoveel als hij of zij langs af kwam. Met zoveel voorrechten kun je niet meer verliezen.
De arrogantie van de winnaar
Degene die op deze manier was bevoorrecht ging zich al snel arrogant gedragen. Die speler ging breeduit zitten, genoot zichtbaar van de snelle winst, maakte denigrerende opmerkingen naar de opponent en nam veel meer dan de helft van de koekjes van de schaal die tussen de spelers in stond, ten bate van allebei de spelers. Ook al wist die persoon dat het winnen niets met zijn spelvermogen te maken had, maar alles met de oneerlijke uitgangspositie, de arrogantie was er niet minder om.
Meer rechten
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat dit een normaal effect van bevoorrecht zijn is. Al snel krijgt iemand die bevoorrecht is ten opzichte van iemand anders het idee dat hij of zij daardoor ook meer rechten heeft dan die ander. Dat die ander er minder toe doet.
Macht corrumpeert
Hoe groter de machtsverschillen, hoe arroganter de meest machtigen zich zullen gedragen. Niet omdat het van oorsprong slechte mensen zijn, maar omdat de macht hen heeft gecorrumpeerd. Er is een uitspraak van een belangrijk denker wiens naam mij even ontschoten is, die dat, wat mij betreft, uitstekend samenvat:
Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut.
Winnen en verliezen
Dat komt omdat het je superieur wanen aan anderen een verslaving is. En die verslaving houdt degene die verslaafd is gevangen. Ook de slavenhouder is een gevangene van het idee dat het goed is om winst te behalen door een ander te benadelen. Als winnen je doel is, dan is het ook je doel om anderen te laten verliezen.
Verslaving en ongelijkheid
We leven in een samenleving die verslaafd is aan onderwerping. Die verslaving zorgt voor een grote ongelijkheid tussen mensen. Die verslaving zorgt ervoor dat het streven om ongelijk aan anderen te zijn een doel op zichzelf wordt. Een verslaving heet niet voor niets ‘verslaving’. Aan een verslaving onderwerp je je. Die verslaving beheerst je vervolgens. En dat betekent dat die verslaving jou onderwerpt. Als je verslaafd raakt aan het onderwerpen van je medemensen, word je ook een slaaf van die verslaving aan het onderwerpen van je medemensen.
In een slavenmaatschappij is niemand vrij.
Vrij van onderwerping
Een mens is vrij als hij of zij vrij is van onderwerping. Dat wil zeggen dat die persoon zich niet laat onderwerpen, maar ook dat die persoon anderen niet aan zich onderwerpt.
De waarde van een mens
Het idee dat een mens moet werken voor zijn brood impliceert dat iemand die niet werkt eigenlijk geen bestaansrecht heeft. Dat betekent dat een mens gereduceerd wordt tot zijn economische waarde. De economische waarde van een mens representeert niet de werkelijke waarde van een mens. De werkelijke waarde van een mens is intrinsiek. Die wordt bepaald door alles wat die mens teweegbrengt. Er zijn mensen die nauwelijks economische waarde hebben, maar die door hun omgeving als zeer waardevol worden gezien, omdat ze een menselijke waarde hebben.
Belangrijke mensen
We zijn vooral een sociale diersoort. Ons economische belang is altijd ondergeschikt aan ons sociale belang. De meest bevoorrechte mensen zijn in dat opzicht de minst belangrijke mensen. Als ik me afvraag welke mensen voor mij het belangrijkst zijn dan zijn dat die mensen die mij als hun gelijke beschouwen. Zij geven me het gevoel dat ik waarde in mezelf heb, dat ik het recht heb om te bestaan. Van die mensen word ik gelukkig.
En geluk heeft voor mij een veel grotere waarde dan rijkdom of macht.
Geluk
Als mensen elkaar gelukkig maken, maken ze elkaar ook vrij. Als mensen elkaar ongelukkig maken, dan maken ze elkaar onvrij. En vernederen en onderwerpen maken zowel degene die vernedert en onderworpen wordt, als degene die vernedert en onderwerpt ongelukkig. Dat wil niet zeggen dat iemand geen genoegen kan scheppen in het vernederen en onderwerpen van een ander, maar genoegen is iets anders dan geluk. Genoegen is in dit geval de kwaadaardige vorm van geluk.
Genot of geluk?
Alcohol maakt niet gelukkig. Heroïne maakt niet gelukkig. Nicotine maakt niet gelukkig. Onderwerping maakt niet gelukkig. Vernedering maakt niet gelukkig. Het zijn allemaal verslavingen die een korte roes geven. Een kort genoegen scheppen. Geen enkele verslaving levert geluk op.
Onderdanen
Het je toe-eigenen van de vruchten van de arbeid van een ander is een verslaving. Een verslaving die schadelijk is voor die ander, maar ook voor jezelf. Onze maatschappij is op die verslaving gebaseerd. Zo zijn onze elites ontstaan. Onze heersers, koningen en keizers. Zo zijn ook de onderdanen ontstaan. Burgers, slaven, horigen en lijfeigenen. De heersers zijn de onderdanen als hun bezit gaan beschouwen. Het bestaansrecht van onderdanen beschouwen de heersers als ondergeschikt aan hun eigen bestaansrecht. De vruchten van de arbeid van die onderdanen behoren de elite toe. Doordat ze bevoorrecht zijn beschouwen de leden van de elite de onderdanen als inferieur aan zichzelf.
Aandeelhouders
De ongelijkheid die zo is ontstaan, bepaalt de cultuur waarin we leven. We zijn het normaal gaan vinden dat de ene mens de vruchten van de arbeid van de ander opeist. Daar is onze economie op gebaseerd. De economische belangen, zoals die nu worden gedefinieerd, zijn de belangen van de elite. Doordat politici de nadruk leggen op die economische belangen, dienen ze vooral de belangen van de elite. Daardoor ontstaat het idee dat het goed gaat met de economie als aandeelhouders grote rendementen kunnen maken.
Veroveren en onderwerpen
Zolang het normaal gevonden wordt dat de ene mens de vruchten van de arbeid van een ander voor zichzelf mag opeisen, zullen we, in essentie, een slavenmaatschappij blijven. Daar waar mensen behandeld worden als slaven, op wat voor manier dan ook, is er sprake van een slavenmaatschappij. We kunnen dat dan wel ‘beschaving’ noemen, maar dan betekent het dat we de essentie van een vrije samenleving weg hebben beschaafd. Dat betekent niet dat we trots zouden mogen zijn op een samenleving waarin de ene mens door de ander als een object wordt gebruikt. Helaas is dat het kenmerk van elke ‘grote beschaving’; het veroveren en onderwerpen van mensen zodat die mensen gebruikt kunnen worden ten bate van andere mensen. Slavernij dus. Of, als mensen zich niet laten onderwerpen; moord en doodslag.
“Beschaving”
Het is niet voor niets dat elke ‘beschaving’ op slavenarbeid is gebouwd.
Het is naïef om te veronderstellen dat dat als sneeuw voor de zon is verdwenen op het moment dat het in bezit nemen van de ene mens door de andere werd verboden.
De essentie van slavernij is niet het in bezit nemen van de ene mens door de ander, maar het zich toe-eigenen van de vruchten van arbeid van de een door de ander.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: