Het verschil
‘Wat bezielt je om de zee onveilig te maken?’ vroeg Alexander de Grote aan een gevangen genomen zeerover. ‘hetzelfde wat u bezielt om het met heel de wereld te doen,’ antwoordde de zeerover en voegde er aan toe: ‘Maar omdat ik het met een klein scheepje doe, wordt ik een rover genoemd, terwijl u met uw grote vloot als een heerser wordt gezien!’

Handelswaar
Als je in bezit gelooft, geloof je ook in diefstal. De meest succesvolle dief is degene die het zo uitbundig weet te doen dat niemand het recht op het bezit dat hij of zij gestolen heeft nog durft te betwisten. Alleen als je iets hebt gemaakt kun je het gebruiksrecht van dat product opeisen. Planten, dieren en grond worden niet door mensenhanden gemaakt. Als je desondanks gelooft dat je grond, planten en dieren kunt bezitten, is het niet verwonderlijk dat je ook de illusie kunt hebben dat mensen in bezit genomen mogen worden en als handelswaar kunnen gelden, als slaven, gijzelaars en voetballers bijvoorbeeld.

De verhoudingen
Ook gevangenissen zijn ontstaan vanuit het geloof dat alles dat bestaat door individuele mensen in bezit genomen kan en mag worden. Daar komen de minst succesvolle dieven en moordenaars terecht. De meest succesvolle dieven en moordenaars worden zelden voor hun misdaden berecht en opgesloten, behalve als ze de belangen van hun soortgenoten dwars zitten. Van een seriemoordenaar die uit wellust vijftig mensen heeft vermoord, moet niemand iets hebben, terwijl een heerser die verantwoordelijk is voor de dood van honderdduizenden of zelfs miljoenen medemensen in de geschiedenisboeken als een groot heerser wordt gezien.

Waarde
Het geloof dat planten, dieren en grond in bezit genomen kunnen worden, heeft tot gevolg dat het idee ontstaat dat verschillende mensen een verschillende waarde hebben. De meest succesvolle dieven beschouwen zichzelf als het meest waardevol en kijken vervolgens neer op mensen die minder succesvol in diefstal zijn.

Status
Als succesvol stelen een hoge status veroorzaakt dan zal dat de behoefte aan stelen alleen maar aanwakkeren. Dat is waarom rijke mensen, ook al hebben ze meer dan ze in tientallen levens op zouden kunnen maken, nog steeds niet genoeg hebben. Dat is waarom iemand die honderd miljard dollar bezit er naar streeft nog meer te bezitten.

Vergoddelijken
Alexander de Grote had de ambitie om een God te worden, zoals zijn voorouder Achilles. Door eeuwige roem onsterfelijk te worden. Nooit vergeten te worden. Dat was en is een ambitie die veel veroveraars hadden en hebben. Het vergoddelijken van keizers was de kroon op het succesvol stelen van gebieden en het onderwerpen van eenieder die zich in die gebieden ophield. Dat we veel Romeinse keizers tegenwoordig nog kennen, en we onze kinderen leren dat de geschiedenis om hen draait, geeft aan dat ze daar feitelijk ook in geslaagd zijn.

De Grote
Toen de Grieken, in het begin van de eenentwintigste eeuw mochten kiezen wie ‘de grootste Griek aller tijden’ was, kozen ze voor Alexander de Grote, de man die niet rustte voordat hij de hele wereld gestolen had, en daar alleen niet volledig in slaagde omdat hij op achtendertigjarige leeftijd stierf. Een wijs mens was Alexander de Grote niet. Hoe arm van geest moet je wel niet zijn als je pas tevreden denkt te kunnen zijn als je de hele wereld veroverd en in bezit genomen hebt? En stel dat je dat zou lukken, heb je dan genoeg? Of wil je dan ook de zon en de maan aan je bezit toevoegen? Wat een dwaasheid!

Een stukje grond
Er is een verhaal over twee mannen die langs de kant van de weg stonden toen Alexander met zijn leger langskwam en die, toen ze hem zagen, naar hem wezen en met hun hoofden heen en weer schudden en ‘Wat een dwaas, wat een dwaas!’ riepen. Alexander stopte en vroeg, lichtelijk geïrriteerd, wat ze bedoelden. ‘Een mens kan alleen maar op dat kleine stukje grond staan dat zich onder zijn voeten bevindt,’ zei de ene. ‘En dan wil jij de hele aarde bezitten, dat heeft toch geen enkel nut,’ vervolgde de ander. ‘Waarom zou je meer grond willen bezitten dan de grond waar je op staat? En waarom zou je aan die grond willen vasthouden als je op een ander stukje grond gaat staan?’ vroegen ze retorisch. Daar had Alexander de Grote geen antwoord op, dus reed hij maar door.

Trots op diefstal
Feitelijk is elke vorm van bezit ontstaan door gelegaliseerde diefstal. Nederland kent een zogenaamde ‘Gouden Eeuw’. Dat was een tijdperk waarin de Nederlandse elite uiterst succesvol was in het stelen van gebieden, het tot slaaf maken van de mensen en het zich inpikken van de vruchten van de arbeid van de mensen in die onderworpen gebieden. Een Nederlandse premier had in het begin van de eenentwintigste eeuw nog het lef om het over ‘die goede oude VOC mentaliteit’ te hebben. ‘Trots zijn op diefstal’ noemt Laozi dat in de Dao De Jing.

Kapen
Op school leerden we dat Piet Hein weliswaar een kleine naam had, maar dat zijn daden groot waren. Wat waren die grote daden dan? Hij had de zilvervloot van Spanje ‘gewonnen’. En we zongen ook dat allen die te kaap’ren wilden varen, mannen met baarden moesten zijn. We leerden trots te zijn op onze kapers. Illegaal was dat kapen niet. Ze hadden er toestemming voor van onze regering. Dat dat ‘kapen’ of ‘winnen van een zilvervloot’ door degenen die waren gekaapt of wiens zilvervloot was gewonnen wat minder positief werd beschouwd, is evident.

Diefstal
Als een slaaf op een plantage het waagde om, zonder toestemming, een kip te slachten en die op te eten, werd die slaaf daar onbarmhartig voor gestraft. Die diefstal werd door de slavenhouder als een ernstige misdaad beschouwd. Maar diezelfde slaaf van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat zwaar werk laten doen zonder die slaaf fatsoenlijk te voeden, was geen probleem. De diefstal van de vruchten van de arbeid van die slaaf was wettelijk toegestaan en werd dus niet als een misdaad gezien.

Wetten en rechtvaardigheid
Het stelen van de vruchten van de arbeid van je medemensen is wel degelijk diefstal, en daardoor alleen al moreel verwerpelijk. Niet alles wat wettelijk is toegestaan is vanzelf moreel juist. En wat niet moreel juist is, is in morele zin misdadig. Wetten worden bepaald door degenen met macht. En degenen die de macht hebben achten alles waar ze voordeel van hebben als juist en alles wat voor hen nadelig is als onjuist. Dus werken wetten vaak in het voordeel van degenen met macht en in het nadeel van degenen zonder macht. Dat betekent dat wetten lang niet altijd rechtvaardig zijn.

Macht corrumpeert
‘Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut.’ Dat is een uitspraak waar ik volledig mee instem. Wat er het meeste door macht wordt gecorrumpeerd is vrijheid. Niet perse de vrijheid om te kunnen zeggen wat je vindt of te doen of te laten waar je zin in hebt, maar de vrijheid die groter is dan dat. De vrijheid die je er toe brengt je verantwoordelijk te voelen voor datgene dat je door je gedrag en door je handelen teweegbrengt.

Ambities
Alexander de grote was niet bezig met het nemen van de verantwoordelijkheid voor zijn handelen. Wat voor kwaad hij anderen deed interesseerde hem niet. Hij was niet bezig met de belangen, de behoeftes en de gevoelens van anderen. Die achtte hij volledig ondergeschikt aan zijn eigen belangen, behoeftes en gevoelens. Hij was de gevangene van zijn ambities. En de enige manier waarop hij zijn ambities kon verwezenlijken was door anderen ook te onderwerpen aan zijn ambities.
Je zou ook kunnen zeggen dat hij de gevangene was van zijn grootheidswaan.

Mens
Geen enkel mens kan meer mens zijn dan welk willekeurig ander mens dan ook. In het menszijn zijn we allemaal gelijk, wat de verschillen tussen ons voor de rest ook zouden kunnen zijn. Ik ben nog nooit een mens tegengekomen die geen mens was. ‘Koning, keizer, admiraal, poepen moeten ze allemaal’, was de variatie op een reclamedeun die wij als kinderen zongen. Hoeveel we ook van elkaar verschillen, in veel meer opzichten lijken we op elkaar.

Illusie
Dat een koning begroet dient te worden door een knieval en een diepe buiging, heeft te maken met het feit dat de koning daardoor de illusie heeft dat hij ‘boven’ die ander staat, zeker als die koning dan ook nog op een grote troon op een plateau zit. De onderdaan maakt zich kleiner om de koning zich groter te laten wanen. Feitelijk zijn zowel de koning als zijn onderdaan gelijk in het menszijn. De een is niet echt groter en zelfs niet belangrijker dan de ander.

Geschiedschrijving
Ook de geschiedschrijving wordt gedaan door of ten bate van de machthebbers. Daardoor lijkt het alsof onze collectieve geschiedenis door hen bepaald wordt. Geschiedenisverhalen lichten altijd elementen uit de werkelijkheid en laten de rest weg. Dat betekent niet dat wat wordt weggelaten er voor de werkelijkheid niet toe doet, maar dat het er voor het verhaal dat verteld wordt niet toe doet. Als iemand anders een verhaal verteld dat uit dezelfde werkelijkheid put, zal die persoon andere elementen uit de werkelijkheid lichten en andere zaken weglaten.

Complex
De geschiedenis zoals die werkelijk heeft plaatsgevonden is zo complex dat we niet in staat zijn die totale geschiedenis te kennen of aan elkaar over te dragen.

Doodzwijgen
Ik heb wel eens geopperd dat we er beter aan zouden doen om bepaalde personen uit ons collectieve geheugen te bannen. Al die veroveraars die onze geschiedenisboeken vullen, zouden we beter dood kunnen zwijgen. We doen ze teveel eer aan om ze na hun dood nog zoveel belang toe te kennen. Daarmee stimuleren we de machthebbers van nu om ook te streven naar eeuwige roem. Daardoor komt lang niet altijd het beste in die machthebbers naar boven.

Roem
Ook roem is een gevangenis. En mensen die de gevangene zijn van het streven naar roem zullen anderen onderwerpen aan dat streven. Zodat mensen de gevangene worden van een machthebber die naar roem streeft terwijl hij zelf de gevangene van dat streven naar roem is.

Rijkdom
Dat is waarom ik mezelf wil bevrijden van de zucht naar roem en naar meer bezit dan ik nodig heb om te kunnen leven. Omdat ik in een wereld geboren ben en leef waarin het geloof in privébezit dominant is, kan ik niet zonder bezit zijn. Maar ik hoef me niet, willens en wetens, te onderwerpen aan dat geloof. Rijkdom en roem zijn ketenen waaraan mensen zichzelf vastketenen en waaraan ze ook anderen proberen vast te ketenen.

De ziel
Daarom streef ik geen rijkdom en roem na. Ik word niet meer mens als ik meer bezit. Ik word niet meer mens als ik meer roem vergaar. Als de geschiedenis vergeet wie ik was, dan juich ik dat toe. Laat mijn naam vergeten worden. Laat niemand meer weten dat ik ooit heb bestaan. Maar laat mijn ziel de zielen van anderen raken, zodat ze zich kunnen voeden aan mijn ziel. Zoals ik mij ook aan de zielen van anderen heb gevoed.

Gelijk
Ik weet niet of ik in de wereld waarin ik ter wereld ben gekomen volledig vrij kan zijn. Ik weet wel dat ik er naar kan streven om mijzelf te bevrijden van de illusie dat anderen onder of boven mij staan. Door niet op mijn medemensen neer te kijken, maar ook niet naar ze op te kijken, bevrijd ik mezelf. Ik ben niet meer mens dan een ander. Maar ik ben ook niet minder mens dan een ander. Ieder mens heeft evenveel bestaansrecht als ik heb.

Volgens mij is dat de kern van vrijheid.