ruud moors vrijheid aflevering 18
De individuele mens
In een interview met the Correspondent zei mensenrechtenactivist Peter Tatchell: ‘We moeten ons realiseren dat alle progressieve veranderingen tot stand komen door collectieve acties, maar dat alle succesvolle veranderingen goed moeten zijn voor het individu. We mogen de individuele mens nooit uit het oog verliezen. Dat is waar het communisme de fout inging – het plaatste het collectief boven het individu en beweerde dat individuen opgeofferd mochten worden voor het Grote Doel. Maar de zin van (het nastreven van) het Grote Doel is juist om individuen te bevrijden.’
Het grote geheel
Dat is precies het argument dat ik zelf, als twintigjarige, gebruikte in een discussie met een overtuigd communist die de dood van miljoenen chinezen door de besluiten van Mao bagatelliseerde. ‘Waar gehakt wordt vallen spaanders,’ vond hij. ‘En voor het grotere doel moeten nou eenmaal offers worden gebracht.’ ‘Als je het volk probeert te bevrijden van een nadelige situatie en je offert datzelfde volk op, wat heeft dat dan, voor dat volk, voor nut?’ was mijn wedervraag. Zijn antwoord was dat ik naïef was en het grote geheel uit het oog verloor. Misschien had hij daarin wel gelijk. Voor mij is het collectief niet zo belangrijk dat ik er een individu voor zou willen opofferen.
Ideeën en bestaansrecht
Als de vrijheid van een individu wordt opgeofferd voor het Grote Doel, dan is er iets mis met dat Grote Doel. Wat dat Grote Doel is wordt immers ook door individuen bepaald. Dat betekent dat als iemand bepaalt dat er voor dat Grote Doel individuen mogen worden opgeofferd, die persoon het bestaansrecht van die individuen ondergeschikt maakt aan datgene dat hij als het Grote Doel ziet. Daarmee plaatst diegene zijn eigen denkbeelden zelfs boven het bestaansrecht van zijn medemensen. Alsof de ideeën van een individu belangrijker zijn dan het bestaansrecht van diens medemensen.
De ideale samenleving
Ik ben een individualist. Dat betekent dat ik geloof dat de menselijke samenleving gebaseerd zou moeten zijn op de belangen van alle individuen waaruit die samenleving bestaat. Dat betekent ook dat ik er van uitga dat ieder individu evenveel bestaansrecht heeft als ieder ander individu. Omdat ik daar van uitga, ga ik er vanzelfsprekend van uit dat ieder individu evenveel bestaansrecht heeft als ik zelf heb. Mijn ideale samenleving is een samenleving waarin het bestaansrecht van ieder individu gewaarborgd is. Ook als dat individu geen nut voor de samenleving lijkt te hebben.
Collateral damage
Mijn probleem met het geloof in een ideologie, welke ideologie dan ook, is dat dat geloof er uiteindelijk toe leidt dat individuen opgeofferd worden voor het verwerkelijken van die ideologie. Daarin verschilt de ideologie van de vrije markt niet wezenlijk van de ideologie van het staatscommunisme. Beiden maken de mens ondergeschikt aan die economische ideologie. Als individuen de dupe zijn van het verwezenlijken van die ideologie dan wordt dat als ‘onvermijdelijk’ gezien.
De totaaloplossing
Dat komt omdat het geloof in een ideologie altijd gepaard gaat met het geloof dat de hele samenleving aan die ideologie onderworpen dient te worden. Pas als de hele samenleving zich aan die ideologie onderworpen heeft kan die ideologie zijn heilzame werk gaan doen, is het idee. Elke ideologie is een utopie die belooft de ultieme oplossing te zijn voor alle problemen. Als het waar zou zijn dat een ideologie een totaaloplossing zou kunnen zijn, dan betekent dat dat de bedenker van een ideologie zich aan zijn eigen denkbeelden moet onderwerpen om als mens goed te kunnen functioneren. Dan is diegene zowel de god van zijn gedachten als de slaaf ervan.
Onderwerping
Daarom geloof ik niet in ideologieën. Een ideologie onderwerpt individuen aan een collectief dat onderworpen is aan een ideologie die bedacht is door individuen. De essentie van iedere ideologie is onderwerping. En elke onderwerping is uiteindelijk een onderwerping van het ene individu aan het andere individu. En ook het individu dat onderwerpt is onderworpen aan het principe van onderwerping. Ideologieën tasten het principe van vrijheid aan.
Idealen
Dat betekent niet dat ik niet geloof in idealen. Ik geloof alleen niet in een systeem dat die idealen zou kunnen verwezenlijken. Ik geloof in eerlijkheid. Dus streef ik er naar om zo eerlijk mogelijk te zijn. Ik geloof in welwillendheid. Dus streef ik er naar om zo welwillend mogelijk te zijn. Ik geloof in betrouwbaarheid. Dus streef ik er naar om zo betrouwbaar mogelijk te zijn. Ik geloof in rechtvaardigheid. Dus streef ik er naar om zo rechtvaardig mogelijk te zijn. Ik geloof in gelijkwaardigheid. Dus streef ik naar zoveel mogelijk gelijkwaardigheid.
Verbeter de wereld, begin bij jezelf
Dat betekent dat ik mijzelf verantwoordelijk maak voor het naleven van mijn idealen. ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf,’ was een dooddoener die ik in mijn jeugd vaak hoorde (en die me toen uitermate kon irriteren). Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat die dooddoener simpelweg een waarheid bevat waar ik niet om heen kan. Het enige stukje van de wereld waar ik enigszins macht over heb, ben ik zelf. Over het gedrag van politici, miljardairs, geloofsfanatici, populisten, racisten, seksisten en xenofoben ga ik niet. Ik kan dat gedrag niet veranderen. Maar mijn eigen gedrag, mijn eigen houding ten opzichte van de rest van de wereld, daar ga ik wel over.
- Hong Yingming zei:
Ben zelf eerlijk en oprecht zonder de tolerantie ten opzichte van anderen te verliezen. Streef welwillendheid na zonder dat bij anderen af te dwingen. Ben eerlijk als je onderzoek uitwijst dat iets niet schadelijk is en doe het juiste door anderen niet buitensporig te corrigeren.
Vrijheid en verantwoordelijkheid
Dat is waarom voor mij vrijheid gekoppeld is aan verantwoordelijkheid. Ik heb de vrijheid om mijn eigen idealen na te streven. Die vrijheid is absoluut. Die vrijheid kan niemand mij afpakken, zelfs niet als ik die vrijheid niet openlijk mag belijden. Niemand kan mij verbieden welwillend, betrouwbaar, rechtvaardig en eerlijk te zijn. Niemand kan mij verbieden om mijzelf als gelijkwaardig aan ieder ander individu te beschouwen. Dat zijn keuzes die ik in mezelf maak en waar ik naar kan handelen zonder dat aan anderen mee te delen of dat zelfs maar met anderen te delen.
Schijn kan bedriegen
Zoals de boer die in de Tweede Wereldoorlog in zijn dorp bekend stond als een NSB-er, maar tijdens de oorlog wel vijftien joodse mensen bij zich had laten onderduiken. Om te zorgen dat hij dat kon doen zonder op te vallen had hij zich voorgedaan als NSB-er, ook al wist hij dat verschillende dorpsgenoten hem daardoor als een verrader zouden zien. Soms moet een schaap een wolfskleed aantrekken.
Collectieve vrijheid
Collectieve vrijheid is onmogelijk als het niet gepaard gaat met individuele vrijheid. Alleen in een samenleving waarin individuen elkaar de vrijheid gunnen om zichzelf te kunnen zijn is er sprake van collectieve vrijheid. Het een kan niet ten koste van het andere gaan. Als je ook maar één mens opoffert voor collectieve vrijheid, dan ben je als samenleving niet meer vrij. Dan tast je namelijk het principe van vrijheid aan.
Basis
De basis van vrijheid is het recht om te mogen bestaan. Als het collectief, om wat voor een reden dan ook, het recht om te bestaan van één individu opoffert, dan offert het de basis van vrijheid op. Je kunt niet volhouden dat jijzelf bestaansrecht hebt als je het een ander niet gunt. Als jij het bestaansrecht van een ander opoffert, geef je iemand anders het recht om jouw bestaansrecht op te offeren.
Het kastje
Er komt iemand aan je deur met een kastje met een grote knop. Hij geeft je dat kastje en vertelt je dat je tien miljoen euro krijgt als je op die knop drukt. Maar als je op die knop drukt gaat er wel iemand dood. Je weet niet wie er dood gaat. Een anoniem persoon sterft als jij op die knop drukt en daardoor tien miljoen euro rijker wordt. Zou je dat doen? Je twijfelt en twijfelt. Je hebt wat schulden en je zou best een groter huis willen en een nieuwe auto. Al je financiële problemen zouden in één klap opgelost zijn. Uiteindelijk bezwijk je aan de verleiding en drukt op de knop. Een uur later wordt er aan de deur gebeld. Je ontvangt je tien miljoen euro en degene die het kastje bracht, neemt het weer mee. ‘Wat gaat u nu met dat kastje doen?’ vraagt u. ‘Dat gaat naar de volgende persoon,’ is het antwoord. ‘En wat als die persoon op de knop drukt?’ vraagt u nog. ‘Dan gaat u dood,’ is het laconieke antwoord.
Je bestaansrecht
Dit verhaal zag ik als korte episode in ‘The Twilight Zone’. Een betere illustratie van het verliezen van je eigen bestaansrecht als je dat van een willekeurig ander opoffert voor je eigen belang, ken ik niet. Vandaar dat het verhaal me ook altijd bijgebleven is.
Egoïsme en individualisme
Individualisme is niet hetzelfde als egoïsme. Integendeel. Dat wordt, helaas, wel vaak zo gezien. ‘In deze individualistische tijd, waarin iedereen alleen maar voor zichzelf leeft’, is een zin die ik vaak langs zie komen. Het is de vraag of we wel in zo’n individualistische tijd leven. Het consumentisme hangen we collectief aan. Het idee dat individuen met elkaar moeten wedijveren en dat dat goed is voor de economie en dus voor de samenleving is een collectieve ideologie, waar helaas veel individuen zich aan onderwerpen. Die collectieve ideologie zorgt er voor dat mensen elkaar als concurrenten gaan zien en zich ten opzichte van elkaar steeds egoïstischer gedragen. Dat heeft niets met individualisme te maken.
Als ik het niet doe, doet een ander het wel
Egoïsme is vaak groepsgedrag. Zoals een oom van me zei nadat hij trots verteld had dat hij, bij een executieverkoop, op slinkse wijze een huis voor een habbekrats had weten te kopen en de dag daarna met een enorme winst weer door had verkocht, hoewel de oorspronkelijke eigenaren daardoor in ernstige financiële problemen waren gekomen: ‘Als ik het niet doe, doet een ander het wel’. Als hij zich als individu verantwoordelijk had geacht voor de gevolgen van zijn gedrag, had zijn geweten hem wellicht iets anders ingefluisterd. Maar iedereen in de vastgoedkringen waarin hij vertoefde liet het eigenbelang altijd voorgaan. Daarom kon hij dat, juist door zijn individualisme op te offeren, ook zonder gewetenswroeging doen.
Groepsdwang
Het zijn sterke individualisten die tegen zo’n groepsdwang in durven gaan. Het zijn mensen die geloven dat ze hoogstpersoonlijk verantwoordelijk zijn voor hun gedrag en de gevolgen er van, die zich tegen de egoïstische tendensen van de groep waartoe ze behoren verzetten. Mensen die zich willoos aan de groep onderwerpen doen dat niet, omdat ze veel te bang zijn dat dat hun eigen belang kan schaden. En helemaal ongelijk hebben ze daarin niet. Klokkenluiders betalen vaak een hoge prijs voor het luisteren naar hun geweten.
Collectief
Een individualist kiest er voor om zich, zoveel mogelijk, met alle individuen te identificeren. Een individualist beschouwt ieder ander individu als gelijkwaardig aan zichzelf. Dat betekent ook dat een individualist de hele mensheid als één collectief beschouwt. Een verzameling van miljarden individuen die allemaal evenveel bestaansrecht hebben.
- Laozi zei:
Ten opzichte van degenen die welwillend zijn, ben ik welwillend. Ten opzichte van degenen die niet welwillend zijn, ben ik ook welwillend. Welwillendheid is een deugd.
Ten opzichte van degenen die betrouwbaar zijn, ben ik betrouwbaar. Ten opzichte van degenen die niet betrouwbaar zijn, ben ik ook betrouwbaar. Betrouwbaarheid is een deugd.
Basishouding
Dat is wat vrijheid is. Kiezen voor de juiste basishouding. Zelfs als anderen dat niet doen.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: