Museum
De Nederlandse kunstenaar Renzo Martens bedacht dat het eigenlijk wel raar is dat musea vaak gesponsord worden door een bedrijf als Unilever dat al honderd jaar palmolie uit Congo haalt. Die kunst wordt gefinancierd met winsten die onttrokken zijn uit de plantages aldaar. Op een verlaten palmolieplantage van Unilever in Lusanga zette hij een witte kubus neer die als museum dienst moet doen. Musea worden vaak gebouwd om een gebied aantrekkelijker te maken en economisch voordeel op te leveren. Dat wordt meestal gedaan op plekken waar toch al veel geld beschikbaar is. Maar een arm gebied heeft er meer baat mee, bedacht de kunstenaar.

Unilever
Hij koos voor het dorp Lusanga omdat het de eerste palmolieplantage was van de multinational Unilever. De plantagearbeiders zwoegden er voor een hongerloon en het bedrijf verdiende er een fortuin. Toen Unilever vertrok uit Lusanga hadden de bewoners geen inkomsten meer. De grond was niet meer van hen en was door het intensieve gebruik ook nauwelijks vruchtbaar meer. Met het museum wilde de kunstenaar daar iets aan doen.

De witte kubus
Het museum werd in 2017 groots geopend met gasten uit de hele wereld. Het bleek een succes. Sinds de witte kubus er staat hebben de inwoners grond kunnen kopen. Ze verbouwen er hun eigen groenten en fruit in een ecologisch voedselbos. Het geld werd opgebracht door lokale kunstenaars die sculpturen ontwerpen die vervolgens met een 3D-printer uitgevoerd worden in een speciaal mengsel van palmolie en cacao (als een verwijzing naar de geschiedenis van het gebied). Die kunstwerken zijn nu in verschillende musea over de hele wereld te zien.

Maandloon
Voordat hij het in Lusanga probeerde, trachtte Renzo Martens het project, in 2012, op de plantage Boteka op te starten. Die plantage was in 2009 door Unilever verkocht aan een Canadese eigenaar. Die eigenaar liet hem, vrij hardhandig, verwijderen omdat hij een opstand onder de arbeiders zou kunnen veroorzaken. Het was inderdaad denkbeeldig geweest dat de arbeiders, als ze op een andere manier geld zouden kunnen verdienen, niet meer voor dat bedrijf zouden willen werken. Het maandloon voor een man was (in 2009) 18 dollar en voor een vrouw 9 dollar. Nee, niet het dagloon, zelfs niet het weekloon, maar het maandloon!

Multinational
Slavernij kent vele gezichten. Als je op een grondgebied woont dat door een multinational in bezit wordt genomen, kun je twee dingen doen: verhuizen naar een ander gebied of gaan werken voor die multinational. Als je naar een ander gebied verhuist is de kans groot dat, als je je daar gevestigd hebt, ook dat gebied weer wordt onteigend. Als je daarom besluit voor die multinational te gaan werken, ben je afhankelijk van dat bedrijf. De beloning voor jouw arbeid wordt dan door dat bedrijf bepaald.

Voormalige slaven
Nadat in het zuiden van de Verenigde Staten van Amerika de slavernij werd afgeschaft waren de slaven niet ineens vrij. Er werd door de Republikeinen voorgesteld dat elke vrijgemaakte slaaf een stuk land zou krijgen, om zich op die manier economisch te kunnen ontwikkelen. De toenmalige president Andrew Jackson besloot per decreet dat voorstel teniet te doen. Hij vond dat de voormalige slaven hun eigen broek maar moesten zien op te houden.

Sharecropper
Omdat de slaven geen grond hadden, en ze alleen maar wisten hoe ze als landarbeider konden werken, zaten ze alsnog in de tang van degenen die de grond in bezit hadden. Als ‘sharecropper’ werkten ze zich uit de naad om vervolgens meer dan de helft van de vruchten van hun arbeid aan de ‘grondbezitter’ af te moeten staan. En dat was nog niet eens de ergste vorm van uitbuiting.

Peonage
Er was ook een vorm van gedwongen arbeid die ‘peonage’ werd genoemd. Dat was een systeem waarin een zwarte man gearresteerd werd vanwege ‘landloperij’, dat wil zeggen dat hij of zij geen vaste verblijfplaats en geen werk had. Dat was strafbaar en daar stond een geldboete op. Die kon de ‘landloper’ natuurlijk niet betalen. Een plantage-eigenaar betaalde dan die geldboete waarop de ‘landloper’ om die boete terug te betalen voor die plantage-eigenaar moest gaan werken, totdat hij genoeg verdiend had om die ‘boete’ aan de plantage-eigenaar terug te kunnen betalen. De ‘peon’ (de bij zijn schuldeiser werkende schuldenaar) werd gedwongen overdag te werken, ’s nachts in een cel opgesloten en, als hij het lef had om te vluchten, met bloedhonden achternagezeten. Een belangrijk verschil tussen een ‘peon’ en een slaaf was dat de slaaf geldwaarde had voor zijn slavenhouder, maar de ‘peon’ had nauwelijks waarde, waardoor een ‘peon’ slecht behandeld en zelfs vermoord kon worden, zonder dat dat tot een noemenswaardig waardeverlies voor de plantage-eigenaar leidde.

Straf voor armoede
Die gedwongen vorm van arbeid was overigens niet voorbehouden aan zwarte ex-slaven. In het boek ‘East of Eden’ van John Steinbeck wordt beschreven hoe een groot deel van de wegen werden aangelegd door veroordeelde landlopers, die als ze opgepakt werden als straf voor hun armoede een jaar gratis werk voor de overheid moesten doen. Als ze na dat jaar vrijkwamen was de kans niet denkbeeldig dat ze vlak daarop weer als ‘landloper’ werden opgepakt en veroordeeld tot nog een jaar dwangarbeid. Ze hadden immers nog steeds geen vaste verblijfplaats of geld. Zo werd, eind negentiende eeuw, een groot deel van de infrastructuur in de Verenigde Staten van Amerika opgebouwd.

Toe-eigening
Degenen die zich de grond als bezit kunnen toe-eigenen, zijn daardoor in staat om zich de vruchten van arbeid van anderen toe te eigenen. Grondbezit en slavernij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Grond kopen
Het is eigenaardig dat een bedrijf uit Nederland, Canada of Amerika zich grond in Afrika kan toe-eigenen. Die grond behoort de Afrikanen toe, zou je toch denken. Stel dat je al generaties lang in een gebied woont, en dat je ook al generaties lang dat grondgebied bewerkt en dat er dan ineens iemand komt die zegt: ‘Dit gebied is mijn bezit’. Dan is dat niet echt rechtvaardig te noemen. ‘Hoezo is dat jouw bezit?’ vraag je dan, ‘wij wonen hier al generaties’. Dan laat die persoon een papier zien waarop staat dat dit land van zijn bedrijf is. ‘Wij hebben dit land van jullie overheid gekocht,’ zegt hij.

Overheid
Die overheid heeft nooit naar jullie gemeenschap omgekeken. Je hebt ook niet voor die overheid gekozen. Die overheid is overheid geworden doordat ze met militair geweld de macht hebben gegrepen. En dan zou die overheid het recht hebben om jullie land te verkopen?

Rechtspersonen
Zo’n overheid is, net zoals een groot bedrijf, vrijwel onaantastbaar. De overheid bepaalt de wet, maar staat er zelf vaak feitelijk boven. Dat bedrijf bepaalt de levensomstandigheden, maar is daar niet op aanspreekbaar. Dat komt omdat een groot bedrijf, net zoals de overheid, functioneert als een ‘rechtspersoon’. Een ‘rechtspersoon’ is een vreemd iets. Het is geen echte persoon. Het is geen mens van vlees en bloed. Een ‘rechtspersoon’ kun je dus ook niet behandelen als een mens van vlees en bloed. Een ‘rechtspersoon’ heeft een aantal kenmerken die er voor zorgen dat de verantwoordelijkheid van die ‘rechtspersoon’ totaal anders is dan de verantwoordelijkheid van een echt persoon.

Het straffen van een rechtspersoon
In principe kan een rechtspersoon eeuwig leven. Unilever is meer dan honderd jaar oud. Nintendo is zelfs meer dan honderdveertig jaar oud. Dat is een groot verschil met een echt persoon. Een rechtspersoon is niet op dezelfde manier te straffen voor het overtreden van de wet. Je kunt een bedrijf niet in de gevangenis zetten of gedwongen in een inrichting laten opnemen omdat dat bedrijf een gevaar voor zijn omgeving is. Je kunt een bedrijf hooguit een geldboete opleggen, zelfs als dat bedrijf verantwoordelijk is voor het vervuilen van een leefomgeving en daardoor ook verantwoordelijk is voor de aantasting van de gezondheid of zelfs de dood van mensen.

De echte mensen
Toch kan een rechtspersoon niet bestaan zonder echte personen. Het zijn echte mensen die de beslissingen nemen in een bedrijf of bij de overheid. Maar zolang die mensen de belangen van het bedrijf of de overheidsinstantie, en de regels die het bedrijf of de overheid hanteert, niet schenden, zijn ze niet persoonlijk aansprakelijk voor de gevolgen van hun beslissingen.

En daar wringt hem de schoen.

De corruptie van de macht
Als iemand geen verantwoording hoeft af te dragen voor zijn of haar handelen, dan is het verleidelijk om in het eigen belang te handelen, ook als daarmee de belangen van anderen worden geschaad. Dat is waarom mensen vaak loyaal zijn aan het bedrijf waar ze voor werken, zelfs als ze weten dat de activiteiten van dat bedrijf anderen schaden. Ze zijn in zo’n geval loyaler aan een rechtspersoon dan aan echte personen. En zo wordt de vrijheid van echte personen aangetast door de corrumperende werking van de macht van rechtspersonen.

Misdadig
Omdat rechtspersonen niet dezelfde aansprakelijkheid hebben als echte personen, zouden ze eigenlijk ook niet dezelfde of zelfs meer macht moeten hebben. Dat rechtspersonen meer macht hebben dan echte personen zorgt ervoor dat rechtspersonen zich veel te vaak als moreel misdadige organisaties gedragen.

Moreel misdadig
Als een bedrijf als Unilever met een overheid in zee gaat waarvan ze weet dat die overheid niet gekozen is door het volk, maar het volk met geweld aan zich heeft onderworpen, om vervolgens de mensen wiens grond ze zich op die manier hebben toegeëigend te dwingen keihard te werken voor een hongerloon, dan is dat, ook als dat allemaal wettelijk is toegestaan, moreel misdadig. Die overheid die de wetten maakt, doet dat op grond van onrechtmatigheid. Ze hebben de macht immers met geweld afgedwongen. Dan is het in zee gaan met zo’n overheid natuurlijk ook onrechtmatig.

Het gebruik van grond
Feitelijk zouden rechtspersonen geen grond moeten mogen bezitten. Als er al een legitieme overheid is, dan is het de taak van die overheid om het grondgebied van de staat te beschermen. Het verkopen van grond aan een rechtspersoon zou taboe moeten zijn. Als een bedrijf grond wil gebruiken, zou die grond hooguit in pacht gegeven moeten worden, onder strenge gebruiksregels, zodat de grond niet vervuild of uitgeput achtergelaten kan worden.

Van as tot as, van stof tot stof
Wij behoren de aarde toe, niet andersom. ‘Van as tot as, van stof tot stof’, staat er in de bijbel. Dat is ook letterlijk zo. Elke cel in ons lichaam is deel van het grote geheel. We zijn als één cel begonnen en hebben onze groei te danken aan het feit dat het materiaal waar we uit bestaan er al lang was voordat wij ontstonden. Elk stukje van mijn lichaam is ooit iets anders geweest. Elk stukje van mijn lichaam zal ooit weer iets anders zijn. Ik kom uit de aarde voort en keer er ook weer naar terug. Is het dan niet krankzinnig om te denken dat de aarde in bezit genomen kan worden door iets dat er zo’n klein deel van uitmaakt?

Macht
Wij hebben het fenomeen ‘rechtspersoon’ verzonnen. Hoe is het mogelijk dat we iets dat we zelf verzonnen hebben, machtiger hebben gemaakt dan onszelf? Door rechtspersonen een macht toe te kennen die boven die van gewone personen staat, hebben we ons onderworpen aan ons eigen verzinsel.

Persoonlijk grondbezit
Dat is allemaal begonnen met het accepteren van persoonlijk grondbezit. Vanaf dat moment verdween het recht op het gemeenschappelijk gebruiken van de vruchten van onze gemeenschappelijke arbeid, en konden degenen die zich de grond hadden toegeëigend zich ook de vruchten van de arbeid van hun medemensen toe-eigenen. Daardoor ontstond er een groot verschil in macht en rijkdom tussen mensen. En daaraan gekoppeld een groot verschil in rechten.

De vrije markt
Datgene wat wij, soms met een volslagen onterechte trots, ‘beschaving’ noemen, is de oorzaak van de enorme rechtsverschillen tussen personen. Omdat we daar al duizenden jaren aan gewend zijn, zijn we het ook normaal gaan vinden. Ook het in bezit nemen van mensen is al duizenden jaren ‘gewoon’. Toch vinden we dat, over het algemeen, niet normaal meer. Niet omdat het niet gebeurt, maar omdat we anders over het letterlijke bezit van mensen zijn gaan denken. We vinden het niet juist meer als een persoon een ander persoon als bezit beschouwt, maar tegelijkertijd hebben we er veel minder moeite mee als bevoorrechte mensen hun rijkdom en macht gebruiken om hun ‘werknemers’ keihard te laten werken voor een hongerloon. Dat hoort nou eenmaal bij wat we de ‘vrije markt’ zijn gaan noemen.

Belasting
De rijkdom van onze miljardairs en multimiljonairs wordt onttrokken aan de samenleving. Wij brengen, met zijn allen, die rijkdom voort. Waarom accepteren we dan dat een kleine groep mensen daarvan een buitenproportioneel aandeel voor zichzelf opeist? Als we belasting betalen aan de overheid, dan doet die overheid, als het goed is, daar iets voor terug. Maar als we belasting betalen aan degenen die de financiële wereld in hun macht hebben, dan wordt die rijkdom alleen maar gebruikt om nog meer belasting aan ons als samenleving te onttrekken. Want dat is wat miljardairs doen: ze belasten de samenleving om die belasting als winst in hun eigen zak te steken.

Normaal
Ook dat zijn we zo gewend dat we het normaal zijn gaan vinden. Maar het is niet normaal dat de vruchten van de arbeid van werknemers vooral ten goede komen aan de aandeelhouders en bezitters van bedrijven. Het is niet normaal dat die bedrijven meer rechten hebben als ‘rechtspersoon’ dan de rechten die echte personen hebben. Het is niet normaal dat degenen die zich verenigen als bezitters van een ‘rechtspersoon’ daardoor veel meer rechten hebben dan degenen die voor hun inkomen van die ‘rechtspersoon’ afhankelijk zijn.

Een vrije samenleving
In een vrije samenleving kan men niet anders dan het, door bevoorrechte individuen, stelen van de vruchten van de arbeid van anderen aan banden leggen. In een vrije samenleving dient alle grond in het beheer van de samenleving als geheel te liggen en dient grondbezit door individuen of rechtspersonen verboden te zijn. Pas als we de aarde als van ons allemaal beschouwen, en de vruchten van onze arbeid voor een groot deel aan degenen die die arbeid plegen doen toekomen, kunnen we beginnen met het creëren van een vrije samenleving.

Vrij?
En in een vrije samenleving is er geen plaats voor een vrije markt. Al was het maar omdat de vrije markt de vrijheid van de samenleving aan zich meent te mogen onderwerpen. Of om het anders te zeggen: in een vrije markt zijn alle klanten van die markt vogelvrij.