ruud moors vrijheid aflevering 25
China
Beschavingen komen en beschavingen gaan, maar de Chinese beschaving bleef tot nu toe bestaan. Met een onderbreking van een paar honderd jaar is China centraal geregeerd. Die onderbreking vond plaats tussen 600 tot 220 jaar voor Christus. Die periode staat in de Chinese geschiedenis bekend als ‘het tijdperk van de strijdende staten’. Het is geen toeval dat juist die periode, waarin China in verschillende staten uiteengevallen was, een grote verscheidenheid aan filosofische stromingen kende, waarvan het Confucianisme, het Mozisme en het Daoïsme de bekendsten zijn.
Verschillende stromingen
De reden dat juist in een periode waarin China in verschillende staten verdeeld was, zoveel verschillende filosofische stromingen konden ontstaan was de mogelijkheid voor vrije denkers om, als ze in de ene staat vervolgd werden, naar een andere staat te vluchten. Op het moment dat Qin Shi Huang, de eerste keizer van China, alle staten aan zich had weten te onderwerpen, was het afgelopen met die vrijheid van denken. Allerlei boeken die hem niet bevielen (omdat ze teksten bevatten die gebruikt konden worden om kritiek op zijn beleid te kunnen geven) werden verboden. Het bezit ervan werd bestraft met de dood.
Confucius
Gelukkig regeerde Qin Shi Huang niet zo lang. Na zijn dood werden de boeken die in de periode van de strijdende staten waren geschreven weer toegestaan. Vooral de Confucianistische boeken werden door veel keizers als belangrijk gezien omdat ze in de filosofie van Confucius een legitimatie van hun macht zagen.
Centraal
Vanaf de eerste keizer tot nu toe is China centraal geregeerd. Er waren weliswaar periodes waarin er wat verdeeldheid heerste, maar die duurden nooit zo lang dat er een nieuwe bloeitijd voor vrijdenkers kon ontstaan.
Dictatuur
China is altijd dictatoriaal geregeerd. De keizers en hun hofhoudingen beschouwden China en zijn bevolking als hun bezit. Te gebruiken naar eigen goeddunken. In de twee decennia dat Qin Shi Huang aan de macht was, werden er miljoenen chinezen aan het werk gezet om de muur te verstevigen en uit te breiden, en om aan zijn grafmonumenten te werken. Ruim driekwart miljoen arbeiders kwamen alleen al om bij het bouwen en herstellen van de muur.
Hongersnood
Dat had maar voor een deel met de zwaarte van het werk te maken. Doordat Qin Shi Huang zoveel boeren inzette voor zijn vele prestige-objecten, leverden de landbouwgronden veel minder op, waardoor er voor al die arbeiders nauwelijks meer voedsel beschikbaar was. Met een gecultiveerde hongersnood als gevolg. Maar honger of niet, de muur moest af. Dus werkten de arbeiders aan die muur zich letterlijk dood.
Slavenmaatschappij
China is, juist omdat het de oudste ononderbroken beschaving is, een slavenmaatschappij, waarin het volk door de elite als bezit werd en wordt gezien. Nog steeds. Meer dan een half miljoen Oeigoeren zijn door China te werk gesteld in de katoenteelt. Gedwongen. In deze eeuw. Als slavenarbeiders. De Chinese regering erkent dat ook. De reden die ze geven voor die gedwongen tewerkstelling is dat het om beleid gaat dat arme boeren en herders moet omvormen tot moderne arbeiders. Of die boeren en herders daar zo blij mee zijn is maar de vraag.
Heropvoeding
Dat meer dan een half miljoen Oeigoeren in de regio Xinjiang op die manier worden onderworpen aan de grillen van de zogenaamde ‘communistische’ partij, is maar een deel van het verhaal. Miljoenen Oeigoeren zijn in kampen opgesloten om ze her op te voeden tot ‘gezagsgetrouwe’ burgers. Her op te voeden tot strikte gehoorzaamheid aan de heersende klasse, in dit geval de ‘communistische’ partij. Uiteraard ten bate van die heersende klasse. Niet ten bate van zichzelf. Waarom zou je ze anders moeten dwingen?
Heersende klasse
De grote constante in de geschiedenis van China is dat een heersende klasse zich, iedere keer weer, het recht toe-eigent om de rest van de samenleving tot gehoorzaamheid aan die heersende klasse te dwingen. Ten bate van die heersende klasse.
Onderwerping
Als we naar de geschiedenis van alle staten kijken, zien we dat dat een constante is in elke beschaving. De heersende klasse eigent zich het recht toe om de rest van de bevolking aan zich te onderwerpen en, door middel van geweld, tot absolute gehoorzaamheid te dwingen.
Nuanceverschillen
De mate van onderwerping verschilt wel enigszins. Er zijn periodes waarin de heersende klasse een bepaalde mate van afwijkende meningen accepteert. Er zijn heersers die wel degelijk begaan zijn met het volk waar ze over heersen. Ook in de tijd dat er slaven gehouden werden in het zuiden van de Verenigde Staten van Amerika waren er slavenhouders die hun slaven wel genoeg te eten gaven en niet tot bloedens toe met een zweep straften voor het minste of geringste vergrijp. Maar ook die slavenhouders beschouwden hun slaven als bezit die alleen maar bestaansrecht hadden ten bate van hun meesters.
Vrijheid van het individu
Er zijn in elke slavenmaatschappij mensen die het principe van slavernij afwijzen. Mensen die de vrijheid van alle individuen nastreven. Mensen die zichzelf bevrijden van het idee dat de ene mens het bezit van een ander mag en kan zijn. Geen enkele beschaving creëert een vrije samenleving. Maar in iedere samenleving zijn er mensen die de vrijheid van mensen om over hun eigen lot te gaan propageren.
Vrijheid van de heersende klasse
Het is wrang dat de heersende klasse in China zich ‘communistisch’ noemt terwijl die heersende klasse feitelijk een feodale, kapitalistische samenleving nastreeft. De heersende klasse in de Verenigde Staten van Amerika streeft precies hetzelfde na. Beiden streven de vrijheid na van de heersende klasse om naar eigen goeddunken de rest van de bevolking te gebruiken om zichzelf, zowel in rijkdom als macht, te verrijken.
Alleenheersers
In China is de ultieme macht meestal in handen van één persoon. Qin Shi Huang, de eerste keizer van China, was een alleenheerser. Zijn wil was wet. Mao Zedong, de Grote Roerganger, zag zichzelf, net als de eerste keizer, als het begin van het bestaan van een nieuwe orde. Ook hij was een alleenheerser. Ook zijn wil was wet. Xi Jinping streeft naar eenzelfde alleenheerschappij. Met succes. Ook zijn wil is wet.
Eén man
Hoe komt het dat meer dan een miljard mensen zich onderwerpen aan één man?
Hiërarchie
In een beschaving is er altijd een hiërarchie. En een kenmerk van een hiërarchie is dat de grootste macht altijd behoort tot de kleinst mogelijke groep: één persoon. Die persoon steunt op een iets grotere groep, die er baat bij heeft om die ene persoon te steunen omdat die grotere groep zijn bevoorrechte positie aan die persoon ontleent. Ieder individu van die groep heeft ook weer een aantal mensen onder zich die baat hebben bij het ondersteunen van dat individu.
Belonen en straffen
Maar hoe lager in de hiërarchie, hoe minder voordeel het heeft voor de mensen op wie gesteund wordt. Dus moeten er nadelen worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat de mensen aan de onderkant van de samenleving zich niet gaan verzetten. Aan de bovenkant van de hiërarchie werkt belonen het beste, aan de onderkant kan, mocht belonen teveel kosten, altijd straffen als mogelijkheid tot onderwerping worden toegepast. Dat is waarom kleine misdaden vaak strenger bestraft worden dan grote misdaden. Schiet je uit kwaadheid je buurman dood dan ga je de gevangenis in. Begin je, uit hebzucht, een oorlog waar tienduizenden doden bij vallen, dan is kans groot dat je eeuwen later nog geëerd wordt.
Onderwerpen
Er zijn drie manieren om iemand te onderwerpen. De eerste manier is om iemand iets te geven wat hij of zij graag wil in ruil voor die onderwerping. De tweede manier is om iemand iets af te pakken waar die persoon erg aan hecht. De derde manier is om iemand te dreigen met straffen voor zichzelf of diens familie.
Bevel is bevel
De leden van de communistische partij hebben voordeel van dat lidmaatschap. Ze zitten daardoor in een bevoorrechte positie. Ze krijgen rijkdom, macht en status. Ze betalen daar een prijs voor. Onderwerping aan de hoogste leider. Als iemand een zekere bevoorrechte positie heeft, wil die persoon die positie waarschijnlijk graag behouden. Het dreigen die positie af te pakken als die persoon zich niet aan de hogere in de hiërarchie onderwerpt, zorgt er voor dat iemand zich niet verzet als die hogere in hiërarchie iets van hem of haar wil, ook al zou die persoon er nooit zelf voor kiezen om dat te doen. Bevel is bevel. Als ik het niet doe, doet een ander het wel.
Voorbeeldstraffen
Dreigen met opsluiting, marteling of de doodstraf is voldoende om de meeste mensen onderwerping te doen accepteren. Dat is waarom slavenhouders, in het zuiden van de Verenigde Staten van Amerika, het juist vonden om kleine vergrijpen of vergissingen met honderd of meer zweepslagen te vergelden. Dat was niet alleen bedoeld om degene die die vergissing of dat vergrijp had gepleegd te straffen, maar ook om aan alle andere slaven als voorbeeld te laten zien: dit is de straf voor ook maar de geringste ongehoorzaamheid. Dus onderwerp je of onderga een afranseling.
Normalisering
Dat mensen die zichzelf toestaan dat soort straffen aan anderen op te leggen, daar zelf morele schade van ondervinden, spreekt vanzelf. Als je als zoon van een slavenhouder opgroeit en getuige bent van dit soort straffen, dan ga je dat door gewoonte normaal vinden. Dan leer je dat je het recht hebt om dat je medemensen aan te doen. En als je niet oppast ga je er nog van genieten ook.
Menselijkheid
Als je je medemensen niet als wezenlijk gelijk aan jezelf beschouwt, maar als ondergeschikt aan jou en de groep waartoe je behoort, dan corrumpeert dat je eigen menselijkheid net zoveel als de ontmenselijking die je anderen aandoet.
Ongelijkheid
Dat is het probleem van elke hiërarchische samenleving. De ongelijkheid die inherent is aan die samenleving doet degenen die deel uitmaken van die samenleving geloven dat er een wezenlijk verschil is tussen mensen op basis van de positie die een mens inneemt.
Klassenmaatschappij
Maar een mens is geen beter mens of meer mens dan een ander omdat hij of zij een hogere positie op de maatschappelijke ladder inneemt. Het gegeven dat hij of zij die hogere positie inneemt heeft weinig tot niets te maken met de merites van die persoon. Als je als zoon van een rijke industrieel wordt geboren, is de kans dat je loodgieter wordt heel klein. Zelfs als je dat heel goed zou kunnen. De kans dat je een hoge positie krijgt is groot. Zelfs als je daar niet geschikt voor bent. De kans dat je als zoon van een loodgieter een rijke industrieel wordt is net zo klein. Het is niet onmogelijk, maar het is allebei wel onwaarschijnlijk. Elke beschaafde samenleving is per definitie een klassenmaatschappij.
Klasse bepaalt
De kans dat je als familielid van Xi Jinping als katoenplukker wordt ingezet is nihil. De kans dat je als Oeigoer de leider van de communistische partij wordt, is net zo nihil. Dat is zo, als dat familielid van Xi Jinping een hele goede katoenplukker zou kunnen zijn. Dat is ook zo als die Oeigoer een uitstekende leider van de communistische partij zou kunnen zijn. De klasse waarin je wordt geboren bepaalt welke posities je in kan nemen, niet je persoonlijke merites.
Keuze
De heerser wordt gekozen door de heersende klasse. Uit hun eigen gelederen. Zelfs als ze zouden weten dat een Oeigoer uit Xinjiang de best mogelijke keuze zou zijn, zouden ze die nooit kiezen. Al was het maar uit angst voor hun eigen positie.
Heersende klasse
Dat wil niet zeggen dat iemand die in de heersende klasse geboren is, daar persoonlijk niet anders over kan denken. Het betekent ook niet dat het onmogelijk is dat een Oeigoer ooit de leider van China wordt. Maar dan moeten eerst de Oeigoeren de heersende klasse van China worden. Onmogelijk is dat niet. Het is per slot van rekening de Mongolen ook ooit gelukt.
Mentaliteit
Hoewel China een slavenmaatschappij is, en die slavenmentaliteit tot in alle vezels van de Chinese maatschappij is doorgedrongen, betekent dat niet dat iedere individuele chinees een slavenmentaliteit heeft.
Vrijheid kiezen
Vrijheid is een individuele keuze. Vrijheid betekent dat iemand naar eigen goeddunken over zichzelf verkiest te beschikken. En zelfs als iemand zich ogenschijnlijk voegt naar de onvrije maatschappij waar zij of hij deel van uitmaakt, betekent dat niet dat die persoon niet voor vrijheid kiest. Vrijheid zit van binnen.
Zoals een aforisme van Hong Yingming zegt:
‘Anderen bezitten rijkdom, ik welwillendheid. Anderen behoren tot de adel, ik tot de rechtvaardigen. Een deugdzaam mens zal zich niet als een vorst in een gouden kooi te kijk zetten. Alleen mensen met een sterk en kalm karakter zijn in staat om de hemel te dienen. Juist omdat het hun doel is om zich volgens de juiste moraal te gedragen, zijn deugdzame mensen niet te corrumperen.’
Gevangenis
Ook een cipier brengt een groot deel van zijn leven in een gevangenis door.
Zelfs een gevangene kan voor vrijheid kiezen.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: