
ruud moors vrijheid aflevering 27
Verkiezingen
Van alle politieke systemen die er zijn, lijkt parlementaire democratie het systeem dat de meeste voorkeur verdient omdat het iedereen de kans geeft zijn of haar stem te laten horen. Toch heeft die vorm van democratie ook nadelen. Dezelfde verkiezingen die er voor zorgen dat iedereen op de partij en/of persoon van zijn of haar voorkeur kan stemmen, zorgen er ook voor dat de focus van veel politici op het winnen van de verkiezingen komt te liggen. Daardoor ligt het gevaar op de loer dat verkozen worden een doel op zichzelf wordt.
De grondrechten van de minderheid
Dan ontaardt het parlementaire democratische systeem in een wedstrijd om de macht. Terwijl de essentie van een democratische rechtsstaat juist is dat de macht gecontroleerd wordt en machtsmisbruik gecorrigeerd. Dat spreekt niet vanzelf. Zoals Ilias L’Ghas, een advocaat uit Amsterdam, op 2 januari 2021 in Trouw schreef: ‘De essentie van een democratie is niet dat de meerderheid beslist. Het hart van de democratie klopt in het besef dat de grondrechten van de minderheid altijd gewaarborgd blijven. De rechtsstaat is uiteindelijk van fundamenteler belang dan de democratie, zij gaat daaraan vooraf.’
Samenwonen
In Nederland mogen wetten door rechters niet aan de grondwet worden getoetst. Dat betekent dat er wetten aangenomen kunnen worden die in strijd met de grondwet zijn en dat rechters zich aan die wetten moeten houden, ook al tasten die wetten de grondrechten van burgers aan. Zo mag iemand die minder dan honderdtwintig procent van het minimumloon verdient, niet samen gaan wonen met zijn of haar wettige partner als die partner niet uit Europa komt. Als je meer verdient dan honderdtwintig procent van het minimumloon mag dat wel.
Discriminatie op rijkdom
Volgens artikel 1 van de grondwet mag die discriminatie helemaal niet gemaakt worden. Daar wordt rijkdom nadrukkelijk gezien als iets waar niet op gediscrimineerd mag worden (net zo min als op seksuele voorkeur, ras en gender). Maar de tweede kamer heeft democratisch besloten dat de ene burger minder rechten heeft dan de ander, dus dient een rechter zich aan die wet te houden, ook al is die wet grondwettelijk gezien, niet juist.
Omgekeerde bewijslast
In een rechtsstaat is het principe van een omgekeerde bewijslast taboe. Iemand dient als onschuldig beschouwd te worden tenzij onomstotelijk vastgesteld kan worden dat hij of zij schuldig is. Toch is die omgekeerde bewijslast ruim dertig jaar geleden ingevoerd voor met name uitkeringsgerechtigden. Een vermoeden van fraude is voldoende om een straf op te leggen. Degene die beschuldigd wordt moet vervolgens maar aan zien te tonen dat dat onterecht is.
Onterechte fraudebeschuldigingen
Daardoor zijn er honderden, zo niet duizenden mensen in grote problemen gekomen omdat ze onterecht van fraude werden beschuldigd door de belastingdienst, maar dat niet konden bewijzen, onder andere omdat de belastingdienst de informatie weigerde te geven die ze nodig hadden om hun onschuld te bewijzen. Die toeslagenaffaire is moeizaam boven water gekomen, maar kon alleen maar plaatsvinden omdat er gebruikt gemaakt werd van een principe dat een rechtsstaat onwaardig is: de omgekeerde bewijslast.
De principes van de rechtsstaat
Die onrechtvaardigheid is niet alleen niet voorkomen door de parlementaire democratie, maar is er juist door ontstaan. Een parlementaire democratie kan niet functioneren als het niet onderworpen is aan de principes van een rechtsstaat.
Draconische maatregelen
Parlementariërs worden gekozen. Om kiezers te trekken moeten ze zichzelf profileren. Misdaad en fraude stevig aanpakken scoort altijd goed. Dat is een van de redenen dat die toeslagenaffaire plaats heeft kunnen vinden. Maar belangrijker is dat die parlementariërs zich bij het maken van wetten niet hebben hoeven houden aan de principes van de rechtsstaat zoals die zijn vastgelegd in de grondwet. Dus werden er draconische maatregelen genomen voor een probleem dat in werkelijkheid niet zo heel erg groot was en waardoor een nieuw probleem werd geschapen dat voor een enorm aantal goedwillende mensen rampzalig uitpakte.
Gevolgen
In een democratie speelt emotie een grote rol. Weinig mensen hebben echt veel verstand van politiek. Zelfs veel politici blijken in de praktijk weinig besef te hebben welke invloed ze uitoefenen en wat de gevolgen zijn van de besluiten die ze nemen. Soms lijkt hen dat zelfs niet te deren omdat ze vooral bezig zijn met de status die hun rol in de samenleving hen bezorgd.
Een dienende rol
Dat geldt overigens zeker niet voor alle politici. De rol van een politicus is feitelijk een dienende. Als een politicus zich inleeft in degene met de minste status en er voor zorgt dat de bestaanszekerheid van die persoon gewaarborgd is, dan deugt die persoon als politicus. Er zijn politici die het dienen tot hun kerntaak beschouwen. En zo hoort het ook.
Gelijk krijgen of gelijk hebben
De manier waarop verkiezingen plaatsvinden zorgt er zeker niet altijd voor dat de juiste mensen worden verkozen. De debatten die er vaak voor de verkiezingen gehouden worden, zijn contra-productief. Een debat is een wedstrijdje gelijk krijgen. Meer is het niet. Degene die het debat ‘wint’ heeft lang niet altijd gelijk. Sterker nog: in het oefenen van het debat worden mensen getraind om standpunten waar ze het zelf niet mee eens zijn te verdedigen. Degene die daar het beste in slaagt wordt als de grootste debater gezien.
Debat
Hoe corrumperend is dat niet. Met waarheidsvinding heeft het niets te maken. Als je iemand een debat ziet winnen, betekent dat alleen maar dat die persoon handig is in het gelijk krijgen, zelfs als hij of zij helemaal geen gelijk heeft. En op basis van dat principe worden kiezers geacht te kunnen bepalen aan wie ze hun stem dienen te geven.
Zekerheid?
Feitelijk zou je die stem dus nooit aan degene moeten geven die het beste is in het debat. Je kunt er immers nooit zeker van zijn dat hij of zij daadwerkelijk gelooft wat hij of zij beweert.
Het politieke spel
Debatteren is een spektakel. Maar meer is het ook niet. Dat spektakel wordt feitelijk een doel op zich. Dus worden politici getraind in dat spektakel. Dat trainen bepaalt vervolgens weer hoe ze zich als politicus profileren. Zo verworden verkiezingen tot een politiek spel waarbij het winnen van het spel het doel wordt.
Is de samenleving daarbij gebaat?
Samenwerking
Samenwerken is veel vruchtbaarder dan concurreren. Door samenwerking ontstaat iets dat groter is dan de som der delen. Als mensen door de omstandigheden worden gedwongen samen te werken is dat beter dan dat ze door de omstandigheden worden gedwongen te concurreren.
Twee partijen
In de Verenigde Staten van Amerika kunnen mensen kiezen tussen twee partijen. Degene met de meerderheid kan daardoor alles bepalen. Samenwerking tussen die twee partijen is weliswaar productief, maar de verleiding om de andere partij zoveel mogelijk dwars te zitten om de eigen partij daardoor een electoraal voordeel te bezorgen is groot. Zo kan een president van de Democraten worden dwarsgezeten door de Republikeinen als die de meerderheid in de senaat hebben. Niet omdat wat die president wil niet zinvol is, maar puur uit opportunisme.
Verplicht samenwerken
In Nederland, met zijn vele partijensysteem, is geen enkele partij groot genoeg om in zijn eentje te regeren. Dat betekent dat verschillende partijen zullen moeten samenwerken om een regering te kunnen vormen. Dat betekent dat mensen met verschillende meningen elkaar moeten zien te vinden om tot beleid te kunnen komen.
Gezamenlijke grond zoeken
Dat dwingt politici ertoe om te gaan kijken waar ze het over eens zijn. Dat is vaak meer dan ze in een debat zouden durven toegeven. Die zaken zijn vervolgens snel te regelen. Pas dan hoeven de verschillende partijen het te hebben over de zaken waar ze verschillend over lijken te denken. Ook die verschillen zijn vaak veel kleiner dan men in een debat toe zou willen geven. Over zaken waar men het niet zo makkelijk over eens is vinden onderhandelingen plaats. Dan geeft de een hier wat toe en de ander geeft daar weer wat toe.
Verlanglijst
Door die samenwerking is er geen enkele partij die helemaal krijgt wat op het verlanglijstje staat. Maar er is ook geen enkele partij die niets krijgt van wat er op hun verlanglijstje staat.
Dwarsliggen of samenwerken?
Als, voor de verkiezingen, in plaats van een debat een dialoog zou worden gehouden waarin de verschillende partijen proberen te achterhalen waarin ze het met elkaar eens zijn, zou een heel andere dynamiek ontstaan. Dan zouden kiezers ook veel helderder krijgen welke partijen het met elkaar zouden kunnen vinden en welke partijen vooral dwars willen liggen.
Samenwerking en vrijheid
Vrijheid ontstaat door samenwerking, niet door concurrentie. Als ik jou het licht in de ogen niet gun dan gun ik jou je vrijheid ook niet. Als jij mij het licht in de ogen niet gunt, zul je mij mijn vrijheid ook niet gunnen. Maar als ik bereid ben met je samen te werken ten bate van ons allebei, dan kan dat alleen maar als ik jou als gelijkwaardig aan mij beschouw. Dan gun ik jou dezelfde vrijheid die ik mezelf gun.
Win-win
Als we concurreren dan wint de een ten koste van de ander. Als we samenwerken winnen we allebei ten bate van elkaar.
Winnen
Als politici vooral bezig zijn om met elkaar te concurreren in het verzamelen van stemmen bij verkiezingen, betekent dat het om het winnen van de verkiezingen gaat. Dat gaat altijd ten koste van anderen. Alleen al omdat de verkiezingen politieke partijen verleiden om zich tegenover elkaar op te stellen en de winst die ze kunnen krijgen ten opzichte van de andere partij als doel gaan zien.
Geen doel, maar middel
Verkiezingen horen geen doel te zijn, maar middel. Waar het uiteindelijk om gaat is om een regering te vormen die zo gunstig mogelijk is voor iedereen die deel uitmaakt van de samenleving. Uiteindelijk moet samenwerken het doel zijn. En omdat samenwerken het doel hoort te zijn, zouden de verkiezingen ook over samenwerken moeten gaan.
De verkiezingen..
Dat zie ik niet zo snel gebeuren in de parlementaire democratie waarin wij leven. Het is bijna inherent aan die vorm van democratie dat verschillende partijen vooral bezig zijn met elkaar te beconcurreren in plaats van met elkaar samen te werken. Met name tijdens de verkiezingen.
Concurrentie
Dat betekent dat de kracht van de parlementaire democratie, namelijk dat mensen tussen verschillende partijen kunnen kiezen, ook de grote zwakte van de parlementaire democratie betekent, namelijk een politiek die vooral op concurrentie en niet op samenwerking gericht is.
Gradaties van vrijheid
De conclusie die ik hier uit trek is dat geen enkel politiek systeem een waarborg is voor een vrije samenleving. Sommige politieke systemen hebben een grotere gradatie van vrijheid dan anderen, maar feitelijk zijn alle politieke systemen gericht op concurrentie met ander politieke systemen. Daardoor kan een parlementaire democratie ook weggeconcurreerd worden, en is het goed mogelijk dat een democratisch gekozen partij van zijn macht misbruik maakt om een dictatuur te vestigen, door de oppositie monddood te maken en journalisten de mond te snoeren, om vervolgens verkiezingen te houden waarbij het volk zelf de dictatuur dient te bevestigen waaraan het is onderworpen. Simpelweg omdat er geen andere keuze meer is.
Concurrentie tast de vrijheid aan
Als je met je medemensen concurreert dan probeer je iets te verkrijgen ten koste van de ander. Dat betekent dat je de belangen, verlangens en behoeftes van die ander aan jouw belangen, verlangens en behoeftes ondergeschikt maakt. Daarmee onderwerp je de belangen, verlangens en behoeftes van de ander aan die van jou. En daarmee tast je de vrijheid van die ander aan.
Samenwerking
Alleen door samenwerking kan vrijheid ontstaan.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: