waarom verdient de een per uur meer dan de ander? - door ruud moors
Waarom verdient de ene persoon, per uur, meer dan de ander? Als we uitgaan van wat het die persoon kost om dat uur te werken, welke arbeid is dan meer waard. Wat kost het iemand om een uur te timmeren? Wat kost het iemand om een uur te vergaderen? Een uur timmeren kost in ieder geval een uur van je leven. Een uur vergaderen, kost in tijd, precies hetzelfde. Wat kost meer energie, een uur timmeren of een uur vergaderen?
Lichamelijk kost timmeren meer energie, geestelijk zou het kunnen zijn dat vergaderen meer energie kost. Het verschil is dat het verbruiken van lichamelijke energie ook lichamelijke slijtage tot gevolg heeft, terwijl geestelijke energie juist goed is voor de hersenen. Een uur timmeren kost degene die arbeidt dus meer dan een uur vergaderen.
Waarom krijgt iemand die een uur vergadert dan meer betaald dan iemand die een uur timmert? Om te kunnen vergaderen moet je langer gestudeerd hebben. Dat zou een argument kunnen zijn. We weten dat mensen die langer en meer gestudeerd hebben ook langer leven. Dat zou je tegen elkaar kunnen wegstrepen. Dan blijft de vraag: “Als een uur timmeren voor degene die het doet meer kost dan een uur vergaderen, waarom wordt een uur timmeren dan slechter betaalt dan een uur vergaderen?”
We zijn weliswaar gewend dat mensen die vergaderen voor een uur vergaderen meer betaald krijgen dan mensen die timmeren voor een uur timmeren betaald krijgen, maar maakt dat het ook rechtvaardig? Hoe komt het eigenlijk dat handenarbeid zoveel lager wordt gewaardeerd dan hoofdarbeid?
Mijn stelling is dat dat te maken heeft met slavernij.
In het oude Athene, ten tijde van Plato en Socrates, woonden zo’n zesduizend burgers, die allemaal stemrecht hadden. Daar is onze democratie op gebaseerd. Er woonden evenwel meer dan honderdtwintigduizend mensen in Athene, waarvan een aantal vreemdelingen die er zich gevestigd hadden, maar niet als ‘burgers’ werden beschouwd, maar het grootste aantal waren slaven (in bezit van die zesduizend burgers) die geen stemrecht hadden.
Het handige van het hebben van slaven is dat je ze die werkzaamheden kunt laten doen die je zelf liever niet doet; metselen, schoonmaken, koken, straten aanleggen, op het land werken, enzovoorts, en dat je daardoor zelf van dat soort arbeid bent vrijgesteld. Socrates bijvoorbeeld, werkte nooit. Toch kwam hij niet om van de honger. Dat had hij, vrijwel zeker, te danken aan zijn slaven. Xantippe, zijn vrouw, was niet boos omdat ze honger had, maar omdat Socrates zijn energie niet wenste te gebruiken om rijker te worden (en daardoor zijn status te verhogen).
De burgers van Athene waren vrijgesteld van handenarbeid en keken er ook op neer omdat het, per slot van rekening, slavenarbeid was. Zij voelden zich, uiteraard, boven hun slaven verheven, en dus waren hun activiteiten (vergaderen, filosoferen en veroveren) in hun eigen ogen, ook veel belangrijker. De mens die als slaaf werd gehouden had alleen maar bestaansrecht als bezit van de slavenhouder. Dus was ook de arbeid van die slaaf het bezit van die slavenhouder.
Is het niet nog steeds zo dat de rijken onder ons hun bezitsrecht belangrijker vinden dan het bestaansrecht van de armsten onder ons, en de vruchten van de arbeid van die armsten onder ons, zonder scrupules, voor zichzelf opeisen?
Feitelijk is er geen enkele reden waarom een uur timmeren slechter betaald zou moeten worden dan een uur vergaderen, integendeel. Als we uitgaan van wat het iemand kost om een uur te timmeren en dat afzetten tegen wat het iemand kost om een uur te vergaderen, dan zou juist een uur timmeren beter betaald moeten worden.
Als beschaving op fatsoen gebaseerd zou zijn, dan zou dat ook zo zijn.
(Ruud Moors, 9 juni 2011)