schiedam
“Oma, wat ruikt het hier lekker”. Ik ben net binnengekomen met het touwtje dat achter de deur hangt. “Ach kind, ben je er al”, zegt oma. “Trek gauw je jas uit”. Ik loop al snuivend naar de kapstok. De geur van versgebakken brood trekt door het hele huis, maar ook ruik ik het petroleumstel, suddervlees, groene zeep, bleek en blauw en boenwas.
“Dag, opa”, ik loop de kamer in, waar hij met een grote Agiosigaar in z’n mond alles blauw zit te paffen. Ha, koffie uit de percolator en straks een warme snee versgebakken brood met chocoladeboter, en nog een, en misschien nog wel eentje. ‘Dat kind kan toch zo lekker eten’, zal oma straks aan mijn moeder vertellen.
Straks na het eten ga ik met opa naar het Hoofd, de Maasboulevard, even de straat uit, waar het naar haven ruikt en naar specerijen, naar de jeneverstokerijen, naar zilt water, naar Schiedam. Naast opa ga ik op een bankje zitten en we kijken naar de klotsende golven tegen een dukdalf, ruiken de geur van het water en de stookolie van de scheepsmotoren, met in de verte het getimmer van de scheepswerven en het geluid van kranen. Opa weet precies waar de grote zeeschepen vandaan komen. De kleine slepertjes trekken al puffend de grote jongens de havens in en uit.
Zondag ga ik met oma mee naar de kerk. Ze ruikt naar ‘4711’ en pepermunt en ik krijg ook een klein rolletje. Alles ruikt hier anders dan thuis. Hier waait wind die naar zee ruikt, naar Hoek van Holland, naar vakantie, naar vrijheid. Het water uit de kraan ruikt en proeft er zelfs naar, maar Oma zegt dat ze er bleek doorgooien.Ik vind het niet erg.Voor Oma heb ik twee bosjes lathyrus meegenomen, omdat ze zo heerlijk ruiken en de kleurtjes zo mooi pastel zijn. Maar boven alles is hier mijn favoriete plek omdat het de geur is van oma en opa.
Joke