Er zijn mensen die met droge ogen naar het neerhalen van een boom kunnen kijken. Ik heb het al moeilijk als ik in ons dorpskrantje alleen al léés dat aan de Kerklaan een kapvergunning is aangevraagd voor 1 es, 2 berken, 1 alnus en 1 ulmus. Nu heb ik nog nooit van een alnus of een ulmus gehoord, maar ik voel me op afstand solidair met die onschuldige bomen, die daar aan de suffe Kerklaan in montere onwetendheid nog fris en groen staan te ritselen. Rupsen schuiven er kordaat tegen omhoog met het vaste voornemen vlinder te worden, pissebedden zitten er met de hele familie comfortabel onder de schors, maar in de krant staat de executiedatum al vermeld. Nog slechts enkele weken en er zal gekapt en gezaagd worden, en waar eens de alnus en de ulmus stonden zal een lege plek zijn met een stronk en wat houtsnippers. Vasalis heeft er ooit een hartverscheurend gedicht over geschreven:

Er is een boom geveld met lange groene lokken,

hij zuchtte ruisend als een kind,

terwijl hij viel, nog vol van zomerwind,

ik heb de kar gezien die hem heeft weggetrokken.

Zelf heb ik vorige zomer een naaldboom moeten laten demonteren. Het was een enorme Scandinavische spar die welgemoed op weg was gegaan om 70 meter hoog te worden, maar midden in mijn tuin stond die, hoewel toch tamelijk royaal, niet echt op zijn on-Nederlandse ruimtebehoefte was afgestemd. Hij had in zijn eentje al wel bijna een lap grond nodig ter grootte van twee van zulke tuinen, en we konden er zelf eigenlijk niet meer bij. Toen de mannen in de groene pakken kwamen ben ik weggegaan op het moment dat zij er harteloos de top uitzaagden. Ik voelde me schuldig. Die prachtige boom, die er ook niets aan kon doen dat de vorige bewoners hem als baby zo hadden vertroeteld, en die nu zo fier over alle daken heenkeek. Die zo ruimhartig onderdak bood aan zowel schreeuwende eksters als aan de domme postduiven van mijn buurman. Was hij nou nog ziek en oud, dan hadden we het nog als euthanasie kunnen zien, maar er was in de hele tuin geen gezondere boom dan deze. Elk jaar nieuwe takken met prachtige lichtgroene prille naalden, en doorgroeien maar. Na het kappen kwam ook nog de buurman op me af. Hij had dan weliswaar geen bezwaar ingediend tegen het vellen van onze woudreus, maar hij wilde nog wel even kwijt dat hij de laatste maanden ernstig overspannen was geweest, maar zo fijn tot rust was gekomen als hij in de tuin zat te waterverven en genoot van de natuur, en wel in het bijzonder van mijn boom. En dat hij toch wel weer knap treurig werd van het uitzicht op de eenzame stronk. Daar werd het natuurlijk niet beter van, en we hebben hem schuldbewust een mooie potplant ten geschenke gegeven. Nu heb ik achter mijn terrasje ook nog een oude vlier die hopeloos in de weg staat en halfdood is. Er zit bijna geen blad meer aan, hij zit vol dorre takken en zijn schors is zo voddig dat je er bijna dwars doorheen kijkt. Maar kun je dat nou zeggen van een boom: sorry buurman, het kon niet anders, maar we moesten hem echt laten inslapen? 

Trees Roose