
jong en onnozel
Ik had even niet goed opgelet, want het echtpaar dat ervoor gezorgd had dat ik weer vaste klant van het Hollands Kaashuis in mijn dorp was geworden had de zaak aan iemand anders overgedaan zodat ik nu geholpen werd door een jonge meid. Een gewoon stukje kaas was nog geen probleem, maar toen ik om een stukje Roche Baron vroeg kreeg ik als antwoord “huh?”. Ik wees het kaasje aan, en het meisje zei dat ze nog niet zoveel verstand had van Franse kaasjes. Ik raadde haar aan om deze dan eens te proberen, omdat het het lekkerste Franse kaasje is dat ik ken. Vies kijkend antwoordde ze dat ze dat zeker niet ging doen, want het zag er wel erg onsmakelijk uit.
Nu ben ik als klant nogal kort door de bocht, en ik ben enigszins allergisch voor onnozel, dus ik ga weer op zoek naar een andere kaasboer. Want ik hecht aan de voorpret, die de vorige kaasboer voortreffelijk kon leveren door bijvoorbeeld te zeggen: “Deze hebben we nu even niet, maar dan moet je dit kaasje eens proberen, die is zeker zo lekker”. Dat bleek dan meestal ook te kloppen.
Ook de nieuwe Brunawinkel hoeft er niet op te rekenen dat ik er ooit nog binnenstap. Dat heeft ook weer te maken met een overvloed van jong en onnozel personeel. Een eenvoudige vraag hoef je al niet te stellen, maar een vraag over literatuur al helemaal niet. Daar hebben we dan gelukkig in ons dorp de voortreffelijke Boomker nog voor. Helaas is het postkantoor ook naar de nieuwe Brunavestiging verhuisd, waardoor je niet aan een sporadisch bezoek ontkomt, maar als ik drie keer in een lange rij heb gestaan omdat ik door mijn giro-enveloppen heen ben en ik drie keer met lege handen naar huis gestuurd word (het duurde bijna drie weken voor ze die dingen weer op voorraad hadden) dan is het wel genoeg geweest. Voor de aanschaf van een Zomertoer van de NS was dezelfde jonge meid ruim een half uur bezig, inclusief een panisch telefoontje naar het hoofdkantoor (“Ik snap er helemaal niets van…”)
Er zijn meer winkeliers die voor een jonge goedkope kracht kiezen, en de gevolgen zijn meestal desastreus. Zo was er tot voor kort een elektronicawinkel in het dorp waar in de laatste jaren twee jonge jongens stonden die op negen van de tien vragen antwoordden: “Hebben we niet”. Ik kan me herinneren dat ik een keer zei: “Maar hier ligt het”, en dat die knul met zijn onnozelste kop zei “Oh, bedoelde u dát?”. Mijn dochter had eens haar zinnen gezet op een tv met ingebouwde dvd-speler. Daar hadden ze nog nooit van gehoord, en die dingen bestonden volgens die knapen ook gewoon helemaal niet. We hebben hem toen toch maar bij Blokker gekocht. Tja.
Jonge en goedkope krachten kunnen het best goed doen, maar dan zul je ze wel eerst een kleine opleiding moeten geven en uitleggen hoe ze met hun klanten zouden moeten omgaan. Als je als winkelier die moeite niet neemt kun je er op rekenen dat je klanten weglopen. Ik vind het vervelend dat ik weer op zoek moet naar een goede kaasboer, maar ik wil wel gewoon ongecompliceerd kunnen genieten van mijn stukje kaas.
(september 2006)