briefboekje nummer zestien
“Ik heb een tijdlang, als oefening voor mezelf, vrij precieze tekeningen gemaakt van mensen, of liever gezegd: HOOFDEN. Ik heb nog een grote doos met verzamelde foto’s waar in grote letters “KOPPEN” op staat.
Vaak vond ik alleen een fragment interessant, en er zijn dan ook heel wat foto’s bij met omkaderde monden, ogen of, zoals hier, oren. Het typische is dat ik door dat kadertje ook de aandacht vestig op het ernstig gerafelde boordje van meneer Norman Mailer. Zo circuleert er in de Drentse bibliotheken een prijsvraag met een foto van Jan Kruis die een duur sweatshirt aanheeft (met krokodilletje), maar wél met een gat erin. Leuk, vind ik.”
Hoe een insect een vogel waarneemt die hem wil opeten.
Twee vogels proberen elkaar een tongzoen te geven.
Twee kabeljauwkoppen met eekhoorntjesbrood ertussen. Officiëel foto-onderschrift: “Prinsen van het zilte water neus aan neus met de koning van het herfstige bos”.
Zoals een vis is op het droge zo is ook eekhoorntjesbrood op zee.
Een opsomming van planten met dierennamen: leeuwebek, kattestaart, lamsoor, berenklauw, zwaluwtong, zwanebloem, hanekam, hazepootje, hondstand, kanariekers, kattekruid, varkenskervel, kievitsbloem, kikkerbeet, paardehoefklaver, vogelpootklaver, koeieoog, koekoeksbloem, koekruid, kraanvogelbek, leeuweklauw, lijsterbes, mammoetboom, muizeoor, ossetong, muggenorchis, muizestaart, ooievaarsbek, bokkenorchidee, eekhoorntjesbrood, paddestoel, bereoor, adderwortel, adelaarsvaren, biggekruid, bosvogeltje, egelskop, ganzebloem, ganzevoet, geiteoog, papagaaiekruid, reigersbek, rupsklaver, rendiermos, vliegenzwam, vlinderbloem, vogelkers, vlooienkruid.
In de tekening worden de volgende woorden uitgebeeld: tulpstekker, oogappel, oorwurm, vliegtuig, maanzaad, viswijf & tuinslang.
Woorden die waarmaken wat ze zeggen. Dus het woord “doorgestreept” is doorgestreept, aanelkaargeschreven is aan elkaar geschreven, enzovoorts.
en het laatste woord, in kapitalen, op de andere kant van deze pagina, zal van mij, Ruud Moors, zijn, en neergeschreven zijn op 21 december 1992, en het woord is…
Ooit heb ik het briefboekje bedacht als een manier om een creatief gesprek met een ander aan te gaan. Je vult een pagina in een boekje, stuurt het op naar de ander, die reageert, stuurt het terug, jij reageert enzoverder. Met mijn broer Ruud heb ik zo jaren briefboekjes heen en weer gestuurd. Dit is briefboekje nummer zestien, dat liep van december 1991 tot december 1992. Je moet dan bedenken dat degene die begon het boekje mocht houden, dus tegen die tijd hadden we samen al ruim dertig briefboekjes gemaakt, in allerlei soorten en maten.
Omdat de tekst in kopie vaak wat moeilijk te lezen is heb ik die er af en toe onder gezet.
Nog meer briefboekjes: