Anton Mauve was een van de betere schilders van de Haagse School, een kunststroming die soms wat onderschat wordt, maar die met name in Amerika ongekend populair was. Schilderijen van Mauve brachten op een veiling in 1906 twee keer zoveel op als de schilderijen van Rembrandt die tijdens diezelfde veiling in Philadelphia onder de hamer kwamen. Met name zijn schaapskuddes waren zeer geliefd.

Mauve en andere Haagse Schoolschilders zijn in Nederland een beetje verdacht geraakt als “koekblikschilders”, doordat hun schilderijen veelvuldig werden afgedrukt op koekblikken en ze ook anderszins regelmatig decoratief werden ingezet. Dankzij tentoonstellingen in het Teylers Museum in Haarlen en Singer Museum in Laren (van 18 september 2009 tot en met 17 januari 2010) kunnen we het beeld wat betreft Anton Mauve grondig bijstellen, want met name als je de schilderijen in het echt ziet valt op hoe goed Mauve schilderde. De kracht van suggestie, die de Haagse Schoolschilders allemaal wel in de vingers hadden, bereikte bij hem soms grote hoogten.

Kijk bijvoorbeeld eens naar het fragment van de schapen in de sneeuw hieronder. Dat is bijna een impressionistsich abstract schilderij geworden, waarbij de grijstinten van de vuile sneeuw zeker niet bedoeld zijn om de kijker te behagen. Dat er op een bepaald moment hele hordes Amerikaanse schilders naar Nederland kwamen om bij dat prachtige Hollandse licht te schilderen was voor een deel te danken aan Mauve, die dat licht schitterend wist vast te leggen.

In het boek Anton Mauve 1838-1888 vind je niet alleen veel fraaie reproducties van zijn werk (ook veel etsen), maar ook de boeiende geschiedenis van Mauve, zijn succes in Amerika en Mauve als leermeester (Van Gogh kwam in zijn Haagse periode bij hem in de leer). Ook verder is er aandacht voor de invloed die Mauve op andere schilders had, met name in de periode na 1882, toen Mauve in Laren woonde en werkte. Een boeiende kunstenaarsgeschiedenis, over een man die nodig uit de schaduw van het koekblik moest worden gehaald.

• Anton Mauve 1838-1888, onder redactie van Saskia de Bodt en Michiel Plomp – Uitgeverij THOTH – ISBN 978 90 6868 521 3