
henk peeters from nul to zero

Henk Peeters, 65-02 (2) (hommage à manzoni), 1965

Henk Peeters, 59-22 (10 x 12 rookplekken op linnen) 100 x 80 cm, 1959

Installatie met waterzakken, ontworpen door Henk Peeters voor de Licht Kunst Licht tentoonstelling in het Van Abbemuseum in Eindhoven in 1966. Gerealiseerd in 2011 in het Stedelijk Museum Schiedam voor de Nul tentoonstelling.
Henk Peeters was het actiefste lid van misschien wel de interessantste kunststroming van de vorige eeuw, Nul, of Zero. Terug naar de basis van de kunst. Peeters organiseerde voor de Nederlandse Nulgroep de internationale contacten, organiseerde de internationale Nul/ZERO tentoonstellingen in het Stedelijk Museum in Amsterdam en schreef over de theorie achter Nul. Hij was ook de eerste die aan internationale tentoonstellingen deelnam met kunstenaarsgroepen als het Duitse Zero en het Italiaanse Azimuth, met kunstenaars als Yves Klein, Licio Fontana en Yayoi Kusama.
Tot zijn dood in 2013 (hij werd 88) bleef hij de uitgangspunten van Nul trouw – hij wilde de kijker bewust maken van de omgeving, wilde een gevoeliger bewustzijn kweken. Hij gebruikte vuur in zijn werk, brandde gaten in plastic, of zorgde met een vlam voor roetvlekken op canvas, maar hij gebruikte ook aanraakbare en zeer vergankelijke materialen als watten. Water in plastic zakjes waar het licht door gaat spelen, dan heb je al iets wezenlijks te pakken – structuur, toeval, pure schoonheid, en tegelijk ongrijpbaar.
In het boek Henk Peeters – From Nul To Zero wordt teruggeblikt op de bloeiperiode van Nul en Zero, aan de hand van onder meer interviews met Peeters. Dat levert tamelijk ontluisterende verhalen op, want Peeters vertelt hoe het in de praktijk ging – Jan Schoonhoven werkte bij de post, Jan Henderikse was arbeider, Armando was journalist, en hij zelf was leraar, want van de kunst konden ze zeker niet leven, en er was geen galerie of museum die er brood in zag. Ook de Amerikaanse galeries en musea zagen er niets in – onverkoopbaar, was het oordeel.
Ja maar jullie hadden toch Sandberg, die een tentoonstelling in het Stedelijk regelde, zegt de interviewer op een bepaald moment, waarop Peeters uitlegt dat ze daar alles zelf moesten regelen en betalen – ze kregen zelfs een rekening voor de posters en de flyers. “Sandberg (de directeur van het Stedelijk Museum) was dan nog wel zo aardig dat hij om een deel van de kosten te dekken een plastic van mij “aankocht” – dan kon ik mooi in catalogi zetten dat er werk van mij door het Stedelijk was aangekocht, dat stond wel mooi”.
Geen enkel Nederlands museum had in die tijd verder enige aandacht voor Nul of Zero, want alle aandacht ging enkel en alleen uit naar buitenlandse kunstenaars – alles uit eigen land was per definitie inferieur. Het is dan ook vooral aan Peeters te danken dat er nog redelijk wat werk uit die tijd bewaard is gebleven, want hij is zijn hele leven als een soort conservator bezig gebleven het werk uit die tijd te restaureren en te redden.
Aan het eind van zijn leven was Peers ook niet bepaald optimistisch over het kunstklimaat in ons land – een tentoonstelling zoals wij die toen ondanks alles konden organiseren zou nu absoluut niet meer mogelijk zijn, want kunst moet mooi aan de muur kunnen hangen, aan de muur van yuppies wel te verstaan, en de musea zijn nauwelijks meer te onderscheiden van de “fun factory” als televisie of themaparken.
Ik moet bekennen dat ik instemmend zat te knikken toen ik dat las, puur uit eigen ervaring – jaren geleden heb ik hier een conservator van het Groninger Museum in huis gehad die mijn werk wou bekijken. Dat museum heeft een uitgebreide collectie kunstenaarsboeken, en een van die boeken hadden ze “aangekocht” – het was een boek met originele litho’s van 360 euro, maar je werd geacht dat aan het museum te schenken, en dan kon je op je cv zetten dat je werk zich in de collectie van het Groninger Museum bevindt. Tja.
Ik werkte toen al jaren aan een uitgebreide serie tekeningen, die op dat moment uit zo’n drieduizend tekeningen bestond. Na vijf minuten sprak de man de onvergetelijke woorden: “Stop maar, want ik kan het nu al niet meer volgen, en bovendien kan ik dit nooit tentoonstellen, dat is onmogelijk.” Vanaf dat moment heb ik alleen nog voor mezelf getekend, want vechten tegen de bierkaai, dat is niets voor mij.
Henk Peeters: From Nul to Zero is een fascinerend boek, niet alleen vanwege die anecdotes, maar ook omdat het een stuk kunstgeschiedenis van binnenuit vertelt. En vergis je niet: Nul was een inspirerende stroming voor een hele generatie kunstenaars, en kan dat nog steeds zijn, want ze roeren wel een aantal essentiële zaken aan, die te maken hebben met de basis van de kunst – waar gaat het in de kern van de kunst om? Wanneer is het nog spannend bijvoorbeeld, en wanneer is het alleen maar een simpel ideetje, en sla je de spijker net mis? Je moet als kijker uiteraard wel altijd alert blijven, maar Nul houdt je weer even goed scherp als het om de fundamentele waarheden van de kunst gaat.
- Henk Peeters: From Nul to Zero, edited byTijs Visser with Antoon Melissen – Nul Archief, Zero Foundation, Asamer – MER Paper Kunsthalle – ISBN 9789492321589