
mail art in 1984 - en een kleine practical joke
Care was de naam van het mail-art project dat een docent van de Kunstacademie van Enschede met een aantal studenten had opgezet. Het heeft een jaar lang gelopen, en drie keer gedraaid. Er deden kunstenaars en kunststudenten uit de hele wereld aan mee, uit Nederland, Duitsland, Korea, Griekenland en Amerika.
De bijdrage van “Broer Doetsma”. Gestempeld op een systeemkaartje.
Aan Care nummer 3, dat meteen ook de laatste aflevering bleek te zijn, deed Doet gewoon zelf mee, onder haar eigen naam. Ruud en ik zijn in die laatste Care weer zeer ruim vertegenwoordigd – we hadden de smaak echt te pakken.
Een paar van de deelnemers aan Care 2 – Rudolfo was de naam waaronder Ruud Moors meedeed, Pietsje Roetmoes was een psudoniem van Ruud en ik samen (als je weet dat Roetmoos rode kool betekent in het Maastrichts en dat Ruud daar als klein jongetje voor uitgescholden werd, begrijp je de helft al) – ikzelf sta ergens onderaan in de lijst, die uiteraard veel langer was.
De bijdrage van Rudolfo was een envelop met inhoud – de brief laten we hier maar niet zien, want in dertig jaar is er veel veranderd aan de tolerantiegraad in Nederland – laten we zeggen dat deze “brief” momenteel door geen enkele krant als cartoon zou worden gepubliceerd.
De bijdrage van Holly – een blad uit een boek, met -hee- een rode pijl, die wijst naar een gevangen woord.
Een dubbelgevouwen A4-tje, met de vingerafdrukken van Ruud en mij, en de handtekening van Pietsje Roetmoos.
Als je het blad openvouwde zag je dit:
Een origamivogeltje dat boven een Hollandse nieuwbouwwijk vliegt…
In 1984 deden mijn broer Ruud (van de wekelijkse strip) en ik, Holly Moors, met zijn tweeën mee aan een mail-art project dat was georganiseerd door een docent van de kunstacademie van Enschede en zijn studenten.
We vertelden er tijdens een feest, waar Doet Boersma ook bij was, enthousiast over. Doet werd enthousiast, maar was te laat om mee te doen, maar daar wisten wij wel wat op, dus we hebben toen vijfenzeventig kleine kunstwerkjes gemaakt onder de naam Broer Doetsma, en die opgestuurd, zodat ook Doet onverwacht een pakket thuisgestuurd kreeg met kunstwerkjes van kunstenaars van over de hele wereld. Weliswaar verwarrend gericht aan ene Broer Doetsma, maar toch.
Nu wilde een lezer van dit magazine uiteraard meteen weten wat we dan voor bijdrage verzonnen hadden voor Doet. Ik heb de enveloppen van Care (zo heette het mail-artproject) er bij gehaald en zo mijn geheugen eens opgefrist. Dat bleek wel nodig, want ik dacht bijvoorbeeld dat we tweehonderd kunstwerkjes moesten maken, maar dat bleken er voor de tweede editie “maar” 75 te zijn geweest.
Voor Doet was het natuurlijk wel belangrijk dat ze “haar” kunstwerkje meteen op het eerste gezicht zou herkennen, dus het werd “Doe’t” op een systeemkaartje, met een rode pijl naar een stempel met lege vakjes die nog ingevuld moesten worden.
Eerlijk gezegd vind ik het ook nu, na dertig jaar, nog steeds een geslaagde practical joke: niemand wordt er mee benadeeld, integendeel, Doet kreeg zelfs een verrassend pakketje kunst, met een humoristische bijdrage van haar kunstbroeders.
De andere bijdragen, bijvoorbeeld uit Korea, blijken achteraf allemaal bloedserieuze fotografische gezeefdrukte zelfportretten te zijn, andere bijdragen waren vaak pretentieus en niet meer dan gebakken lucht, maar er zaten toch ook een paar dingen tussen die nog steeds aardig zijn.
Ik laat hier nu alleen onze eigen bijdragen aan Care nummer 2 zien, dus de bijdrage van Ruud (dat wil zeggen de verpakking), die van mij, en die van ons tweeën (nou ja, die voor Doet was eigenlijk ook van ons tweeën…)
Toch was het een leuk project, vooral omdat je na een paar maanden ineens een verrassingspakketje thuisgestuurd kreeg.