
goed in vorm - honderd jaar ontwerpen in nederland
Meestal zijn we hier tamelijk ongeremd positief over de boeken van Uitgeverij 010, maar “Goed In Vorm, Honderd jaar ontwerpen in Nederland” viel op allerlei fronten wat tegen. Mienke Simon Thomas probeert met een geschiedkundig overzicht uit te leggen waarom “het Nederlandse ontwerp” wereldwijd momenteel zo succesvol is, en probeert tegelijkertijd de kunstenaars onder de ontwerpers enigszins te revancheren. Dat lukt niet echt, vind ik, hoewel de poging te waarderen blijft.
Het gaat hier vooral over het verschil in aanpak tussen de “kunstenaars” onder de ontwerpers (Jan Eissenloeffel is een goed voorbeeld) die pleitten voor artistiek verantwoorde sierlijke producten en de “ambachtslieden” onder de ontwerpers die uitgingen van de praktische mogelijkheden van fabriekswerk. Piet Zwart is een mooi voorbeeld van die laatste “no-nonsense”-beweging, en ik denk dat we kunnen concluderen dat de tijd Zwart en zijn naar simpelheid en praktische gebruiksvriendelijkheid strevende collega’s gelijk heeft gegeven.
Sobere, strakke en functionele vormgeving blijkt in de praktijk zijn eigen artistieke kwaliteiten te herbergen, en dat is inmiddels over de hele wereld erkend. Het boek legt op zich redelijk goed uit hoe dit succes tot stand kon komen, mede dankzij organisaties als Goed Wonen, die juist dat functionele aspect van een goede vormgeving wisten te verkopen aan het grote publiek.
Twee minpunten van het boek – de illustraties zijn niet altijd even sterk gekozen (al doet de melkfles op omslag en dezelfde fles omgekeerd nog eens op de achterflap anders verwachten), en Mienke Simon Thomas schrijft wel erg oubollig Nederlands, dat bovendien in omslachtige zinnen gegoten wordt. Voorbeeld: “Penaat en Van der Sluys waren typische overgangsfiguren, met hun wortels nog in de idealistische, ambachtelijke traditie van de jaren rond de eeuwwisseling, maar met een welwillende blik gericht op de toekomst”. Dat klinkt tamelijk nietszeggend, wat mij betreft. Want de stroming die de toekomst zou bepalen was net zo idealistisch in haar streven naar functionaliteit, en wat is nu “een welwillende blik” in dit verband?
Daarnaast, en misschien voor een deel wel daardoor, zijn de argumenten waarmee Thomas hier de geschiedenis hoopt te herschrijven niet bepaald sterk. Ze doen eerder wat geforceerd aan, alsof iemand wanhopig een doctoraalscriptie schrijft die wetenschappelijk goed onderbouwd moet zijn, maar die ook wat verrassende nieuwe inzichten moet tonen. Het hele boek doet daardoor wat al te academisch aan, en ik heb nu al medelijden met de studenten die er in de toekomst ongetwijfeld vele malen boven in slaap zullen vallen.
Nederlands ontwerp is aanzienlijk spannender en opwindender dan dit boek suggereert, maar als puur signalerend en beschrijvend geschiedenisboek is het zo gek nog niet. En het moet gezegd dat de discussies die in de loop van de beschreven eeuw zijn gevoerd op een goede manier hun plek hebben gekregen in deze geschiedenis.
- Mienke Simon Thomas – Goed in Vorm – Honderd jaar ontwerpen in Nederland – Uitgeverij 010 – ISBN978-90-6450-655-0